20231016 Mask BASVMBOLJ4AK vmbo leerjaar 1 Thema's Media 2

BASVMBOLJ4AK











David Lindenaar
Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie
david.lindenaar@vonknh.nl


Maatschappijkunde
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

BASVMBOLJ4AK











David Lindenaar
Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie
david.lindenaar@vonknh.nl


Maatschappijkunde

Slide 1 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

AFSPRAKEN 
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

6. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

Slide 3 - Tekstslide

Maatschappijkunde: 
Thema's kgt examenkatern MEDIA

11-10: Communicatie en massamedia

16-10: Het medialandschap


18-10: Het belang van media

30-10: De rol van de overheid




  
01-11: Het nieuws

06-11: De macht van de media

08-11: Oefenen voor de toets

13 t/m 17-11:
Toetsweek



Slide 4 - Tekstslide

Terugblik op:

Donderdag 12-10:
1. Communicatie en massamedia

Slide 5 - Tekstslide

1. Communicatie en massamedia

Slide 6 - Tekstslide

1.1 Waarom communiceren we?
Verschillende manieren van communicatie:

  • verbaal of non-verbaal;

  • eenzijdig of tweezijdig;

  • persoonlijk of massaal.




Slide 7 - Tekstslide

1.2 Media en de samenleving


Massamedia
media die zich met hun boodschap tot grote groepen mensen tegelijk richten.

Kenmerken van massamedia
  • openbaar
  • een groot, anoniem publiek
  • niet persoonlijk
  • loopt via organisaties
  • indirect



Slide 8 - Tekstslide

1.2 Media en de samenleving

Met ‘de media’ bedoelen we altijd de massamedia.


Soms maken we onderscheid tussen de ‘oude’, traditionele media
en de nieuwe, digitale media.

Traditionele media: kranten, boeken, televisie en radio.

Digitale media: internet, sociale media.



Slide 9 - Tekstslide

1.2 Media en de samenleving

Informatiesamenleving
via de digitale media krijg je non-stop informatie.

Informatie van met name sociale media is niet altijd betrouwbaar.

Mediawijsheid
je bent als ontvanger kritisch over media.



Slide 10 - Tekstslide

Lesdoel 16-10: 
Les 2: Het medialandschap
We leren:
  • Dat zenders en ontvangers veranderen met als gevolg het ontstaan van de on-demand economie met een gepersonaliseerd aanbod door algoritmes.
  • Traditionele media met een vaste redactie en doelgroep. 
  • Het verschil tussen populaire kranten en kwaliteitskranten maar ook tussen de publieke omroep en commerciële zenders.

DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
Les 2: Het medialandschap: pagina 22 - 35:
opdracht 1 - 23 +
begrippen en samenvatting. 

Slide 11 - Tekstslide

Zelfwerktijd 11-10: 


Pagina 34: begrippen en 
Pagina 35: samenvatting
timer
20:00
Les 1:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13


14
15
16
17
18
19
20
21
22
23

Begr
Samenv

Slide 12 - Tekstslide

2.1 Digitalisering van media


Zenders en ontvangers veranderen

Het aanbod van zenders staat online en jij bepaalt zelf wat je wanneer kijkt.

On-demand economie: een economie waarbij de wens van de klant of gebruiker direct of zo snel mogelijk vervuld wordt.

Sociale media: alle internetmedia waarop je zelf informatie kunt delen met anderen.




Slide 13 - Tekstslide

2.1 Digitalisering van media


Gepersonaliseerd aanbod: Mediabedrijven passen hun aanbod aan op wat jij interessant vindt.
Dat doen ze aan de hand van algoritmes en data.

Algoritmes: Ingewikkelde wiskundige berekeningen.

Data: Verzamelingen van gegevens








Slide 14 - Tekstslide

2.1 Digitalisering van media

De informatie die je ontvangt, is meestal niet compleet.
Dat komt door:


Selectieve waarneming: je kiest zelf wat je wilt zien en wilt horen.

Filterbubbel: je ontvangt alleen nog maar de informatie die jouw mening bevestigt.









Slide 15 - Tekstslide

Zelfwerktijd 16-10: 
Les 2: Het medialandschap:

Pagina 22-23: Vraag 1 - 4
Pagina 26-27: Vraag 9 - 14
timer
20:00
Les 1:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13


14
15
16
17
18
19
20
21
22
23

Begr
Samenv

Slide 16 - Tekstslide

2.2 Soorten media


Traditionele media zoals kranten en tijdschriften versturen en verwerken informatie via een redactie: een professionele groep mensen die bepaalt wat
er in een krant, tijdschrift of programma komt.

Deze media hebben een doelgroep: een groep mensen met gemeenschappelijke kenmerken.











Slide 17 - Tekstslide

2.2 Soorten media
Kranten kun je verdelen in:

  • Populaire kranten
  • Kwaliteitskranten

Deze kranten verschillen qua onderwerpen en taalgebruik.

Ze verschillen ook in de beeldvorming: de manier waarop een bepaald nieuwsfeit gebracht wordt.




Slide 18 - Tekstslide

2.2 Soorten media
Tijdschriften: tijdschriften hebben één bepaalde doelgroep.

Televisie en radio:

Publieke omroepen: krijgen geld van de overheid en uit reclame; moeten aan eisen van de overheid voldoen.
Commerciële zenders: krijgen alleen geld uit reclame; willen winst maken.





Slide 19 - Tekstslide

Zelfwerktijd 16-10: 
Les 2: Het medialandschap:

Pagina 24-25: Vraag 5 - 8
Pagina 28-33: Vraag 15 - 23
timer
20:00
Les 1:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13


14
15
16
17
18
19
20
21
22
23

Begr
Samenv

Slide 20 - Tekstslide

Terugblik 16-10:
Les 2: Het medialandschap
We hebben wat geleerd over:
  • Dat zenders en ontvangers veranderen met als gevolg het ontstaan van de on-demand economie met een gepersonaliseerd aanbod door algoritmes.
  • Traditionele media met een vaste redactie en doelgroep.
  • Het verschil tussen populaire kranten en kwaliteitskranten maar ook tussen de publieke omroep en commerciële zenders.

DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
Les 2: Het medialandschap: pagina 22 - 35:
opdracht 1 - 23 +
begrippen en samenvatting. 

Slide 21 - Tekstslide