Quiz wisselspanningen & wisselspanningsgenerator 2

Wat is waar over de stroom in een serieschakeling?
A
Er is maar één stroom
B
Overal hetzelfde
C
Bij R1 het grootste
D
Overal verschillend
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
Vak theorieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat is waar over de stroom in een serieschakeling?
A
Er is maar één stroom
B
Overal hetzelfde
C
Bij R1 het grootste
D
Overal verschillend

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar reageert een aardlekschakelaar op?
A
Een te kleine verschilstroom
B
Een kortsluitstroom
C
Een overbelasting
D
Een te grote verschilstroom

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de spanning over de weerstand?
A
11,8V
B
10,2V
C
10,9V
D
9,5V

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beveiligt een aardlekschakelaar tegen kortsluiting?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Elektrische stroom loopt van:
A
+ naar -
B
- naar +

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van groene stroom is
A
sensorkraan
B
zonnepanelen
C
stroom van Essent

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar beveiligt een aardlekschakelaar tegen
A
overbelasting
B
kortsluiting
C
lekstroom
D
overbelasting en kortsluiting

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk getal hoort bij de generator?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet een generator?
A
Het zet elektrische energie om in bewegingsenergie
B
Het zet chemische energie om in elektrische energie
C
Het zet bewegingsenergie om in elektrische energie
D
Het zet statische energie om in bewegingsenergie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke variabele meet je als je spanning op wcd meet?
A
Umax
B
Ugem
C
Ueff
D
u_momenteel

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het vermogen?
A
12 Watt
B
0,3 Watt
C
0,083 Watt
D
3 Watt

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een sinusvormige wisselstroom heeft een maximale waarde van 159 mA. Hoe groot is de gemiddelde waarde?
A
Umax = 43,92 V
B
Imax = 101,28 mA
C
Imax = 31,40 mA
D
Imax = 0,10128 A

Slide 12 - Quizvraag

Igem= IMax x0,637 159x0,637=101,28 mA
Is er een wisselspanning in een dynamo? Leg uit?
A
Nee, de fietsdynamo met spoel en magneet, geeft geen wisselspanning
B
Ja, want door de spoel en magneet wisselt telkens het magnetisch veld en dus van richting + en -
C
Ja, omdat er een spoel en magneet in zit.
D
Ja, want door de magneet wisselt telkens het magnetisch veld en dus van richting + en -

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een sinusvormige wisselspanning heeft een maximale waarde van 100 V.
Hoe groot is de effectieve waarde?
A
71,7 V
B
77,0 V
C
74,7 V
D
70,7 V

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een sinusvormige wisselspanning heeft een effectieve waarde van 141,4V.
Hoe groot is de maximale waarde ?
A
230 V
B
220 V
C
200 V
D
400 V

Slide 15 - Quizvraag

Vmax = wortel2xUeff = 1,414X141,4=200V
De spanning over weerstand 3 is?
A
24 Volt
B
8 Volt
C
6 Volt
D
12 Volt

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke magneten ken je (meerdere antwoorden zijn mogelijk)
A
Staafmagneet
B
Hoefijzermagneet
C
Naaldmagneet
D
Ringmagneet

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke is een permanente magneet?
A
Paperclips.
B
Een elektromagneet
C
De koelkast deur.
D
De magneet op je koelkast.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lopen de veldlijnen in een magneet?
A
Van Noord naar Zuid
B
Van Oost naar West
C
Van Zuid naar Noord
D
Van West naar Oost

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ohmse weestand van 20 is aan gesloten op een AC van 230 V - 50 Hz.
Wat is de opgenomen stroomsterkte?
A
200 mA
B
100 W
C
12,1 A
D
11,5 A

Slide 20 - Quizvraag

I= U/R = 230/20 = 11,5A
Een ohmse weestand van 20 is aan gesloten op een AC van 230 V - 50 Hz.
Wat is het opgenomen elektrisch vermogen ?
A
2.645 W
B
2.423 W
C
2.754 W
D
3 KW

Slide 21 - Quizvraag

P= uxI = 230x11,5 = 2.645 W

Je moet eerst A berekenen
Wat is de afkorting van wisselspanning?
A
CD
B
DC
C
AC
D
CA

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een sinusvormige wisselspanning heeft een gemiddelde waarde van 31,8 V. Hoe groot is de maximale waarde?
A
63,70 V
B
43,92 V
C
31,40 mA
D
70,70 V

Slide 23 - Quizvraag

ugem = umaxx0.637= 43,92
Het magnetisch veld gaat van
A
Noord naar Zuid
B
Zuid naar Noord

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je het magnetisch veld in de spoel?
A
Homogeen
B
Heterogeen
C
Evenwijdig
D
Conservatief

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

je kunt wisselspanning opwekken met....
A
een week ijzeren kern en een spoel
B
met een permanente magneet en een spoel
C
een week ijzeren kern en een permanente magneet
D
geen van de bovenstaande

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De les leuk of niet leuk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies