H3.1 (les 2) - Exploitatieoverzicht

Vandaag
  • Stukje herhaling van vorige les
  • Theorie H3.1 bespreken
  • Huiswerk H3.1 bespreken 

 



1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Stukje herhaling van vorige les
  • Theorie H3.1 bespreken
  • Huiswerk H3.1 bespreken 

 



Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel deze les
Na deze les:

Weten jullie waaruit alle onderdelen van het exploitatieoverzicht bestaat.
&
 Kunnen jullie het volledige exploitatieoverzicht correct      
       in vullen.

Slide 2 - Tekstslide

Exploitatieoverzicht
  • Wat is dat ook alweer? 
  • En waarom gebruiken bedrijven dat? 
  • En hoe ziet het eerste deel eruit? 

Slide 3 - Tekstslide

Exploitatieoverzicht
Is een overzicht van de opbrengsten en kosten over een bepaalde periode. Die periode kan een maand zijn, een kwartaal, een jaar of langer.

Slide 4 - Tekstslide

Waarom wordt er een exploitatie overzicht gemaakt?



1. om de kosten te bepalen van vorig jaar
2. gebruiken om een budget te bepalen voor volgend jaar
3. om goed te zien wat de kosten zijn en te bepalen wat overbodig en wat juist nodig is. 

Slide 5 - Tekstslide

Brutowinst 

Slide 6 - Tekstslide

Brutowinstmarge en brutowinstopslag

Wat is ook alweer het verschil?
 

Slide 7 - Tekstslide

Brutowinstmarge en brutowinstopslag


 
Het percentage van de brutowinst kan op twee verschillende manieren gegeven zijn, namelijk:
• als percentage van de omzet; je spreekt dan van brutowinstmarge of brutomarge.
• als percentage van de IWO; je spreekt dan van brutowinstopslag.




Slide 8 - Tekstslide

Rekenvoorbeeld

Peter heeft afgelopen maand een omzet behaald van
€ 66.000. Zijn brutowinstmarge is 35%.
Bereken voor Peter de brutowinst en de IWO.


Slide 9 - Tekstslide

Het beste kun je weer met het schema werken. Vul daarin in wat je weet. Daarna kun je de andere bedragen berekenen.





Peter heeft afgelopen maand een omzet behaald van
€ 66.000. Zijn brutowinstmarge is 35%.
Bereken voor Peter de brutowinst en de IWO.



Slide 10 - Tekstslide

Rekenvoorbeeld

Peter heeft afgelopen maand een omzet behaald van
€ 66.000. Zijn brutowinstopslag is 35%.

Bereken voor Peter de brutowinst en de IWO.


Slide 11 - Tekstslide

Het beste kun je weer met het schema werken. Vul daarin in wat je weet. Daarna kun je de andere bedragen berekenen.





Peter heeft afgelopen maand een omzet behaald van
€ 66.000. Zijn brutowinstopslag is 35%.
Bereken voor Peter de brutowinst en de IWO.


Slide 12 - Tekstslide

Bespreken opdrachten 
9, 10, 11 en 12

Slide 13 - Tekstslide

Exploitatiekosten en bedrijfsresultaat

Slide 14 - Tekstslide

Exploitatiekosten en bedrijfsresultaat

Alle kosten die je maakt om je winkel te exploiteren noem je exploitatiekosten (bijv. de kosten voor personeel, energiekosten, huur van een winkel, transportkosten en verzekeringskosten). De exploitatiekosten haal je van de brutowinst af. Daarna houd je het bedrijfsresultaat over.

Als de brutowinst hoger is dan de exploitatiekosten, dan spreek je van nettowinst. Maar als de exploitatiekosten hoger zijn dan de brutowinst, kom je tekort. Je hebt dan nettoverlies.



Slide 15 - Tekstslide

Oefenvraag
Zera heeft een winkel in damesschoenen.
In de maand april heeft zij € 23.400 brutowinst behaald.

De exploitatiekosten bedragen voor Zera in
april € 19.000

Bereken voor Zera het bedrijfsresultaat in de maand april. Is dit een nettowinst of een nettoverlies?



Slide 16 - Tekstslide

De uitkomst is positief. Er is dus sprake van een nettowinst.

Slide 17 - Tekstslide

Gewaardeerde kosten en economisch resultaat

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het ook alweer?
• het gewaardeerd loon
• de gewaardeerde interest






Slide 19 - Tekstslide

Wat is het ook alweer?
Het gewaardeerd loon is een vergoeding voor de geleverde arbeidsprestatie van de ondernemer en zijn niet betaalde meewerkende familieleden.

 De gewaardeerde interest is een vergoeding voor het door de ondernemer in zijn eigen onderneming geïnvesteerde eigen vermogen. Door eigen vermogen in de winkel te investeren, mist de ondernemer immers interest (rente) die hij anders gehad zou hebben als hij het geld op een spaarrekening had gezet.
 


Slide 20 - Tekstslide

Gewaardeerde kosten en economisch resultaat

Het bedrijfsresultaat is een vergoeding voor:
• het gewaardeerd loon
• de gewaardeerde interest
• het ondernemersrisico.

Wat overblijft van het bedrijfsresultaat nadat je er het gewaardeerd loon hebt afgehaald, noem je de opbrengst eigen vermogen of ook wel het rendement eigen vermogen.


Slide 21 - Tekstslide

Gewaardeerde kosten en economisch resultaat

Slide 22 - Tekstslide

Als je van de opbrengst (het rendement) eigen vermogen de gewaardeerde interest afhaalt, dan houd je het economisch resultaat over.
  

Dit economisch resultaat is een vergoeding voor het ondernemersrisico. Je loopt als ondernemer namelijk het risico dat je je geïnvesteerde vermogen geheel of gedeeltelijk kwijtraakt.

Het economisch resultaat noem je ook wel bedrijfseconomische winst.


Slide 23 - Tekstslide

Maken opdrachten
13, 14, 15 en 16

Tussentijdse vragen?! Vraag het! 

Slide 24 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen
Exploitatieoverzicht
&
Exploitatiebegroting  

Slide 25 - Tekstslide

Einde les
Wat hebben we geleerd?

Slide 26 - Tekstslide

Onderstaande leerdoelen bereikt?

Weten jullie waaruit alle onderdelen van het exploitatieoverzicht bestaat.
&
 Kunnen jullie het volledige exploitatieoverzicht correct
       in vullen.

Slide 27 - Tekstslide

Volgende week:

H3.2 theorie en opdrachten bespreken

Huiswerk is aanvullen/verbeteren van hoofdstuk 3.1 en 3.2 
dit zijn de opdrachten 13 t/m 25. 

Slide 28 - Tekstslide