17.1 + 17.2

H17.1 + 17.2
Deze les: 
- Intro 6V: leerstof, toetsing, planner, dossier. 
- Ecologische begrippen
- Foto- en Chemosynthese
- Energiestroomschema's
- Evolutie in de stad




1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H17.1 + 17.2
Deze les: 
- Intro 6V: leerstof, toetsing, planner, dossier. 
- Ecologische begrippen
- Foto- en Chemosynthese
- Energiestroomschema's
- Evolutie in de stad




Slide 1 - Tekstslide

6V Biologie in het examenjaar
- Zelfverantwoordelijkheid!
- Samenwerken
- T2/I: Puzzelen en kritische vragen stellen
- R/T1: Leer tussendoor voor D-toetsen
- Precies formuleren met bio begrippen
- Gebruik Binas

Slide 2 - Tekstslide

Leerstof 6V
Nieuw in 6V: Ecologie verdieping, DNA en eiwitten en Planten
+ herhalen 4V en 5V
- SE 1: H2, 3, 4.1 t/m 4.3, 5 (4V herh.) + 16.3 (5v herh.)+ H17, 18 
(Ecologie, Cel, Onderzoek en Dissimilatie)
- SE 2: H2, H4, H5, H6, H7, H8 (4V herh.) + H19, 20.1, 21.1 
(DNA, Eiwitten, Evolutie en Erfelijkheid)
- SE 3: H4 (4V herh.) + H9, 10, 11, 12, 13, 16 (5V herh.) + 19, 20, 21
(Bloedsomloop, Uitscheiding, Voeding en vertering, Afweer, Hormonen, Sport, Eiwitten en Planten)

Slide 3 - Tekstslide

Studiewijzer
Lesplanner
Leerdoelen en Dossier
D-toetsen

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
1.  Verschillen tussen fotosynthese en chemosynthese uitleggen en verklaren onder welke omstandigheden beide processen plaats kunnen vinden.

2. Energiestromen in een ecosysteem beschrijven, toelichten welke factoren daarop van invloed zijn en uitleggen wat oorzaken en gevolgen zijn van verstoring → Oefenen met schema’s lezen

6. Ecologische begrippen kunnen gebruiken (17.1 en 17.2)

Slide 5 - Tekstslide

Homo sapiens sapiens en
Homo sapiens neanderthalis
zijn twee verschillende soorten.
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quizvraag

De levende organismen in een bepaald gebied vormen samen een populatie.
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quizvraag

Bij commensalisme hebben beide soorten voordeel van de samenleving.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Soorten met dezelfde habitat leven in hetzelfde gebied.
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Een kievit en een reiger hebben dezelfde habitat.
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quizvraag

Een niche hangt af van abiotische en biotische factoren.
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quizvraag

Een mens is een voorbeeld van een abiotische factor.
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quizvraag

Planten met dezelfde niche zijn elkaars concurrenten.
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quizvraag

In een voedselketen staat de pijl in de richting van een predator.
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quizvraag

Een voedselweb kan met schimmels beginnen.
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quizvraag

Een kreeft die gebruik maakt van een leeg slakkenhuis van een wulk is een voorbeeld van commensalisme.
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quizvraag

Schimmels zijn altijd parasieten.
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quizvraag

Een eekhoorn in een hol van een boom is een voorbeeld van een epifyt.
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quizvraag

Twee hondenrassen hebben dezelfde binaire naam.
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quizvraag

Begrippenspel 17.1
- Denken: Bedenk zoveel mogelijk ecologie begrippen voor Rotterdam en noteer ze onder elkaar op een blaadje
- Delen: De eerste noemt de begrippen, wanneer anderen deze niet hebben is het een punt en anders niet (Discussie over juist begrip voor Rotterdam) Daarna noemt de volgende (met de klok mee) zijn overgebleven begrippen opdezelfde manier. 
- Maak daarna als groep vr 3 en 4 van intro paragraaf


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Chemosynthese
Chemo-autotrofe bacteriën (bijv. zwavel en nitrificerende bacterien) maken gebruik van chemische energie die vrijkomt bij oxidatie van:
Waterstofsulfide (H2S) → zwavel (S), 
Ammonium (NH4+) → Nitriet (NO2-) 
Nitriet (NO2- ) → Nitraat (NO3-). 

Anorganische stoffen worden omgezet in andere anorganische stoffen en vormen daarbij ATP (hier is uiteraard zuurstof voor nodig).

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Primaire productie
- De primaire productie is de hoeveelheid organische stoffen (g/opp/jaar) die producenten maken. 

- Bruto primaire productie (BPP) = De totale hoeveelheid energie die producenten vastleggen in hun organische stoffen (bijv. glucose).
- Netto primaire productie (NPP) = De hoeveelheid energie die producenten vastleggen in hun organische stoffen minus de energie die ze zelf gebruiken (via dissimilatie) voor levensprocessen, dus BPP – dissimilatie = NPP

Deze vastgelegde organische stof van planten is als energie beschikbaar voor de hogere trofische niveau's (consumenten). 


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Bespreken HW 17.1 opdr. 2
Wat is een microklimaat? (blz. 10)
Hoe verschillen de abiotische milieufactoren in de stad?

Vb: drogere bodem door afwatering, vervuilde lucht door uitlaatgassen, opgehoogde zandbodem. 

Slide 28 - Tekstslide

Energiestroomschema (BINAS 93A)

Slide 29 - Tekstslide

Energetisch gezien is de productie van vlees niet efficiënt. Het wereldwijde voedseltekort zou minder groot zijn wanneer iedereen enkel plantaardig voedsel zou eten. Leg uit waarom.

Slide 30 - Open vraag

In de afb. is het energiestroomschema van een herbivoor zoogdier weergegeven. Bij een carnivoor is A/I groter, waarom is dat?

Slide 31 - Open vraag

In de afb. is het energiestroomschema van een herbivoor zoogdier weergegeven. Bij een carnivoor is P/A kleiner, waarom is dat?

Slide 32 - Open vraag

Stel dat we kweekvlees maken uit de cellen van dit dier. Zal de P in het nieuwe energiestroomschema dan groter of kleiner zijn? Waarom?

Slide 33 - Open vraag

Bespreken HW 17.1 opdr. 3

Slide 34 - Tekstslide

17.2 De stad selecteert
Belangrijke begrippen:
Ecosysteem, Tolerantiegrenzen, Abiotische factoren, Habitat, Niche, Biodiversiteit, Genetische diversiteit, Gradientenecosysteem, Adaptatie, Exoot, Fitness, Flessenhalseffect, Genetic Drift, Eilandtheorie, 

Slide 35 - Tekstslide


A

Slide 36 - Quizvraag


A

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Eilandtheorie op de wadden
Welke waddeneiland heeft de grootste biodiversiteit? Waar meer soorten vanuit Den Helder? Verklaar met de eilandtheorie van BINAS 93C

Texel?
Ameland?
Terschelling?

Slide 41 - Tekstslide

Bespreken HW 17.2

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Verbanden
1. Verband tussen ecosysteem en biotoop en microklimaat?
2. Verband tussen niche en populaties en concurrentie?
3. Verschil tussen genen in een populatie door foundereffect en door evolutie
4. Verband tussen anorganische stoffen en producent?

Slide 45 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen §17.3 + §17.4
Invullen begrippenlijst §17.3 + §17.4
Maken verplichte opdr. §17.3
Verwerken leerdoelen 1 t/m 3 in dossier


Slide 46 - Tekstslide