V4: Voorbereiding toets (H1)

Voorbereiding toets (1)
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiding toets (1)

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1. Leerdoelen
2. Toetsstof
3. Grammatica: werkwoorden (avoir & être)
4. Grammatica: het bijvoeglijk naamwoord
5. Schrijfopdracht
6. Woorden

Slide 2 - Tekstslide

1. Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
1. Het bijvoeglijk naamwoord herkennen;
2. Het bijvoeglijk naamwoord toepassen;
3. Avoir & être toepassen.

Slide 3 - Tekstslide

2. Toetsstof
1. Woorden bron A, B, C, E, F, G (hoofdstuk 1)
2. Grammatica bron D  (hoofdstuk 1)
3. Avoir + être (présent, imparfait, passé composé, futur)

5. Schrijftekst over sociale media
6. Leestekst over sociale media

Slide 4 - Tekstslide

3. Grammatica: werkwoorden
Avoir & être

Volgende tijden:
1. Présent;
2. Imparfait
3. Passé composé
4. Futur

Slide 5 - Tekstslide

Present

Ik ben - Je suis
Jij bent - Tu es
Hij/zij/men is - Il/elle/on est
Wij zijn - Nous sommes
Jullie zijn/u bent - Vous êtes
Zij zijn - Ils sont/elles sont


Ik heb - J'ai
Jij hebt - Tu as
Hij/zij/men heeft - Il/elle/on a
Wij hebben - Nous avons
Jullie hebben/u heeft - Vous avez
Zij hebben - Ils/elles ont

Slide 6 - Tekstslide

Imparfait

Ik was - J'étais
Jij was - Tu étais
Hij/zij/men was - Il/elle/on était
Wij waren - Nous étions
Jullie waren/u waren - Vous étiez
Zij waren - Ils/elles étaient


Ik had - J'avais
Jij had - Tu avais
Hij/zij/men had - Il/elle/on avait
Wij hadden - Nous avions
Jullie hadden/u had - Vous aviez
Zij hadden - Ils/elles avaient

Slide 7 - Tekstslide

Passé composé

Ik ben geweest - J'ai été
Jij bent geweest - Tu as été
Hij/zij/men is geweest - Il/elle/on a été
Wij zijn geweest - Nous avons été
Jullie zijn geweest/u bent geweest - Vous avez été
Zij zijn geweest - Ils/elles été


Ik heb gehad - J'ai eu
Jij heb gehad - Tu as eu
Hij/zij/men heeft gehad - Il/elle/on a eu
Wij hebben gehad - Nous avons eu
Jullie hebben gehad/u heeft gehad - Vous avez eu
Zij hebben gehad - Ils/elles ont eu

Slide 8 - Tekstslide

Futur

Ik zal zijn - Je serai
Jij zal zijn - Tu seras
Hij/zij/men zal zijn - Il/elle/on sera
Wij zullen zijn - Nous serons
Jullie zullen zijn/u zal zijn - Vous serez
Zij zullen zijn- Ils/elles seront


Ik zal hebben - J'aurai
Jij zal hebben - Tu auras
Hij/zij/men zal hebben - Il/elle/on aura
Wij zullen hebben - Nous aurons
Jullie zullen hebben/u zal hebben - Vous aurez
Zij zullen hebben - Ils/elles auront

Slide 9 - Tekstslide

Test...

Slide 10 - Tekstslide

Je ..... (être) - présent

Slide 11 - Open vraag

hij zal zijn ( être) - futur
A
il est
B
il êtrea
C
il sera

Slide 12 - Quizvraag


Vous ... une carte postale (avoir) - passé composé

Slide 13 - Open vraag

Tu ... des bonnes vacances (avoir) - passé composé

Slide 14 - Open vraag

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
être (zijn)
suis
es
est
sommes
êtes
sont

Slide 15 - Sleepvraag

COMBINEZ:
Avoir: il,elle,on
Avoir: nous
Avoir: vous
Avoir: ils,elles
Avoir: tu
Avoir: j'
avons
ont
ai
avez
as
a

