le verbe ALLER herhaling + worden van unité 3

TH1
27-03-2025
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

TH1
27-03-2025

Slide 1 - Tekstslide

au programme:
  1. herhaling werkwoord aller
  2. worden van unité 3 herhalen

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf eens op wat het werkwoord ALLER betekent

Slide 3 - Open vraag

Opdracht: Loop door je kamer tijdens dit liedje en zing mee!!!

Slide 4 - Tekstslide

Dit was de opwarmer......
We gaan het een klein beetje moeilijker maken!!!



Slide 5 - Tekstslide

Vul de passende vorm in bij:

Je ...
A
vais
B
vas
C
allez
D
vont

Slide 6 - Quizvraag

Vul de passende vorm in bij:

Nous ...
A
vas
B
va
C
allons
D
vont

Slide 7 - Quizvraag

Vul de passende vorm in bij:

Elles ...
A
vais
B
va
C
allons
D
vont

Slide 8 - Quizvraag

Is ALLER een regelmatig of een onregelmatig werkwoord?
A
regelmatig werkwoord
B
onregelmatig werkwoord

Slide 9 - Quizvraag

Vul de passende vorm in.

Mes copains ... au cinéma.
A
va
B
allez
C
allons
D
vont

Slide 10 - Quizvraag

Welke vorm van ALLER past bij:
Tu ...

Slide 11 - Open vraag

Welke vorm van ALLER past bij:
Vous ...

Slide 12 - Open vraag

Conjugue "aller"
  • Nous
  • Tu
  • Je
  • Vous
  • Elles
  • On
timer
0:02

Slide 13 - Tekstslide

Kun jij het werkwoord ALLER zonder voorbeeld al vervoegen?
Noteer je naam + ja / nee

Slide 14 - Open vraag

Als je de vorige vraag met 'nee' hebt beantwoord...
  • moet je thuis regelmatig goed oefenen.
  • dat mag je ook doen als je de vraag  met 'ja' hebt beantwoord.

Slide 15 - Tekstslide

Vocabulaire traduis:
aujourd'hui
A
morgen
B
nu
C
vandaag
D
gisteren

Slide 16 - Quizvraag

à midi
A
om 12 uur 's middags
B
vandaag
C
's avonds
D
nu

Slide 17 - Quizvraag

je déteste (détester)
A
ik hou van
B
ik heb hekel aan
C
ik ga
D
ik vind ...leuk

Slide 18 - Quizvraag

l'année (v)
A
nu
B
het jaar
C
morgen
D
een jaar

Slide 19 - Quizvraag

presque
A
alles
B
blij
C
bijna
D
wat

Slide 20 - Quizvraag

content(e)
A
blij
B
bijna
C
alles
D
wat

Slide 21 - Quizvraag

pourquoi
A
waarom
B
alles
C
wat
D
nu

Slide 22 - Quizvraag

cet après-midi
A
nu
B
vanavond
C
morgen
D
vanmiddag

Slide 23 - Quizvraag

possible
A
mogelijk
B
vanmiddag
C
onmogelijk
D
vanavond

Slide 24 - Quizvraag

tu veux
A
jij wilt
B
ik ga
C
ik wil
D
jij gaat

Slide 25 - Quizvraag

chouette
A
niet leuk
B
niet mooi
C
mooi
D
leuk

Slide 26 - Quizvraag

maintenant
A
morgen
B
nu
C
vandaag
D
gisteren

Slide 27 - Quizvraag

Bron I leren
Volgende les opdracht 36 maken in word document en mailen naar j.wierstra@pontes.nl

Slide 28 - Tekstslide