Inleiding Hoofdstuk 4 Val van Rome Volksverhuizingen

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Opdrachten hoofdstuk 4 
(a. de titel learnbeat = geloof en Geweld ) 
b. Tijdvak; De tijd van Monniken en ridders = (c. periode = vroege middeleeuwen).
1. a.  Leg de titel (a) en afzonderlijke (sub) titels (b en c),uit. deze staan hierboven en gaan alle 3  over hoofdstuk4 Wat houden deze begrippen/titels in... en wat hebben ze met het tijdvak van hoofdstuk 4 te maken. 
b. Van wanneer tot wanneer in jaartallen is de tijd van hoofdstuk 4?
c. Wat is het verschil tussen: een (historische) periode (zoals de vroege middeleeuwen) en 
                                                     een tijdvak (van Monniken en ridders, volgens jou? 

1. Inleiding Opdrachten:;
1. 1. Lees de inleiding; Dit is dia 1. =1.  inleiding ."De Val van Rome" en
                                                 dia 6 = 1. inleiding "Volksverhuizingen", 
bekijk de filmpjes op dia 5 "Einde van het Romeinse rijk" in dia 10 en "De Hunnen" . 
Beantwoordt de vragen in de filmpjes worden gesteld.
Beantwoordt de vragen die in Dia 7, 8 en 11 worden gesteld. Schrijf deze antwoorden op een word document op.
- Doe dit zo; Je opent een map "Geschiedenis" in Word (die heb je al als het goed is van de vorige hoofdstukken) 
- en je maakt in map een nieuwe map aan met de titel  "hoofdstuk 4, de Tijd van Monniken en ridders',.
- Daar sla je de antwoorden van de vragen van dia 7, 8 en 11 op onder de titel  "volksverhuizingen" 


Slide 2 - Tekstslide

1. Inleiding "de Val van Rome"
In 476 na Christus stopt het West Romeinse rijk, als de jonge keizer Romulus Augustus wordt afgezet, door de Germaanse koning Odoaker. (zie bijgevoegd filmpje).
De Invallen van Germaanse en Frankische stammen, in combinatie met de verzwakking van het Romeinse bestuur, zorgen voor de ineenstorting van het Romeinse rijk.
 De beschaving die de Romeinen gedurende 500 jaar in Noord -West Europa brachten verdwijnt grotendeels ook.

Hiervoor in de plaats komt; een wereld vol geweld en (bij)geloof, steden verdwijnen en boerendorpen met een kasteel ontstaan. Handel en wetenschap maken plaats voor landbouw en geloof,, De Christelijke kerk  (= Katholieke kerk o.l.v. de Paus in Rome, is het enige baken van beschaving op de resten van de Romeinse rijk. De middeleeuwen beginnen. ..
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 3 - Tekstslide

1

Slide 4 - Video

01:20
1. opdracht bij inleiding Wat is GEEN oorzaak van het einde van het Romeinse Rijk?
Lees de antwoorden goed en vergelijk die met de tekst uit de inleiding en de inleidende filmpjes..
A
Het christendom verspreidde zich door het Romeinse rijk en ook de Romeinse keizers werden christelijk.
B
Een Machtsoorlog in Rome tussen de keizers, uit de laatste twee eeuwen van het Romeinse rijk
C
Het romeinse leger is te klein geworden om zo'n groot rijk te beschermen.
D
De Volksverhuizingen van Germanen, Hunnen en Franken uit de 5e eeuw na Christus in het Romeinse rijk.

Slide 5 - Quizvraag

1. Inleiding "De Volksverhuizingen"
In de 5e eeuw verzwakt het Romeinse rijk . Woeste Germaanse en Aziatische stammen (de Hunnen) vallen het Rijk binnen en zorgen voor vernietiging en verzwakking van de Romeinse beschaving. Uiteindelijk geven de Romeinen het op, als in de 5e eeuw ook Rome zelf regelmatig wordt geplunderd. 
In 476 n. Chr. Eindigt het West Romeinse rijk. en beginnen de middeleeuwen in Europa. 
Uit de rookwolken van de volksverhuizingen ontstaat een nieuwe beschaving, veel minder ontwikkeld , dan de Romeinen en met nieuwe spelers en volken. 
De Franken zijn na de volksverhuizingen het machtigste vok en brengen het Christendom en Feodalisme in Europa. 
Deze drie zaken; Het Frankische volk, het christendom en het Feodalisme vormen ongeveer 500 jaar de belangrijkste kenmerken van de Europese samenleving en landen.

Slide 6 - Tekstslide


1. Welk volk stichtte na de val van Rome in de tijd van 
'Monniken & Ridders' een groot rijk .
2. hoe heette hun leider?
3. en welk geloof had dit volk omarmd en meegebracht naar West Europa? 
A
De Christelijke Franken o.l.v. (= onder leiding van) hun keizer Karel de grote brachten Christendom mee
B
De Christelijke Oost- Romeinen o.l.v. hun keizer Constantijn de grote brachten beschaving terug.
C
De Heidense Grieken o.l.v. hun generaal Julius Caesar, brachten wetenschap en filosofie mee,
D
De woeste Hunnen en hun koning Attila, brachten het heidense geloof van Wodan en Donar terug.

Slide 7 - Quizvraag

Leg de onderstaande begrippen uit de aantekeningen (1. Inleiding, de Val van Rome en de Volksverhuizingen) zo zorgvuldig mogelijk uit.
Leg de onderstaande 8 begrippen uit de aantekeningen  zo zorgvuldig mogelijk uit.  Gebruik de 
aantekeningen (dia 3 en 6, gebruik de filmpjes, maar gebruik ook Wikipedia, of  andere geschiedenissites op internet.  ( lees 1. Inleiding, de Val van Rome en de Volksverhuizingen)  
a. Het West Romeinse rijk =                                  d. de Franken =                                     g. De Volksverhuizingen =
b. De Christelijke Katholieke kerk =                     e. Het Feodalisme =                            h. de Hunnen = 
c. de Paus  =                                                               f. Beschaving =                        
                                                                           

Slide 8 - Open vraag

1

Slide 9 - Video

01:30
Wat hadden de Hunnen en de volksverhuizingen met elkaar te maken?
Kies het juiste antwoord.
A
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen. Overal waar ze kwamen, werden de volken die daar woonden bang en vluchtten. Omdat veel volken op de vlucht waren, wordt dit de volksverhuizing genoemd.
B
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen en moesten dus steeds verhuizen. De Hunnen waren een volk, en als een volk steeds verhuist, is er dus een volksverhuizing.
C
Niets. Veel volken verhuisden, maar de Hunnen niet.
D
Niets. De Hunnen waren al eeuwen dood toen de Grote Volksverhuizing begon.

Slide 10 - Quizvraag