3.7 grammatica

3.7
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.7

Slide 1 - Tekstslide

Hoe vind je
het onderwerp
in de zin?
(Of geef een voorbeeld)

Slide 2 - Woordweb

Het onderwerp
Wie/wat doet iets 
of: wie/wat + pv
Jantje loopt op straat. Jantje doet iets. O = Jantje

Slide 3 - Tekstslide

Hoe vind je het
lijdend voorwerp
in de zin?

Slide 4 - Woordweb

Het lijdend voorwerp
Waar gebeurt iets mee? 
of: 
Wie/wat + pv + O = ...


De jongen knuffelt de hond. 
Wie/wat knuffelt de jongen? De hond. 
LV = de hond (daar gebeurt iets mee)

Slide 5 - Tekstslide

Iets nieuws: 
het meewerkend voorwerp 

De vraag die je stelt is: aan wie of voor wie is iets?

Het meisje geeft haar vader een cadeautje. 

Aan wie geeft ze het cadeautje? Haar vader. MV = haar vader

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het onderwerp in deze zin:
de drukke klas heeft geen zin in de les.

Slide 7 - Open vraag

Wat is in deze zin het lijdend voorwerp:
het konijn bijt het kleine meisje

Slide 8 - Open vraag

Wat is in deze zin het meewerkend voorwerp:
De kinderen geven de docent een reep chocola.

Slide 9 - Open vraag

Aan de slag!
Maken: 
3.7 grammatica 
opdracht 1 (allemaal), 3, 4, 5, 6, 7, 8-1, 8-2


timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide