16. Mai 2024 / Schreiben

Programm 16. Mai

  • Je hebt de briefconventies opgezocht en in je schrift genoteerd.
  • Je kunt een tekst lezen en begrijpen over het ESC
  • je kunt iets over jezelf schrijven

Wieviel Unterrichtsstunden noch?

16. 17. 21. 23. 24. 28. Mai


1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programm 16. Mai

  • Je hebt de briefconventies opgezocht en in je schrift genoteerd.
  • Je kunt een tekst lezen en begrijpen over het ESC
  • je kunt iets over jezelf schrijven

Wieviel Unterrichtsstunden noch?

16. 17. 21. 23. 24. 28. Mai


Slide 1 - Tekstslide

die Hausaufgaben

Gelernt: 
Lernliste Kapitel 1
Woordjes N-D en D-N



















































Gemacht worden von:

Slide 2 - Tekstslide

Document ter voorbereiding op de schrijftoets staat in SOM

Is uitgeprint en wordt uitgedeeld

Slide 3 - Tekstslide

Aufgabe
Wat? Lees de tekst op de volgende dia over het Eurovisie Songfestival.
Hoe? Zoek moeilijke woorden op.
Noteer minimaal 5 moeilijke woorden in je schrift.
Met wie? Werk samen met je buurman/-vrouw.
Hulpmiddel: woordenboek
Resultaat: samenvatting in het Nederlands

Slide 4 - Tekstslide

    Eurovision Song Contest (ESC)
Am vergangenen Wochenende fand das Finale des Eurovision Song
Contest (ESC) in Malmö statt. Der ESC ist ein großer Musikwettbewerb,
der auch außerhalb Europas sehr bekannt ist. Jedes teilnehmende Land
wählt ein Lied aus und die Künstler*innen treten live auf einer Bühne auf.
Eine Fachjury und das Publikum stimmen dann darüber ab, welches Lied
ihnen am besten gefällt. Die Europäische Rundfunkunion EBU (European
Broadcasting Union) ist für die Organisation und internationale
Bereitstellung des bekannten Fernsehprogramms verantwortlich. Bei
diesem 68. ESC lief allerdings einiges anders als geplant…
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Aufgabe
Wat? Zoek de briefconventies (regels voor opstellen brief/mail) op
Met wie? samen met buurvrouw/buurman
Hulpmiddel: boek/online die Teilen zu G Schreiben / Dokument in SOM
Resultaat: je kunt vertellen wat de belangrijkste briefconventies zijn (minstens 4).

Slide 6 - Tekstslide

Briefconventies
Was? Wat zijn in de mail/brief rechts de briefconventies (opmaak van een mai/brief)?
Noteer er minimaal 5
Hilfsmittel: G Schreiben 
Mit wem? Overleg met buurvrouw/buurman
Liebe Sigrun / lieber Roland,

wie geht es dir? Mir geht es gut.
.........................................................................................................................
Ich hoffe, dass du mir bald zurück schreibst.

Liebe Grüße / alles Gute / Tschüss

Annet
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Beste vertaal je in het Duits met:
A
liebe bij 1 persoon en lieber bij 2 personen
B
liebe bij bekenden en lieber bij familie
C
met liebe bij vrouwen en lieber bij mannen

Slide 8 - Quizvraag

De eerste letter van de eerste zin na de aanhef begin je met een kleine letter
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Ergänze:
Ich hoffe, dass du (mij) ..... bald zurückschreibst
A
mein
B
mir
C
mich

Slide 10 - Quizvraag

Na Tchüs! of Liebe Grüße komt
A
geen leesteken
B
een komma
C
een punt
D
een uitroepteken

Slide 11 - Quizvraag

Liebe Sigrun / lieber Roland,

wie geht es dir? Mir geht es gut.
.........................................................................................................................
Ich hoffe, dass du mir bald zurück schreibst.

Liebe Grüße / alles Gute / Tschüss

Annet


  1. Liebe bij vrouwelijk persoon/lieber bij mannelijk
  2. komaa
  3. spatie
  4. Eerste zin geen hoofdletter
  5. Middenstuk
  6. Slotzin
  7. Spatie
  8. Groet zonder komma
  9. spatie
  10. Naam

Slide 12 - Tekstslide

Aufgabe
Was? Ga aan de slag met het voorbereidingsdocument.
Beantwoord de vragen en vul overige opdrachten aan.
Mit wem? Alleine schreiben, zusammen überlegen
Wie lange? Bis Ende Deutschstunde

Slide 13 - Tekstslide

Aufgabe:
Ali hat dir etwas geschrieben. Lies den Text und schreibe Ali zurück (etwa 50 Wörter).
Benutze ein Wörterbuch und die naamvallenschema's.
Fertig? Mache die Fragen zur Vortbereitung in SOM

Slide 14 - Tekstslide

ob = of (als voegwoord na een komma)

Ich weiß noch nicht, ob ich studieren will.
oder = of
(bij een keuze)

Soll ich jetzt Hausaufgaben machen, oder shoppen gehen?

Slide 15 - Tekstslide

Entweder ............... oder = of....of
Entweder du machst jetzt Hausaufgaben, oder du gehst shoppen.
Entweder du machst jetzt ein Studium, oder du suchst dir einen Job.

Slide 16 - Tekstslide

Startaufgabe
Ergänze die richtige Form
1 Jens interessiert sich für (onze) ........... Plattensammlung (v).
2 Ich würde (het) ........... Konzert (o) von BLØF gerne besuchen.
Gebruik het naamvallenschema
1 = Nominativ
3 = Dativ
4 = Akkuisativ

Slide 17 - Tekstslide

denn = want

Ich habe meine Hausaufgaben noch nicht gemacht, denn ich habe keine Lust 
weil = omdat

Ich habe meine Hausaufgaben nicht gemacht, weil ich keine Lust habe.

Ich habe meine Hausaufgaben noch nicht gemacht, weil ich trainieren muss.

Slide 18 - Tekstslide

Als ich klein war .....
Als bedeutet ......................

Slide 19 - Tekstslide

Jens interessiert sich für (onze) ........... Plattensammlung (v).
                                      
                                                              voorzetsel für = Akkusativ (4)
                                                             onze = unser = Eingruppe
                                                                       Plattensammlung = vrouwelijk
                     unsere

Slide 20 - Tekstslide

Ich würde (het) ........... Konzert (o) von BLØF gerne besuchen.
                               geen v (voorzetsel)                                                        
dus ontleden:
Konzert = onzijdig = lijdend voorwerp = Akkusativ (4) = das

Slide 21 - Tekstslide