2.4 Kweken van cellen en organen 4H 2122

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 2.4 Kweken van cellen en organen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 2.4 Kweken van cellen en organen

Slide 1 - Tekstslide

Wie heeft 't huiswerk gemaakt?
En wie heeft er vragen?


Slide 2 - Tekstslide

Doel 2.4
Ik kan enkele toepassingen van de biotechnologie herkennen en uitleggen
Ik kan uitleggen wat stamcellen zijn

Inhalen:
Je leert de functie van glucose als bouwstof en reservestof



Slide 3 - Tekstslide

Fotosynthese
In de bladgroenkorrels/ chloroplasten vindt fotosynthese plaats.

koolstofdioxide + water + zonlicht -> glucose + zuurstof
6CO2 + 6H2O + zonlicht -> C6H12O6 + 6O2

Slide 4 - Tekstslide

Glucose als bouwstof
De glucode kan de plant weer gebruiken als bouwstof om alle andere benodigde stoffen te maken:
eiwitten, andere koolhydraten, vetten, DNA.
Omdat die stoffen soms ook andere atomen zoals stikstof (N), fosfor (P) of zwavel (S) bevatten moeten planten deze stoffen binnen krijgen als mineralen uit de bodem (via de wortels).

Slide 5 - Tekstslide

Glucose als reservestof
De plant maakt glucose ook om zelf te verbranden voor alle celprocessen die energie kosten.
Glucose wordt opgeslagen in de vorm van zetmeel = amylose.
Zetmeel is een lange keten van glucosemoleculen aan elkaar. Zetmeel ligt opgeslagen in amyloplasten.

Slide 6 - Tekstslide

Glucose als reservestof

Slide 7 - Tekstslide

Stamcellen
Vanuit één bevruchte eicel
ontstaat een heel mens
met verschillende typen
cellen. Dit gebeurt in stap-
pen. 

Slide 8 - Tekstslide

Stamcellen

Slide 9 - Tekstslide

Weefselstamcellen
Die weefselstamcellen blijven je
hele leven delen en nieuwe
weefselcellen vormen. 
De stamcellen differentieren
niet verder. De gevormde
weefselcellen wel.

Slide 10 - Tekstslide

Biotechnologie
Belangrijk voor:
  • Genezen van ziekten
  • Verbeteren van gewassen

Slide 11 - Tekstslide

Suikerziekte
Kan veroorzaakt zijn door het niet werken van de `eilandjes van Langerhans` in de alvleesklier. Dan kan iemand geen insuline meer aanmaken.
Geen insuline => suiker in het bloed kan niet goed gereguleerd worden, soms heel hoog, soms heel laag.
Oplossing: insuline spuiten of nieuwe alvleesklier

Slide 12 - Tekstslide

Insuline maken
Door een bacterie aan te passen (genetische modificatie) kun je een bacterie maken die insuline produceert.

Slide 13 - Tekstslide

Insuline maken
Bacterien bevatten kleine cirkel-
vormige stukken DNA: plasmides.
Daar kun je een gen in plaatsen
van bijvoorbeeld de mens.
De bacterie gaat dan het eiwit
maken dat door dat gen gecodeerd
wordt. Bijvoorbeeld insuline.

Slide 14 - Tekstslide

Planten
Wat zou een goede toepassing zijn 
voor genetische modificatie van
planten?

Slide 15 - Tekstslide

Nieuwe alvleesklier
Transplantatie van een `vreemde` alvleesklier kan problemen geven met afstoting.

Met weefseltechnologie kunnen artsen de stamcellen van de patient voorzien van een werkend insuline-gen en terugplaatsen. Deze cellen gaan dan werkende alvleeskliercellen maken door te delen.

Slide 16 - Tekstslide

Doel 2.4
Je hebt geleerd wat stamcellen zijn
Je hebt enkele toepassingen van de biotechnologie geleerd

Inhalen:
Je leert de functie van glucose als bouwstof en reservestof



Slide 17 - Tekstslide

Begrippen 2.4
transplantatie, afstoting, stamcellen, biotechnologie, plasmide, genetische modificatie, weefseltechnologie

Inhalen: fotosynthese, mineralen, zetmeel, reservevoedsel, amyloplasten, brandstof


Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode.
Kies een leerweg (default B).
Maak alle opdrachten van 2.4 
(3 t/m 4 en 6 t/m 8)

Maak een samenvatting van de paragraaf.
Aandacht voor de begrippen.

Slide 19 - Tekstslide