Organisatie en Kwaliteit 2.5 Les 1

Organisatie en Kwaliteit
Welkom!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Organisatie en Kwaliteit
Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
00-15 uitleg opdracht 11C, planning komende weken
15-30 Leerbehoeften inventariseren en bespreken
30-60 Instructie/verwerking theorie

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 11C 
Stap 1: Lees de opdracht en bekijk het feedbackformulier in tweetallen (5min)
Stap 2: Beschrijf in tweetallen minimaal 2 SMART-leerdoelen om die je wilt  behalen om de opdracht goed te kunnen maken (5min)
Stap 3: We wisselen leerdoelen uit

Slide 3 - Tekstslide

Welke SMART-leerdoelen hebben jullie geformuleerd?

Slide 4 - Open vraag

Planning komende weken
Onderwijsperiode 3, onderwijsperiode 4 = 2x 10 weken

Komende 9 weken:
- instructie theorie + oefenen toepassen
- Formatieve toets in week 10

Daarna 10 weken:
- voorbereiden op gastles 'Kwaliteitszorg'
- Praktijk presenteert een probleem, in groepjes verbetervoorstel maken, dit presenteren
- We sluiten OP 4 af met een peer-assesment waarin je terugkijkt naar jouw toets, het verbetervoorstel, de presentatie en het groepsproces. 


Slide 5 - Tekstslide

Welke vragen heb je over het programma van de komende 2 0 weken?

Slide 6 - Woordweb

Organisatie = werkorganisatie
Werk is verdeeld onder de werknemers

Er zijn afspraken over verschillende taken en bevoegdheden

Er zijn afspraken hoe verantwoordelijkheden zijn verdeeld


Slide 7 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een profit en een non-profit organisatie?

Slide 8 - Open vraag

Een non-profit organisatie heeft een maatschappelijk doel. Hoe komt zo'n instelling aan budget?
A
Cliënten
B
Overheid
C
Gemeente
D
Zorgverzekeraar

Slide 9 - Quizvraag

Waar staat 'WMO' voor?

Slide 10 - Woordweb

Organisatiedoelen
Iedere organisatie heeft andere doelen. Zo heeft de politie-organisatie andere doelen dan een verpleeghuis-organisatie. 

Op basis van de doelen hebben we 3 soorten organisaties:
1. Organisaties die tastbare producten leveren
2. Organisaties die diensten leveren
3. Organisaties die kennis leveren

Slide 11 - Tekstslide

De Hema is een organisatie die;
A
kennis levert
B
diensten verleent
C
producten levert

Slide 12 - Quizvraag

Het ROC is een organisatie die;
A
diensten verleent
B
producten levert
C
kennis levert

Slide 13 - Quizvraag

Een makelaarsbedrijf is een organisatie die;
A
Kennis levert
B
Diensten verleent
C
Producten levert

Slide 14 - Quizvraag

Een dagbesteding is een organisatie die;
A
diensten verleent
B
Kennis levert
C
Producten levert

Slide 15 - Quizvraag

Organisatiedoelen - afdelingsdoelen
Grote organisaties hebben verschillende afdelingen; afdeling personeelszaken (P&O), keuken, huishouding, zorg, technische dienst. 

Elke afdeling heeft subdoelen, afgeleid van organisatiedoelen. 

Slide 16 - Tekstslide

Organisatiedoel Charim
Zorggroep Charim biedt zorg voor lichaam, geest én ziel. Ons zorg- en dienstenaanbod is breed; van welzijnsactiviteiten tot hospicezorg. Zodat er voor ieder mens een passend aanbod is. 
We ondersteunen. Met zorg. Vanuit ons christelijk perspectief hebben we daarbij bijzondere aandacht voor zingevings- en geloofsvragen. We bieden zorg die verder gaat. In het grote aanbod. En in houd, waarbij we de hele mens op het oog hebben. We noemen dat totaalzorg. Zulke zorg gunnen we iedereen. 

Slide 17 - Tekstslide

Welk afdelingsdoel kan de keukenafdeling van Charim hebben?

Slide 18 - Open vraag

Ik ken de afdelingsdoelen van de organisatie waar ik stage loop
A
Zeker weten!
B
Nee, moet dat?
C
Eigenlijk wel belangrijk, maar ik ken ze niet
D
Is niet belangrijk voor de zorg die ik geef

Slide 19 - Quizvraag

Organisatiebeleid
Managment maakt beleid om de organisatiedoelen te bereiken. 
Beleid gaat over; 

- activiteiten
- planning
- middelen

Slide 20 - Tekstslide

Op de PG-afdeling waar jij werkt komen regelmatig valincidenten voor. Wat is er nodig qua activiteiten, planning en middelen (beleid!) om de ouderen zo veilig mogelijk te laten wonen?

Slide 21 - Open vraag