Herhalen H1 en H2
1 / 30
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoeveel procent van de Nederlanders leeft onder de armoedegrens?
A
12%
B
4,5%
C
1,8%
D
6,8%
Slide 2 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen welvaart en welzijn
Slide 3 - Open vraag
Wat is het WOZ
Slide 4 - Open vraag
Noem zoveel mogelijk kenmerken van een koopwijk
Slide 5 - Open vraag
Bebouwingsdichtheid betekent...
A
het aantal inwoners per km 2
B
het aantal vrijstaande huizen.
C
het aantal gebouwen per km2
D
het aantal straten in een wijk
Slide 6 - Quizvraag
Hoe is de verdeling van de beroepsbevolking in armere landen?
A
Meeste mensen werken in de secundaire sector
B
Meeste mensen werken in de primaire sector
C
Meeste mensen werken in de tertiaire sector
D
Meeste mensen werken in de formele sector
Slide 7 - Quizvraag
De primaire sector is
A
Landbouw, visserij en mijnbouw
B
Industrie
C
Commerciële dienstverlening
D
Niet-commerciele dienstverlening
Slide 8 - Quizvraag
Wat hoort niet bij de secundaire sector?
A
Bakker.
B
Mijnbouwbedrijf.
C
Bouwvakker.
D
Lasser.
Slide 9 - Quizvraag
De tertiaire sector is..?
A
Industriesector
B
Dienstensector
C
Landbouwsector
D
Sector voor onderwijs
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen de formele- en de informele sector?
Slide 11 - Open vraag
Waarom zou Nigeria WEL de reus van de wereld kunnen worden?
Slide 12 - Open vraag
Waarom zou Nigeria NIET de reus van de wereld kunnen worden?
Slide 13 - Open vraag
Waarom is het lastig om in het noorden te werken in Nigeria?
Slide 14 - Open vraag
Welke 4 basisbehoeften zijn er?
Slide 15 - Open vraag
Over welke levensbehoefte geeft de kaart over analfabetisme informatie?
A
gezondheidszorg
B
onderwijs
C
huisvesting
D
voeding
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het BNP?
A
BNP is het geld dat een land verdient
B
BNP is het geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen
C
BNP is het Bruto Nederlands product
Slide 17 - Quizvraag
Wat is kwalitatieve honger?
A
De hoeveelheid
B
Tekort aan voedingstoffen
C
Teveel aan voedingstoffen
D
Alle 3 hetzelfde
Slide 18 - Quizvraag
3a. Stel, je begint een groentewinkel in een sloppenwijk. Dit kan bijdragen aan het oplossen van
A
kwalitatieve honger
B
kwantitatieve honger
C
zowel kwalitatieve hoger als kwantitatieve honger.
Slide 19 - Quizvraag
Wat hoort er niet bij?
A
Analfabetisme
B
Armoede
C
Onderwijs
D
Levensverwachting
Slide 20 - Quizvraag
Welk item is juist?
A
Hoe hoger de levensverwachting, hoe lager de zuigelingensterfte
B
Hoe hoger de levensverwachting, hoe hoger de zuigelingensterfte
Slide 21 - Quizvraag
Welke ziekten behoren tot de zogenaamde 'welvaartsziektes'?
A
Honger
B
Diarree en uitdroging
C
Hart- en vaatziekten
D
Kanker
Slide 22 - Quizvraag
Voorzieningen
Slide 23 - Woordweb
Welzijn
Welvaart
Hoeveelheid voorzieningen
Huizenprijzen
Criminaliteit in de buurt
Naar school kunnen
Slide 24 - Sleepvraag
De *artsendichtheid in Nigeria is
A
laag
B
hoog
C
gemiddeld
Slide 25 - Quizvraag
Noem een rijke en een arme buurt in jouw omgeving
Slide 26 - Open vraag
Wat vind je positief in jouw woonwijk
Slide 27 - Woordweb
Wat vind je negatief in jouw woonwijk?
Slide 28 - Woordweb
Wat is sanering?
Slide 29 - Open vraag
Met welke maatregelen kan een achterstandsbuurt aangepakt worden?
