Kenmerkende Aspecten oefenen

Oefenen met Kenmerkende Aspecten
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefenen met Kenmerkende Aspecten

Slide 1 - Tekstslide

Koppel op  volgende slide de juiste benamingen aan de juiste tijdvakken.

Slide 2 - Tekstslide

tijdvak 1
tijdvak 2
tijdvak 3
tijdvak 4
tijdvak 5
tijdvak 6
tijdvak 7
tijdvak 8
tijdvak 9
tijdvak 10
Ontdekkers en hervormers
Steden en staten
Jagers en boeren
Grieken en Romeinen
Wereld- oorlogen
Televisie en computer
Pruiken en revoluties
Monniken en ridders
Regenten en vorsten
Burgers en stoommachines

Slide 3 - Sleepvraag

Nu volgt één open vraag over de Kenmerkende Aspecten.

Slide 4 - Tekstslide

Nu volgen een aantal meerkeuzevragen over de kenmerkende aspecten. Er wordt telkens één kenmerkend aspect genoemd, probeer die aan het juiste tijdvak te koppelen. 

Het overzicht van de tijdvakken dat je hiernaast ziet, is op elk gewenst moment te voorschijn te halen door op de "hotspot" te drukken:


Deze hotspot kun je ook vergroten en weer wegdrukken indien gewenst. 

Slide 5 - Tekstslide

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "Het begin van de Europese overzeese expansie" ?
A
Tijdvak 5 16de eeuw
B
Tijdvak 6 17de eeuw
C
Tijdvak 7 18de eeuw
D
Tijdvak 8 19de eeuw

Slide 6 - Quizvraag

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek" ??
A
Tijdvak 5 16de eeuw
B
Tijdvak 6 17de eeuw
C
Tijdvak 7 18de eeuw
D
Tijdvak 8 19de eeuw

Slide 7 - Quizvraag

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "Rationeel optimisme en verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving" ?
A
Tijdvak 5 16de eeuw
B
Tijdvak 6 17de eeuw
C
Tijdvak 7 18de eeuw
D
Tijdvak 8 19de eeuw

Slide 8 - Quizvraag

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "Rationeel optimisme en verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving" ?
A
Tijdvak 5
B
Tijdvak 6
C
Tijdvak 7
D
Tijdvak 8

Slide 9 - Quizvraag

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect
Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid" ?
A
Tijdvak 5
B
Tijdvak 6
C
Tijdvak 7
D
Tijdvak 8

Slide 10 - Quizvraag

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "Het streven van vorsten naar absolute macht" ?
A
Tijdvak 5
B
Tijdvak 6
C
Tijdvak 7
D
Tijdvak 8

Slide 11 - Quizvraag

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving" ?
A
Tijdvak 5
B
Tijdvak 6
C
Tijdvak 7
D
Tijdvak 8

Slide 12 - Quizvraag

Een gegeven:
Omstreeks 1500 bestudeerde de humanist Erasmus de Bijbel aan de hand van de oorspronkelijke Griekse teksten. Hierdoor ontdekte hij in de gangbare Latijnse vertaling van de Bijbel veel fouten.
Leg uit dat dit gegeven past bij twee kenmerkende aspecten van de zestiende eeuw.

Slide 13 - Open vraag

Bij welk kenmerkend aspect hoort de bron?

Slide 14 - Open vraag

Bij welk kenmerkend aspect hoort de bron?

Slide 15 - Open vraag

Bij welk kenmerkend aspect hoort de bron?

Slide 16 - Open vraag

Bij welk kenmerkend aspect hoort de bron?

Slide 17 - Open vraag

Bij welk kenmerkend aspect hoort de bron?

Slide 18 - Open vraag

Bij welk kenmerkend aspect hoort de bron?

Slide 19 - Open vraag

Bij welk kenmerkend aspect hoort de bron?

Slide 20 - Open vraag

De periode van de vroege middeleeuwen wordt de ''tijd van monniken en ridders'' genoemd.
Geef je commentaar op deze benaming door:
1. Met een kenmerkend aspect van de vroege middeleeuwen duidelijk te maken waarom dit de tijd van ''monniken'' genoemd kan worden.
2. Met een kenmerkend aspect van de vroege middeleeuwen duidelijk maken waarom dit de tijd van ''ridders'' genoemd kan worden.

Slide 21 - Open vraag

Bij welk kenmerkend aspect hoort de bron?

Slide 22 - Open vraag

Gebruik bron 3.
Deze bron past bij een kenmerkend aspect van de vroege middeleeuwen. Noem dit aspect en geef aan hoe dit uit de bron blijkt.

Slide 23 - Open vraag

3. Naast de 'discussies over de sociale kwestie' past deze bron (zie volgende dia voor grotere tekst) ook bij andere kenmerkende aspecten van die tijd. Welke?
A
de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
B
de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen
C
voortschrijdende democratisering
D
de opkomst van emancipatiebewegingen

Slide 24 - Quizvraag

9. Stel: je schrijft een boek over continuïteit en verandering in de zeventiende eeuw. Je behandelt twee kenmerkende aspecten uit deze periode:
− A 'het ontstaan van wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie' en
− B 'de wetenschappelijke revolutie'.
Geef aan of de kenmerkende aspecten wel of niet bij de bron (zie volgende dia) passen.

A
De bron past wel bij kenmerkend aspect A en niet bij kenmerkend aspect B
B
De bron past wel bij kenmerkend aspect A en wel bij kenmerkend aspect B
C
De bron past niet bij kenmerkend aspect A en wel bij kenmerkend aspect B
D
De bron past niet bij kenmerkend aspect A en niet bij kenmerkend aspect B

Slide 25 - Quizvraag

11. In 1874 publiceerde de Maastrichtse priester J.H. Wijnen een brochure waarin hij de sterk toegenomen kinderarbeid in zijn stad veroordeelde. Bij welke twee kenmerkende aspecten van de moderne tijd past de kritiek op kinderarbeid?
A
'de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen'
B
'de moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie'
C
'de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving'
D
'discussie over de sociale kwestie’

Slide 26 - Quizvraag

16. Een schilderij omstreeks 1640-1660 gemaakt door Aelbert Cuyp. Bij dit schilderij geeft het Rijksmuseum de volgende toelichting: Een schilderij van een opperkoopman van de VOC (de Verenigde Oostindische Compagnie) in Hollandse kleding, vermoedelijk Jacob Mathieusen en zijn vrouw. Achter de koopman en zijn vrouw staat een slaaf met een parasol. Dit was in Azië een teken van macht. Op de achtergrond de retourvloot op de rede van Batavia op Java.
WELKE 2 KENMERKENDE ASPECTEN HOREN BIJ DIT SCHILDERIJ?
A
' de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek'
B
'het begin van de Europese overzeese expansie'
C
'het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat'
D
'wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie'

Slide 27 - Quizvraag