H2B 14 februari Valentijn

                 







Valentijnsdag
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

                 







Valentijnsdag

Slide 1 - Tekstslide

Leesboek
Pak je leesboek en begin met lezen.
Welkom!

Slide 2 - Tekstslide

timer
15:00
15 minuten in stilte zelfstandig lezen.

Slide 3 - Tekstslide

Planning vandaag 14 februari 2023
  • Huiswerk nakijken; 
  • Valentijnsvragen en opdrachten;
  • Uitleg over het gezegde en het lijdend voorwerp;
  • Zelfstandig aan de slag;
  • Evaluatie.

Slide 4 - Tekstslide

Het nakijken 
Wij gaan klassikaal nakijken, verbeter je antwoord.
Het huiswerk was: 
  • Hoofdstuk 3 Onderdeel Woordenschat blz. 80- 83 opdrachten 3 t/m 10, waarvan 3 t/m 7 en eventueel 8 t/m 10 online.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat hadden jullie bij opdracht 5 vraag 3 en 4?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Vragen?

Slide 13 - Tekstslide

Nu kan ik..
 vaste vergelijkingen herkennen en begrijpen..

Reflecteer voor jezelf.
timer
2:00

Slide 14 - Tekstslide

Ga naar Lesson-Up en doe mee met je eigen naam.
Laptop 

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel e-mail/valentijnskaartjes/appjes worden er vestuurd in Nederland met Valentijn?
A
30 miljoen
B
15 miljoen
C
50 miljoen
D
45 miljoen

Slide 16 - Quizvraag

Vier jij Valentijnsdag?
Ja
Nee

Slide 17 - Poll

Wat is het gezegde in de zin:
'Frank heeft Marieke met Valentijnsdag een prachtige, rode roos gegeven.'
A
ng: Frank
B
wg: heeft gegeven
C
wg: heeft
D
ng: Frank heeft

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het lv in de zin:
'Frank heeft Marieke met Valentijnsdag een prachtige, rode roos gegeven.'
A
Marieke
B
roos
C
een prachtige, rode roos
D
Valentijnsdag

Slide 19 - Quizvraag

Wie heeft dat voor Valentijn voor haar gekocht? (WIE?)
A
OW
B
LV
C
MV
D
BWB

Slide 20 - Quizvraag

Aantekeningen maken

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les kan ik het lijdend voorwerp van een zin vinden.

Slide 22 - Tekstslide

LIJDEND VOORWERP
WIE/WAT + wwg + OW --> LV (Wie ondergaat het?)

Op Valentijnsdag | schonk | de werkersraad | enkele verbaasde werkers | een prachtige roos

Slide 23 - Tekstslide

Een naamwoordelijk gezegde heeft nooit een lijdend voorwerp.

Slide 24 - Tekstslide

Maak de startopdracht blz 84

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Keuze huiswerk maken tussen in je schrift of via digitale methode. 

Check of je 70% goed hebt, dan beheers je de stof goed. 

Slide 27 - Tekstslide

Werken aan opdrachten
Lees
De opdrachten goed.
Maak
Hoofdstuk 3 Onderdeel Taalverzorging Grammatica blz. 84 de startopdracht en opdracht 1 en 2.
Hoe
In je eigen schrift voor Nederlands of online. Je mag fluisterend overleggen met je schoudermaatje en vragen stellen aan je docent.
Tijd
15 minuten
Klaar?
Laat je schrift/of het resultaat zien aan de docent en daarna flexen.
Huiswerk
Bovenstaande opdrachten.
timer
15:00

Slide 28 - Tekstslide




Huiswerk



Hoofdstuk 3 Onderdeel Taalverzorging Grammatica blz. 84 de startopdracht en opdracht 1 en 2.

Slide 29 - Tekstslide


Een terugblik op liefde en relaties,
ontdekken van de oorsprong van valentijnsdag.

Slide 30 - Tekstslide