2.1 en 2.2 ,MASK, Het medialandschap

Hoofdstuk 2 Het medialandschap
2.1 Digitalisering van media
2.2 Soorten media

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 Het medialandschap
2.1 Digitalisering van media
2.2 Soorten media

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet jij wat on- bemand economie betekent
Aan het einde van de les weet jij het verschil tussen publieke omroepen en commerciële zenders
Aan het einde van de les weet jij het verschil tussen populaire- en kwaliteitskranten
Aan het einde van de les weet jij wat een filterbubbel is

Slide 2 - Tekstslide

2.1 Digitalisering van media

Slide 3 - Tekstslide

2.1 Digitalisering van media
Zenders en ontvangers veranderen- Het aanbod van zenders staat online en jij bepaalt zelf wat je wanneer kijkt.
On-demand economie- een economie waarbij de wens van de klant of gebruiker direct of zo snel mogelijk vervuld wordt.
Sociale media- alle internetmedia waarop je zelf informatie kunt delen met anderen


Slide 4 - Tekstslide

2.1 Digitalisering van media

Gepersonaliseerd aanbod- Mediabedrijven passen hun aanbod aan op wat jij interessant vindt.

Dat doen ze aan de hand van algoritmes en data.

Algoritmes- Ingewikkelde wiskundige berekeningen.
Data-Verzamelingen van gegevens



Slide 5 - Tekstslide

2.1 Digitalisering van media


De informatie die je ontvangt, is meestal niet compleet.
                                                Dat komt door:
Selectieve waarneming- je kiest zelf wat je wilt zien en wilt horen.
Filterbubbel-je ontvangt alleen nog maar de informatie die jouw mening bevestigt.



Slide 6 - Tekstslide

2.2 Soorten media


Traditionele media: kranten en tijdschriften
Redactie: een professionele groep mensen die bepaalt wat
er in een krant, tijdschrift of programma komt.
Een doelgroep: een groep mensen met gemeenschappelijke kenmerken.


Slide 7 - Tekstslide

2.2 Soorten media

Kranten kun je verdelen in:                                                                                                    Populaire kranten(AD, Telegraaf)
Kwaliteitskranten(NRC, Volkskrant)

Deze kranten verschillen qua onderwerpen en taalgebruik.

Beeldvorming: de manier waarop een bepaald nieuwsfeit gebracht wordt.




Slide 8 - Tekstslide

2.2 Soorten media

Tijdschriften- Tijdschriften hebben één bepaalde doelgroep.
                                      
                                                                          Tv en radio                             
Publieke omroepen:                                                                                                                                                              Krijgen geld van de overheid en uit reclame; moeten aan eisen van de overheid voldoen.
Informeren het hoofddoel
BNNVARA en AVROTROTS
Commerciële zenders
Krijgen alleen geld uit reclame; willen winst maken.
RTL 4, RTL 7, SBS6



Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Maken paragraaf 2.1
Maken paragraaf 2.2, 5 t/m 14 en 16 t/m 22

Slide 10 - Tekstslide