schoonmaakmiddelen

vandaag
  • vragen vorige week (5 min)

  • theorie schoonmaakmiddelen (5.2) (15 min)

  •   afsluiten (5 min)
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

vandaag
  • vragen vorige week (5 min)

  • theorie schoonmaakmiddelen (5.2) (15 min)

  •   afsluiten (5 min)

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
  • hard en zacht water
  • zuur en base (pH)
  • indicator
  • veiligheidsymbolen (GHS)

Slide 2 - Tekstslide

Wat verwacht je waar te nemen
als olie en azijn worden samengevoegd

Slide 3 - Woordweb

Werking Zeep
Zeepmolecuul: kop (hydrofiel) + staart (hydrofoob)
hydrofiel = houdt van water
hydrofoob = houdt niet van water
Werking zeep
Zeepmolecuul: kop (hydrofiel) + staart (hydrofoob)

hydrofiel = waterminnend
hydrofoob = houdt niet van water

Slide 4 - Tekstslide

Mengen oliedruppels in water
Micel

Slide 5 - Tekstslide

Hoe noem je een stof die ervoor zorgt dat slecht mengbare vloeistoffen toch mengen?

Slide 6 - Open vraag

Hoe wordt een mengsel van twee slecht mengbare vloeistoffen met een emulgator genoemd?

Slide 7 - Open vraag

Is het materiaal van deze regenjas
gemaakt van een hydrofiel materiaal
of van een hydrofoob materiaal
A
Hydrofiel materiaal
B
hydrofoob materiaal

Slide 8 - Quizvraag

Welke stoffen zijn hydrofoob
A
olie
B
vet
C
water
D
alcohol

Slide 9 - Quizvraag

De hardheid van water druk je uit in Duitse Hardheidsgraden (DH)

Hard water
  • water met hoge concentratie opgeloste mineralen (vaak Ca of Mg zouten). 
  • geeft kalkaanslag op verwarmingselementen   


Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
- Lees 5.1
- Maak de opgaven van 5.1 via chemie online

Slide 11 - Tekstslide

Een stof die hydrofiel is:
A
mengt goed met water en azijn
B
mengt goed met water maar niet met azijn
C
mengt goed met water en olie
D
mengt niet goed met water en olie

Slide 12 - Quizvraag

Een zeepmolecuul bestaat uit:
A
Een hydrofiele kop en staart
B
Een hydrofobe kop en staart
C
Een hydrofobe kop en hydrofiele staart
D
Een hydrofiele kop en een hydrofobe staart

Slide 13 - Quizvraag

Hard water (meerdere antwoorden goed):
A
bevat minder opgelost kalk of calcium dan zacht water
B
bevat meer opgelost kalk of calcium dan zacht water
C
verstoort de werking van zeep
D
druk je uit in NH (Nederlandse hardheidsgraad)

Slide 14 - Quizvraag

Zuur

Slide 15 - Woordweb

Zuurgraad
Denk eens aan een zuur matje, of aan de smaak van citroen. Als je hier aan denkt, vertrekt je mond bijna van de smaak. 
Zuur kun je je heel goed voorstellen. 

Slide 16 - Tekstslide

Basisch

Slide 17 - Woordweb

Basisch
Een basische smaak is moeilijk voor te stellen. 
Broccoli is een groente met een basische smaak. 

Maar een simpeler voorbeeld is vaak zeep. 

Slide 18 - Tekstslide

pH: wat meet je?
  • "Zuurgraad" meten we in pH
  • Je kunt de pH van oplossingen meten


  • pH onder de 7: zuur
  • pH boven de 7: basisch
  • Precies pH 7: neutraal

Slide 19 - Tekstslide

pH
- pH geeft de zuurtegraad van een oplsossing aan
- pH schaal van 0 tot 14.

 zuur                                   neutraal                              basisch

Slide 20 - Tekstslide

pH waarden lichaam

Slide 21 - Tekstslide

pH meten:
Met pH papier
Of indicator
pH-meter

Slide 22 - Tekstslide

risico's schoonmaakmiddelen
GHS  symbolen 
(Globally Harmonised System)

H-zinnen (hazard)
  - Gezondheidsgevaren

P-zinnen (precaution)
- Voorzorgsmaatregelen

Slide 23 - Tekstslide

GHS -
symbolen

Slide 24 - Tekstslide

de pH...
A
is hoog in een zure oplossing
B
is hoog in een basische oplossing
C
is <7 in een zure oplossing
D
is >7 bij een zure oplossing

Slide 25 - Quizvraag

Bij het meten van de pH kleurt het universele pH papier blauw.
Welke pH heeft de stof ongeveer?
A
1
B
5
C
7
D
14

Slide 26 - Quizvraag

Gootsteenontstopper is agressiever dan groene zeep (base). De pH van gootsteenontstopper is
A
groter dan groene zeep
B
kleiner dan groene zeep
C
3
D
kun je niet zeggen

Slide 27 - Quizvraag

leerdoelen
  • hard en zacht water
  • zuur en base (pH)
  • indicator
  • veiligheidsymbolen (GHS)

na de vakantie:
  • huiswerk leren en maken 5.2.
  • practicum (thuis en op school)


Slide 28 - Tekstslide

Fijne vakantie

Slide 29 - Tekstslide