It's me (to be +numbers )

Welcome! This is a recap of the lessons so far!

Class: notebook, book and ears, please!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome! This is a recap of the lessons so far!

Class: notebook, book and ears, please!

Slide 1 - Tekstslide

Hoe schrijf je dit getal in het Engels?
A
thirty-five
B
thirthy-five
C
thirtyfive
D
thirtyvife

Slide 2 - Quizvraag

Hoe kort je 'am' af in de zin
I am a student.
A
I am a student.
B
I'm a student.
C
I m a student.

Slide 3 - Quizvraag

Als je jezelf voorstelt, wat vertel je dan over jezelf? In het Engels antwoorden.

Slide 4 - Woordweb

Sleep de vakjes A t/m I naar de juiste plek!
uncle
aunt
cousin
sister
brother
grandfather
grandmother
family
opa
oma
neef
oom
tante
nicht
familie
broer
zus

Slide 5 - Sleepvraag

Wat betekent:
We aren't siblings, we are cousins.
A
We zijn geen broer en zus, we zijn familie
B
We zijn geen zuigelingen, we zijn neefjes en nichtjes.
C
We zijn geen broer en zus, we zijn neefjes en nichtjes.
D
We zijn geen vissen, we zijn vogels.

Slide 6 - Quizvraag

Hoe kort je 'is' af in de zin
He is a tennis player.
A
He's a tennis player.
B
He s a tennis player.
C
He is a tennis player.

Slide 7 - Quizvraag

Hoe schrijf je dit getal in het Engels?
A
forty-four
B
fourty-four
C
fourtyfour
D
fortyfor

Slide 8 - Quizvraag

Welk getal staat hier?
A
twentie-nine
B
nineandtwenty
C
twenttynine
D
twenty-nine

Slide 9 - Quizvraag

ten, eleven, twelf, thirteen

deze getallen zijn
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

Gebruik de juiste afkorting.

I ... cool
A
'm
B
're
C
's

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van het getal
22?
A
Twenty-too
B
Twenty too
C
Twenty two
D
Twenty-two

Slide 12 - Quizvraag

welk getal staat hier?
A
neintysix
B
ninetysix
C
sixty-nine
D
ninety-six

Slide 13 - Quizvraag

wat is da afkorting van
have got
A
've got
B
have 't
C
'e got
D
have 'ot

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de afkorting voor 'have'
A
've
B
's
C
're
D
'm

Slide 15 - Quizvraag

Wat waren ook al weer de afkortingen van to be?
A
'me / is' /a'
B
'is / 'are/ 'm
C
'm/ 's/ 're
D
ar' / 's/ am'

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het meervoud van: family?
A
family's
B
familys
C
familie's
D
families

Slide 17 - Quizvraag

Vertaal naar het Nederlands: bald
A
kaal
B
baard
C
beugel
D
kin

Slide 18 - Quizvraag

The Big Ben
The Tower Bridge
The London Eye

Slide 19 - Sleepvraag

they
we
it
she
He
You
I
Am
is
are

Slide 20 - Sleepvraag

A
AN
table
house
egg
chicken
astronaut
phone
orange

Slide 21 - Sleepvraag

house.
We
a small
have got

Slide 22 - Sleepvraag

room
very messy.
Sarah's
is

Slide 23 - Sleepvraag

Als je over je hond of kat praat die bij je in huis woont, dan hebt je het over je (in het Engels)
A
pret
B
pet
C
bed

Slide 24 - Quizvraag

Vertaal naar het Nederlands: braces
A
kaal
B
beugel
C
sproet
D
braken

Slide 25 - Quizvraag

welk getal staat hier?
A
fifty-four
B
forty-five
C
fiftyfour
D
fivety-four

Slide 26 - Quizvraag

steil
groot
lang
straight
tall
big
curly

Slide 27 - Sleepvraag

Hoe schrijf je dit getal in het Engels?
A
eightyfour
B
eighty-four
C
fourty-eight
D
eighty-for

Slide 28 - Quizvraag