In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Thema 4 Evolutie
4.5 Onderzoek naar evolutie
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt...
...enkele onderzoeksmethoden naar verwantschap opnoemen.
...verschillen en overeenkomsten tussen organen en orgaanstelsel van de mens en van verschillende diersoorten herkennen.
...een stamboom aflezen en construeren.
Slide 2 - Tekstslide
Onderzoek naar verwantschap
De mate van verwantschap tussen twee soorten is afhankelijk van het aantal generatie dat heeft geleefd sinds de laatste gemeenschappelijke voorouder leefde.
Verschillende manieren om verwantschap te achterhalen:
Fossielen
Vergelijking bouw organismen
Biochemie
Genetica
Slide 3 - Tekstslide
Fossielen
Fossielen zijn versteende overblijfselen van organismen of afdrukken van organismen in gesteenten.
Gidsfossielen zijn fossielen die kenmerkend zijn voor een bepaalde periode en daardoor tijdsbepaling leveren.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Onderzoek naar verwantschap
De mate van verwantschap tussen twee soorten is afhankelijk van het aantal generatie dat heeft geleefd sinds de laatste gemeenschappelijke voorouder leefde.
Verschillende manieren om verwantschap te achterhalen:
Fossielen
Vergelijking bouw organismen
Biochemie
Genetica
Slide 7 - Tekstslide
Homologe organen
(zelfde oorsprong, verschillende functie/vorm)
-> duidt op verwantschap van organismen
Slide 8 - Tekstslide
Analoge
(verschillende oorsprong, zelfde functie/vorm)
-> duidt niet op verwantschap van organismen
Slide 9 - Tekstslide
Rudimentaire organen = organen die geen functie meer vervullen.
Door aanpassingen in milieu kunnen organen hun functie verliezen.
Hierdoor wordt het aannemelijk dat verschillende soorten organismen een gemeenschappelijke voorouder hebben.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Onderzoek naar verwantschap
De mate van verwantschap tussen twee soorten is afhankelijk van het aantal generatie dat heeft geleefd sinds de laatste gemeenschappelijke voorouder leefde.
Verschillende manieren om verwantschap te achterhalen:
Fossielen
Vergelijking bouw organismen
Biochemie
Genetica
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Onderzoek naar verwantschap
De mate van verwantschap tussen twee soorten is afhankelijk van het aantal generatie dat heeft geleefd sinds de laatste gemeenschappelijke voorouder leefde.
Verschillende manieren om verwantschap te achterhalen:
Fossielen
Vergelijking bouw organismen
Biochemie
Genetica
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
4. deze organen hebben hetzelfde bouwplan
A
rudimentaire organen
B
homologe organen
C
analoge organen
D
recessieve organen
Slide 17 - Quizvraag
Organen die hun functie zijn verloren noemen we?
A
Homologe organen
B
Analoge organen
C
Rudimentaire organen
Slide 18 - Quizvraag
Hoe noem je versteende afdrukken van organismen?
A
Rudimentair
B
Fossielen
C
Analoge gesteenten
Slide 19 - Quizvraag
De armen van de mens en de voorvin van een walvis hebben hetzelfde bouwplan. Het zijn ...
A
analoge organen
B
homologe organen
C
rudimentaire organen
Slide 20 - Quizvraag
Gemeenschappelijke voorouders bevatten vaak een nieuwe eigenschap die alle dieren die daarna ontstaan ook hebben.
Vraag
Soms heeft een gemeenschappelijke voorouder wel een eigenschap die zijn nakomelingen niet meer terug te zien zijn, hoe noemen we zo'n eigenschap?
Antwoord
Rudimentaire eigenschappen (Organen)
Slide 21 - Tekstslide
Opdracht: Maak zelf een stamboom
Om een stamboom te maken gebruiken onderzoekers altijd één outgroup. Een diersoort die ver van de rest afstaat waar alles mee vergeleken wordt.
Om de stamboom te maken gebruiken we een stukje van de DNA-code van het cytochroom-C eiwit. Dit eiwit komt voor bij ieder dier.
Outgroup:
Kwal: AACCTACGGCCATT
De overige dieren:
Slangen: AACGTACCCCCATC
Muizen: ACACTACGCCCACC
Mensen: ACACTACGCCGACC
Haaien: AACCTACGGCCATC
Stap 1: Vergelijk de DNA code van de overige dieren met de outgroup en bepaal hoeveel basen verschillen
Stap 2: Kijk naar de verschillen onderling tussen de overige dieren. Zijn er dieren die heel veel op elkaar lijken maar samen veel verschillen van de rest?
Stap 3: Plaats de outgroup aan de zijkant van de boom. Laat eerst de groep dieren die het meest lijkt op de outgroup aftakken. Vervolgens de volgende groep etc.
Slide 22 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak opdracht 48 t/m 56 van basisstof 5, thema 4 (pagina 199)
Slide 23 - Tekstslide
Anatomie en verwantschap
Bij vergelijking van de anatomie van organismen en delen van organismen, wordt onderscheid gemaakt tussen homologe organen en analoge organen.
Homologe organen lijken verschillend, maar hebben dezelfde bouw.
Analoge organen hebben eenzelfde vorm en functie, maar berust niet op verwantschap.