MHV1: werkwoordelijk gezegde les 1

werkwoordelijk gezegde
1 / 10
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

werkwoordelijk gezegde

Slide 1 - Woordweb

Werkwoordelijk gezegde:
Je kunt het werkwoordelijk gezegde van een korte zin vinden. 

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde:
Zinnen bestaan uit zinsdelen. Het onderwerp (ow) ken je al. Een ander zinsdeel is het werkwoordelijk gezegde. (wwg)
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden uit de zin: de persoonsvorm en alle andere werkwoorden. 
Soms bestaat het werkwoordelijk gezegde uit alleen de persoonsvorm. 


Slide 3 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?
Vandaag moeten de inwoners van het ingestorte flatgebouw verhuizen.

Slide 4 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Vandaag moeten de inwoners van het ingestorte flatgebouw verhuizen.

Slide 5 - Open vraag

Wat is het wwg van de volgende zin:
Vijftien deelnemers hebben de finish niet gehaald.
A
hebben
B
gehaald
C
hebben niet gehaald
D
hebben gehaald

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het wwg van de volgende zin:
Gisteren heeft een kudde schapen voor chaos gezorgd op de A4.
A
heeft
B
gezorgd
C
heeft voor chaos gezorgd
D
heeft gezorgd

Slide 7 - Quizvraag

Noteer het wwg:
Morgen wordt mijn nieuwe jas door PostNL door mij thuis afgeleverd.

Slide 8 - Open vraag

Noteer pv, ow en wg. (pv = ..., ow = ..., wg = ...)
De zeeverkenners hebben dit jaar weer meegedaan aan de zeilwedstrijden.

Slide 9 - Open vraag

Nu jij:

H3: grammatica - werkwoordelijk gezegd
Maak de startopdracht.
Bekijk de video-uitleg.
Maak opdr 1 - 4

Over 15 minuten bespreken we opdr 1.

Slide 10 - Tekstslide