Thema 1 opdracht 7 - 8

Wat moet je doen?
Lees de Engelse woorden.
Lees de Nederlandse woorden.
Zet de Engelse en Nederlandse woorden die bij elkaar horen bij elkaar.

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat moet je doen?
Lees de Engelse woorden.
Lees de Nederlandse woorden.
Zet de Engelse en Nederlandse woorden die bij elkaar horen bij elkaar.

Slide 1 - Tekstslide

Alles begrepen? Test jezelf en sleep de rode vakjes naar de bijbehorende woorden!
achttien

ben
de
thirteen
eleven
the
eighteen
am
dertien
elf

Slide 2 - Sleepvraag

Alles begrepen? Test jezelf en sleep de rode vakjes naar de bijbehorende woorden!
at

I
year
in
if
jaar
op
ik
in
Als

Slide 3 - Sleepvraag

Alles begrepen? Test jezelf en sleep de rode vakjes naar de bijbehorende woorden!
fourteen
school
year
ten
twaalf
jaar
veertien
school
tien
twelve

Slide 4 - Sleepvraag

Alles begrepen? Test jezelf en sleep de rode vakjes naar de bijbehorende woorden!
fourteen
school
year
ten
like
jaar
veertien
school
tien
vind leuk

Slide 5 - Sleepvraag

Alles begrepen? Test jezelf en sleep de rode vakjes naar de bijbehorende woorden!
like
sixteen
old
ten
live
oud
als
zestien
tien
woon

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is de Nederlandse vertaling? almost
A
bijna
B
het meeste
C
aalmoes
D
allemaal

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de Nederlandse vertaling? the
A
zij
B
de
C
daar
D
ik was het

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de Nederlandse vertaling? eleven
A
11
B
elf
C
fee
D
een leven

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de Nederlandse vertaling?
on
A
onder
B
aan
C
op
D
af

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de Nederlandse vertaling?
ten
A
ten minste
B
10
C
tien
D
ten

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de Nederlandse vertaling?
nineteen

A
negentien
B
19
C
nee tien
D
ten

Slide 12 - Quizvraag