Unit C: Les 2 & 3
1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 9 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Unit C lesson 2 +3 Electrical circuit+Cooling system
Do ex 1 (electrical circuit)
Do the listening ex 2
Do listening ex 3
Do ex 7
Do ex 1 (cooling system)
Do listening ex 2
Do ex 3,4,5,6,8
Check your answers
Wednesday 8th May: Test Technical English unit C
Homework: Study Technical English lessons 1+2+3
Listening ex 2
Listening ex 3
Listening ex 2
Slide 2 - Tekstslide
If sentences
If sentences geven aan wat er gebeurt als er een bepaalde voorwaarde is. De zero conditional wordt gebruikt voor zaken die absoluut gebeuren zoals wetenschappelijke feiten en algemene waarheden. In beide zinnen gebruik je de present simple! De present simple is het hele werkwoord behalve bij he/she/it dan krijg je een -s achter het werkwoord.
VB: If the sun shines(voorwaarde, if sentence), the current flows from the panel (resultaat, main clause).
Als je zegt dat iets niet gebeurd gebruik je don't + hele ww (bij I, you, we, they) + doesn't + hele ww (bij he, she, it)
VB: If the battery is full, the current doesn't flow into the battery
Er komt altijd een komma na de if sentence (voorwaarde) als die als eerste komt. Je kunt namelijk ook de main clause vooraan zetten en dan hoef je geen komma te gebruiken.
Let erop dat je een goede vorm van to be kan gebruiken dus I am, you are, he/she/it is, we/you/they are. Als je "to be" ontkennend moet maken dan zet je "not" achter am, is of are
Slide 3 - Tekstslide
Ontkenningen in de present simple
Bij sommige werkwoorden gebruik je don't of doesn't om een zin ontkennend te maken.
These generators produce electricity. These generators don't produce electricity
The dynamo charges the internal battery The dynamo doesn't charge the internal battery.
Bij de onderwerpen he/she/it gebruik je doesn't! Bij de onderwerpen I,/you,/we/ they gebruik je don't
Na don't en doesn't krijg je het hele werkwoord!
Slide 4 - Tekstslide
Words
battery
batterij
conductor
geleider van electriciteit
fuse
zekering
lamp
lamp
Slide 5 - Tekstslide
Words
negative
negatief
positive
positief
switch
schakelaar
terminal
eindpunt
cables
kabels
controller
controller
solar panel
zonnepaneel
Slide 6 - Tekstslide
Words
bottom hose
onderste slang
top hose
bovenste slang
engine
motor
radiator
radiator
thermostat
thermostaat
water pump
waterpomp
cool
koelen
Slide 7 - Tekstslide
Words
enter
naar binnen
flow
stromen
heat
verhitten
leave
naar buiten/verlaten
rise
stijgen
sink
zinken
around
eromheen
Slide 8 - Tekstslide
Words
into
naar binnen
out of
naar buiten
through
erdoorheen
to
naar
