Herhaling Netwerken + SSH

Netwerken
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Netwerken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe voel je je vandaag? (Check-in)
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Stelling
Het IP adres 62.127.34.12 is een private IP adres.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Private IP-adressen range
Klasse A: 10.0.0.0 – 10.255.255.255
Klasse B: 172.16.0.0 – 172.31.255.255
klasse C: 192.168.0.0 – 192.168.255.25

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

je hebt IP adres 192.168.5.77 wat is waarschijnlijk het ip adres van de gateway?
A
192.168.5.10
B
192.168.5.0
C
192.168.5.1
D
192.168.5.254

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen statische en dynamische routing?
A
Statische routing maakt automatisch nieuwe routes aan, dynamische routing niet
B
Dynamische routing gebruikt geen protocollen, statische routing wel
C
Statische routing wordt handmatig geconfigureerd, dynamische routing past zich automatisch aan
D
Er is geen verschil tussen statische en dynamische routing

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er als de opgegeven volgende hop in een statische route niet bereikbaar is?
A
De router zoekt automatisch een alternatieve route
B
De router schakelt over op dynamische routing
C
De router verwijdert automatisch de statische route
D
Het netwerkverkeer wordt gedropt (niet afgeleverd)

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de belangrijkste functie van NAT in een computernetwerk?
A
Het vertalen van privé IP-adressen naar een publiek IP-adres voor communicatie met het internet
B
Het toewijzen van een uniek publiek IP-adres aan elk apparaat in het netwerk
C
Het opslaan van netwerkverkeer voor analyse
D
Het versnellen van netwerkverbindingen binnen het LAN

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet je bij het configureren van NAT op een Cisco-router de interfaces aanduiden als 'inside' en 'outside'?
A
Om het type NAT (static of dynamic) te kiezen
B
Om de router te laten weten welke kant het interne netwerk is en welke het externe netwerk is
C
Om te bepalen welke interface DHCP gebruikt
D
Omdat NAT alleen werkt op de binnenkant van een router

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van Static NAT?
A
Meerdere interne IP-adressen worden automatisch omgezet naar één publiek IP-adres
B
Het gebruikt dynamisch gegenereerde poorten voor elke verbinding
C
Eén intern IP-adres wordt handmatig gekoppeld aan één vast publiek IP-adres
D
Het werkt alleen als er een DHCP-server is geconfigureerd

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van Dynamic NAT?
A
Het koppelt automatisch interne IP-adressen aan een poortnummer
B
Het gebruikt een pool van publieke IP-adressen om intern verkeer naar buiten te vertalen
C
Het maakt een vaste één-op-één koppeling tussen intern en publiek IP-adres
D
Het verandert alleen IP-adressen van inkomend verkeer

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belangrijkste doel van een VLAN in een computernetwerk?
A
Het verhogen van de snelheid van een switch
B
Het scheiden van netwerkverkeer op basis van fysieke locatie
C
Het automatisch toewijzen van IP-adressen aan apparaten
D
Het logisch opdelen van een netwerk in meerdere gescheiden netwerken, ongeacht fysieke locatie

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke apparaat is vereist om communicatie tussen verschillende VLANs mogelijk te maken?
A
Een DHCP-server
B
Een router of een Layer 3 switch
C
Een unmanaged switch
D
Een access point

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van een trunk-poort in een VLAN-configuratie?
A
Het automatisch toewijzen van IP-adressen aan VLANs
B
Het beperken van netwerkverkeer tot slechts één VLAN per poort
C
Het verbinden van meerdere switches zodat verkeer van meerdere VLANs over één poort kan worden gestuurd
D
Het koppelen van een switch aan een router zonder VLAN-ondersteuning

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet de volgende comando?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gebruik je het commando "switchport trunk allowed vlan 10,20,30" op een trunk-poort?
A
Om de poort toe te wijzen aan VLAN 10 als access-poort
B
Om alleen verkeer van VLAN 10, 20 en 30 toe te staan op de trunk
C
Om de poort te beveiligen tegen ongewenst verkeer
D
Om alleen ongetagd verkeer toe te laten

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de afkorting OSPF voor in netwerken?
A
Open Simple Protocol Format
B
Optical Speed Path Forwarding
C
Operating System Path Function
D
Open Shortest Path First

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is OSPF in netwerkconfiguraties?
A
Een link-state routingprotocol dat routes dynamisch berekent
B
Een methode om NAT toe te passen op routers
C
Een standaard voor draadloze communicatie
D
Een protocol om MAC-adressen te vertalen naar IP-adressen

Slide 18 - Quizvraag

Een link-state protocol is een type dynamisch routingprotocol dat routers laat samenwerken door informatie over hun directe verbindingen (links) te delen.


In plaats van simpelweg te zeggen "ik ken deze route", bouwen routers zelf een compleet beeld van het netwerk en berekenen dan de beste route.
OSPF routing
OSPF-cost

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gebruik je OSPF?
A
Je hoeft niet handmatig routes in te voeren, zoals bij statische routing.
B
OSPF past zichzelf automatisch aan als er iets verandert in het netwerk (bijv. een verbinding valt weg).
C
Het is schaalbaar en geschikt voor middelgrote tot grote netwerken.
D
Antwoord A, B & C zijn onjuist.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Device configuratie

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke maatregelen kun je nemen om een netwerk goed te beveiligen? Geef een aantal voorbeelden.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Telnet 
Telnet is een onbeveiligd netwerkprotocol waarmee je op afstand toegang krijgt tot apparaten zoals routers, switches of servers via de command line interface (CLI).

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Telnet
  • Telnet is NIET  versleuteld
  • Alles (wachtwoorden, commando’s) wordt in platte tekst verstuurd.
  • Daardoor onveilig op openbare of onbeveiligde netwerken.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Secure Shell (SSH)
SSH (Secure Shell) is een beveiligd netwerkprotocol waarmee je op afstand veilig verbinding kunt maken met een apparaat, zoals een server, router of switch.

Slide 25 - Tekstslide

Noem een andere protocol waar je dit kan doen. 

BV : VPN 
Remote desktop(Team viewer) 
Secure Shell (SSH)
  • Alles wat je intypt (commando's, wachtwoorden, uitvoer) wordt versleuteld voordat het over het netwerk gaat.

  • Daardoor kan niemand meelezen, zelfs niet als ze het netwerkverkeer onderscheppen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer denk je te halen voor het netwerkexamen?
010

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Hoofdstuk 09 opdracht 1 tot 4

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies