Werkstuk Voeding en Vertering Fatsecreg

D2ATh2: Voeding en vertering
Werkstuk 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

D2ATh2: Voeding en vertering
Werkstuk 

Slide 1 - Tekstslide



Iedereen maakt een eigen werkstuk.

Het werkstuk heeft 8 hoofdstukken.

Je voegt ook toe:  
- Voorblad (Titel, naam en klas, afbeelding) 
- Automatische inhoudsopgave
- Slotpagina:  Wat je hebt geleerd.
   Hoe het is gegaan (3 tops en 3 tips) over 
   jezelf
- Bijlage met een aantal leesbare screenshots
   vanuit Fatsecret (o.a. totaaloverzicht van 
   elke dag en wat van de rapportages). 


   Hoofdstukken van het werkstuk:

  1. Challenge
  2. Wat er in voedsel zit
  3. De schijf van 5

  4. Suiker
  5. Zetmeel aantonen
  6. Energy drank
  7. Energie en energieverbruik
  8. Koken: Muffin
   Extra: Voedselzandloper  en  Zout
  (Extra doe je als je te laat inlevert)
Werkstuk voeding en vertering

Slide 2 - Tekstslide

Voedingsmiddelen 
Download de app: FatSecret. 
Ga 3 dagen nauwkeurig invullen wat je eet en drinkt op die dagen. Vergeet niets!
Noteer precies de hoeveelheden. 
Orden:
  • Ontbijt
  • Lunch
  • Diner
  • Snack/Andere: Alles wat je tussendoor eet
Let op: Noteer je activiteiten!
                        Dit is de basis van je werkstuk! 




'Gewone dagen: neem geen waarop je weinig hebt gegeten! 
'Weekend-dag': Eet je 'anders', extra? 
Neem 2 'gewone' dagen
waarop je normaal eet en neem 1 'weekend-dag' waarop je 'anders eet'.

Slide 3 - Tekstslide

Aanmelden:
Vul je geslacht, leeftijd, lengte en gewicht in.
Geef aan wat je wilt met je gewicht. 
Je ADH wordt bepaald!

Vul ALLES in:
- wat je eet en drinkt! 
-  juiste hoeveelheden
-  activiteiten 
Tip: Noteer de dag waarop je fatsecret hebt ingevuld in je schrif!

Bekijk bij vandaag het resultaat. Bekijk de rapportages.
Calorieën, macro's en de voedingsstoffen (de laatste zie je hier niet).
Maak leesbarescreenshots!




Let op: 
Je klikt NIET op een knop dat je een betaalde versie wilt!!!

Slide 4 - Tekstslide




Vul ALLES in wat je doet
-  slapen
-  douchen
-  stilstaan
-  fietsen
-  zitten 
-  wandelen  
- etc.

Maak leesbare screenshots!

Hier is voor totaal
15 uur en 26 min
8 uur slapen

34 minuten bleven over
Fatsecret heeft dat op 'rusten' gezet





Voorbeeld!

Slide 5 - Tekstslide

Invullen Fatsecret
Activiteiten
Basisinstelling van Fatsecret: Je slaapt/rust 24 uur.
Dat is natuurlijk niet zo. Daarom ga je je activiteiten invullen.
Voorbeeld: (ter info even hoeveel kcal je verbrandt in een uur)

                                   Naam activiteit         Duur / snelheid      Kcal/uur
douchen                         douchen                        5 min                   137
aankleden  etc             wandelen                      15 min                  137  
eten                                      zitten                          10 min                    96
fietsen  (heen/terug)  fietsen                        45 min                  273
zitten op school             zitten                             ...   
wandelen school      wandelen                         ...
zitten thuis                        zitten                            ...
stilstaan                                                                      ...                           137     
Als je sport              kies jouw sport                   ...        bijv.          546
Liggen op de bank      rusten                             ...                            68
Als je een activiteit + de duur invult, gaat dat van de slaap/rusttijd af. Als je al je activiteiten invult, zie je vanzelf jouw aantal uren slaap/rust.

Alle activiteiten kosten energie. Door te eten en te drinken krijgt je lichaam energie binnen.

Als dat in balans is, blijft je lichaamsgewicht gelijk.

Omdat je in de puberteit groeit (er worden heel wat cellen bijgemaak) kost dat je lichaam ook de nodige energie. 


Klik eens op de afbeelding,
Je ziet dan een voorbeeld.

Fatsecret rekent alles
voor jou uit, erg handig.


Slide 6 - Tekstslide

Hoofdstuk 1: Challenge! Maak een keuze
1 week niet snoepen / chips
 of
1 week geen ranja/vruchtensap/ fris/energy-drank
                ...... maar alleen water / melk / karnemelk


In je werkstuk verwerk je hoe de challenge is gegaan. Wat heb je gevoeld? 
Was je meer/minder moe,  fitter/ actiever, sliep je beter? Kreeg je meer trek of juist minder en hoe was dat na een paar dagen? Iets anders gemerkt?
Als je bijna nooit snoept of chips eet, kies je deze challenge niet.
Als je bijna geen ranja/fris etc. drinkt, kies je deze challenge niet.
Tijdens de challenge vul je  fat-secret NIET in!

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 
Wat er in voedsel zit
Bekijk in de app wat je aan voedingsstoffen en voedingsvezels hebt binnen gekregen. Gebruik de gegevens  en verwerk deze in een tabel. Zie voorbeeld.











Weinig actief: 
Zoveel calorieën heb je ongeveer nodig als je tussen de 9-13 jaar bent:
Jongens: 2.200 --- Meisjes: 2.100
Als je actiever bent, verbrand je meer calorieën......
Bij de conclusie vergelijk je hoeveel calorieën jij per dag hebt binnengekregen. Ook kijk je naar de voedingsstoffen en vezels en naar hoe actief je bent geweest. Wat zijn jouw conclusies? Leg uit!

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdstuk 3
Schijf van 5
Teken een LEGE schijf van 5 op A3.

Noteer al jouw voedingsmiddelen (van de 3 ingevulde dagen)  in de vakken  van de schijf van 5. Kleur de vakken NIET in.

Noteer de voedingsmiddelen die niet in de schijf van 5 horen, naast de schijf van 5 op de voorkant van hetzelfde papier.

Maak een foto van je werk en plaats deze in je werkstuk.
Wat je hebt ingevuld moet leesbaar zijn.

Beoordeel jouw ingevulde schijf van 5:
1. Noteer wat je opvalt.
2. Wat zou je in positieve zin kunnen veranderen?
Verwerk deze gegevens in je werkstuk

www.voedingscentrum.nl
Op A3 papier
Niet in de schijf van 5:

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdstuk 4
Suiker
Kijk in de tabel hoeveel suiker je per dag hebt binnen gekregen.
Reken uit hoeveel klontjes suiker dat zijn per dag.

Trek conclusies. 
Zoek voor een aantal voedingsmiddelen een vergelijkbare vervanger die minder suiker bevat. 
Onderzoek waarom het belangrijk is dat je niet teveel suiker binnenkrijgt, leg uit!


4 gram suiker = 1 suikerklontje

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdstuk 5
Praktijk zetmeel aantonen. Ga naar de aparte LessonUP-les

Neem van thuis mee wat je wel eens eet. Bijvoorbeeld:
- brood, - beschuit - iets wat je tussendoor eet - wat je drinkt

Op school is aanwezig: - aardappel - rijst - spaghetti - melk, - ........


1. In je werkstuk komt een tabel met voedingsmiddelen en de gegevens of die voedingsmiddelen zetmeel 

    bevatten

2. In je werkstuk staat ook de ingevulde tekst: 


De indicator voor zetmeel is ....................... De kleur van een jodiumoplossing is ..................... 

Als een jodiumoplossing in aanraking komt met een voedingsmiddel dat zetmeel bevat, 

kleurt dat deel ......................

Voorbeelden van voedingsmiddelen die zetmeel bevatten zijn: (Noem er 3)

Zetmeel behoort tot de voedingsstof: ..................................... de belangrijkste functie is het leveren 

Het verschil tussen zetmeel en glucose is: ...........................................

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 
Energy-drank 

Onderzoek wat de gevolgen zijn van het drinken van Energy-dranken.

Leg uit wat de gevolgen zijn.

In Nederland is er op dit moment discussie over of deze dranken verboden moeten worden voor kinderen jonger dan 18 jaar.
Leg uit wat jij vindt.

Bedenk een slogan voor de regering.
 
Als je uitleg geeft, 
                      geef een aantal argumenten!

Slide 12 - Tekstslide

Hoofdstuk 7 
Energie en energieverbruik

Bekijk in de app hoeveel calorieën je hebt binnengekregen tijdens deze 3 dagen.

1.  Wat gebeurt er met jouw lichaamsgewicht
     als je hetzelfde aantal caloriën binnenkrijgt en minder gaat 
     bewegen? 


2. Je hebt bekeken hoe jouw energie inname is gedurende de 
      3 dagen. Je weet ook hoeveel jij ongeveer binnen zou 
      moeten krijgen per dag. Als jouw inname aan calorieën 
      niet overeen komt met  wat aanbevolen wordt, wat  / hoe ga
      je dat dan veranderen? Geef een algemeen antwoord maar 
     ook hoe je dat gaat doen met voorbeelden.  

Stel, je weegt 45 kg en je gaat fietsen. Hiermee verbruik je dan ongeveer 
4 kcal (per uur per gewicht) x 45 (je gewicht) = 180 kcal per uur.


Opdracht 2: Als jouw aantal calorieën niet afwijkt, maak je een vervangende opdracht over "leerling A"
Leerling A krijgt gedurende 2 dagen 500 kcal te weinig binnen en tijdens die dagen eet deze leerling veel buiten de schijf van 5. Geen antwoord op vraag 2.

Slide 13 - Tekstslide

              Hoofdstuk 8
              Koken

Maak een foto van je gerecht en beoordeel 'de muffin'. 
Samen vormt dit hoofdstuk 7 van je verslag.

Bereiding
1 Oven op 180 graden
2 Snij de groente en de kaas in kleine blokjes
3 Kluts de eieren los in een kom en voeg peper, zout en 
    kruiden toe.
4 Meng de groente en de kaas door het eimengsel.
5 Vet een muffin tray goed in of gebruik muffin papiertjes  
    Vul de tray met het ei mengsel tot 1 cm onder de rand. 
    Gebruik bijv. een kleine juslepel.
6 Plaats de eimuffins ongeveer 20 minuten in de oven.
7 Als de muffin wat kleur hebben en wat droog aanvoelen, 
    zijn ze klaar.                                                                       

Van de docent hoor je welke ingrediënten aanwezig zijn.
voor 12 stuks
We koken dit op school
We passen de hoeveelheden aan
Werkwijze: zie 2 slides verder!
eet smakelijk!

Slide 14 - Tekstslide

De Muffin: Hoe beoordeel jij die?

Gebruik de kennis die je hebt opgedaan tijdens dit thema en verwerk in je antwoord o.a. 
- de gekozen ingrediënten (qua gezondheid)
- de voedingsstoffen
- de schijf van 5
- de hoeveelheid/aanwezigheid van zout, suiker en vet
- gezonde- of ongezonde vetten?
- ....... (bedenk zelf iets)
En tenslotte:
- hoe de muffin eruit ziet (aantrekkelijk om te eten?)
- hoe de muffin smaakt en wat jij aan het recept zou veranderen zodat de muffin (voor jou) nog 
   lekkerder/ gezonder wordt. 
In het verslag (hoofstuk 8):

 "Beoordeling muffin".

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Ingrediënten voor 6 muffins


Eerst in de lengte richting insnijden.

Als het ingrediënt dik is (courgette) ook eerst nog 
in 'anders' in de lengte richting een paar keer insnijden.

Daarna snijden zodat er 
in 1 x mooie hele kleine stukjes ontstaan.
4 personen: 3 eieren
Op de afbeelding zie je hoeveel je ongeveer nodig hebt van de kaas en de zoete paprika. Neem van de courgette nog wat minder dan op de foto te zien is.
Snijden: leerling nr. 1 (courgette/feta) nr. 2 (paprika/feta). Eventueel nr. 4 helpt.
Ingrediënten:
Maak met je groepje een keuze.

Als jullie voor 'duur' gaat neem je die ingrediënten van thuis mee.

Slide 17 - Tekstslide

Eieren klutsen met de vork
Paprika, peper en wat zout erbij
Gesneden ingrediënten toevoegen en mengen
Leerling nr. 3 maakt het eimengsel met de kruiden klaar en voegt de gesneden voedingsmidelen toe. 

Slide 18 - Tekstslide

De muffinvorm invetten
Leerling nr. 4 vet de muffinvormpjes in. Daarna helpen met het snijden.


Slide 19 - Tekstslide

20 à 25 min. 180 graden
Als de bovenkant droog aanvoelt: KLAAR
Vul de ingevette muffinvorm, gebruik "een sauslepel"
Uit de oven: HEET.....!........                  Uit de vorm..........                      Eet smakelijk!

Slide 20 - Tekstslide

Extra: Voedselzandloper
Teken een LEGE voedselzandloper. Noteer daarin jouw voedingsmiddelen

Klaar? 

     Gebruik de informatie van de schijf van 5 en de
     voedselzandloper. 

     Vind je dat dit een gezond eetpatroon is, leg uit!
     Geef tips om 'nog gezonder te eten'.


Maak een foto van jouw zandloper, noteer wat je vindt van het eetpatroon en noteer de tips om 'nog gezonder' te eten.
Op A3 papier

Slide 21 - Tekstslide

EXTRA: Zout
Natrium - Kalium
Kies 3 voedingsmiddelen.

Onderzoek hoeveel zout die voedingsmiddellen bevatten.
Er bestaat een aanbevolen maximale hoeveelheid zout per 
dag (afh. van je leeftijd).  Vergelijk die hoeveelheid met de hoeveel zout die jij per dag hebt binnengekregen. Trek conclusies. 

Zoek voor een aantal voedingsmiddelen een vergelijkbare vervanger die minder zout bevatten. 

Onderzoek waarom het belangrijk is dat je niet teveel zout binnenkrijgt, leg uit!
In je werkstuk verwerk je de gegevens die in deze opdracht gevraagd worden.

1 gram natrium = 2,5 gram zout
Bij sommige producten is natrium vervangen door Kalium. Die stof verhoogt de bloeddruk niet.

Slide 22 - Tekstslide

Inleveren werkstuk
Hoe/Wanneer? Hoor je van de docent!
- Ik had alles en toen was alles weg
- Ik weet niet waar ik het moest inleveren 
- Ik wist niet hoe ik het moest inleveren
- Ik snapte het niet
- Mijn camera deed het niet goed
- Ik zou geholpen worden maar toen .....


Als je het werkstuk te laat inlevert:
                               1.  Blijf je die dag (en de dagen daarna) tot 16.30 uur op school om het af te maken. 
                                   Dat doe je elke dag totdat je het werkstuk hebt ingeleverd.
                               2. Maak je de Extra opdrachten (voedselpiramide en zout).

Inleveren: 

In Teams bij Opdrachten

- Alles is duidelijk leesbaar!

Tip: 
Lever het verslag 3 dagen eerder in dan de deadline!

Slide 23 - Tekstslide

Inleveren werkstuk
Hoe/Wanneer? Hoor je van de docent!
- de printer deed het niet, de inkt was op
- de buurvrouw zou het doen maar nu heeft ze ....
- was het vandaag? ik dacht over een week?
- ik snapte het niet....
- het ligt op de keukentafel, echt waar....
- ik had het af en nu..... heb ik het niet opgeslagen en is alles weg


Als je het werkstuk te laat inlevert:
                               1.  Blijf je die dag (en de dagen daarna) tot 16.30 uur op school om het af te maken. 
                                   Dat doe je elke dag totdat je het werkstuk hebt ingeleverd.
                               2. Maak je de Extra opdrachten (voedselpiramide en zout).
Inleveren: (geen kleurenprint)

- A4 blaadjes in een dossiermap
- Dubbelzijdig afdrukken
- Hoofstuk volgorde staat vast
- NIET elk blaadje in een plastic
   hoesje
- Alles is duidelijk leesbaar!
Tip: Lever het verslag 3 dagen eerder in dan de deadline!

Slide 24 - Tekstslide