Slide 16 - Sleepvraag

3. Grammatica: werkwoorden
Avoir & être




timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide

ik nam
wij zijn
jij had
wij waren
ik was
jij ging
j'étais
tu prenais
nous sommes
nous étions
tu allais
tu avais

Slide 18 - Sleepvraag

Werkwoorden op -re in de présent. 
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
vends
vendez
vendons
vendent
vend
vends

Slide 19 - Sleepvraag

Vertaal "Zij zullen verliezen"
(perdre)
timer
0:20
A
Ils perdrons
B
Ils perdreront
C
Ils perdront
D
Ils perdreont

Slide 20 - Quizvraag

Nous ... (perdre) notre patience.
A
perdons
B
perdez
C
perdrons

Slide 21 - Quizvraag

je/j'
nous
on
vous
elles
tu
il
faisais
avais
était
étions
prenait
dansiez
habitaient

Slide 22 - Sleepvraag

Ik zal verliezen
A
Je perdrai
B
Je perdrera
C
Je perdais
D
Je vais perdre

Slide 23 - Quizvraag

ik zal eten 
Ik zal verkopen 
Ik zal bouwen
Ik zal deelnemen
je vendrai
je participerai
je mangerai
je contruirai

Slide 24 - Sleepvraag

kies de juiste vorm

(perdre / imparfait) Je ...
A
je perdrai
B
je perdrait
C
je perdais
D
j'ai perdu

Slide 25 - Quizvraag

Tekst
L’équipe de France ...... ............. en finale de rugby. (perdre, p.c.)
Mes voisin .... .......  leur maison. (vendre, p.c)
Nous .... ......... notre argent de poche. (perdre, pc)
Il .....  ........ à toutes les questions du prof. (répondre, p.c)
Ma mère ............. toujours les clés du vélo! (perdre)
ont vendu
a répondu
avons perdu
perdons
a perdu
ont réponde
perd
a répondre
a vendu

Slide 26 - Sleepvraag

ik ben geweest
jij bent geweest
hij is geweest
wij zijn geweest
jullie zijn geweest
zij zijn geweest
j'ai été
il a été
vous avez été
ils ont été
tu as été
nous avons été

Slide 27 - Sleepvraag

ik heb gehad
jij hebt gehad
hij heeft gehad
wij hebben gehad
jullie hebben gehad
zij hebben gehad
j'ai eu
il a eu
vous avez eu
ils ont eu
tu as eu
nous avons eu

Slide 28 - Sleepvraag

4. Grammatica: het bijvoeglijk naamwoord
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
-
+e
Meervoud
+s
+es

Slide 29 - Tekstslide

4. Grammatica: het bijvoeglijk naamwoord
Waar let je op?

1. Mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud, meervoud;
2. De plek in de zin;
3. Uitzonderingen.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

5. Schrijfopdracht
Imagine: tu es un influenceur célebre sur Instagram! Présente-toi et décris tes passe-temps en au moins 100 mots pour ton compte. Utilise au moins six adjectifs.


Slide 35 - Tekstslide

Schrijfopdracht

Slide 36 - Woordweb

6. Woorden
Woorden hoofdstuk 1:https://quizlet.com/_c7xx2b?x=1jqt&i=3v9cio

Slide 37 - Tekstslide

Écris en Français: gebruik hele zinnen.
Qui est ta/ton meilleur ami(e)?

Slide 38 - Open vraag

Depuis quand c'est ton/ta meilleur ami(e)

Slide 39 - Open vraag

Il/elle habite où?

Slide 40 - Open vraag

Vous avez des hobby's? Lesquels?

Slide 41 - Open vraag

le métier
l'inconvénient
l'entreprise
le choix
la publicité
Donne la traduction
de ondernemening
het beroep
de reclame
het nadeel
de keuze

Slide 42 - Sleepvraag

Vertaal: toevoegen

Slide 43 - Open vraag

Vertaal:
Dit is mijn account.

Slide 44 - Open vraag

presque
laisser
démodé(e)
le compte
ouderwets
bijna
achterlaten
het account

Slide 45 - Sleepvraag