V3 Trabitour ed.4 - Kapitel 1.4 Plauderecke Kleidung
1 / 15
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
das Kleid
die Hose
die Jeans
die Jacke
der Pullover
der Rock
die Shorts
das Hemd
die Socken
die Handschuhe
Slide 3 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
mag, spricht en hält op het bord schrijven.
Hij draagt rode schoenen.
A
Er trägst roten Schönen.
B
Er trägt rote Schuhe.
C
Er tragt rode Schühen.
D
Er tragt rote Schühe.
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Zij ziet er goed uit.
A
Sie sieht gut aus.
B
Ihr sieht güt aus.
C
Sie seht güt aus.
D
Ihr seht gut aus.
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Gebe die richtige Form ein.
mögen
Ich _________ diese Kleidung nicht.
mögen
Ich _________ diese Kleidung nicht.
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Gebe die richtige Form ein.
sprechen
Herr Ruijter _____________ immer zu schnell.
sprechen
Herr Ruijter _____________ immer zu schnell.
Slide 12 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Ich kann meine Kleidung beschreiben.
1 = nauwelijks, 5 = volledig
1 = nauwelijks, 5 = volledig
Slide 14 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Ich kann fünf starke Verben konjugieren.
1= 1 stuks
5 = 5 stuks
1= 1 stuks
5 = 5 stuks
Slide 15 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
