WOORDNESCHAT DAG 8 - Technologie - Rose

Nieuwe woorden
Thema 9: Technologie
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nieuwe woorden
Thema 9: Technologie

Slide 1 - Tekstslide

de toekomst
  • wat nog komt; over een week, een jaar
  • tegenstelling: het verleden
  • zin: Misschien kunnen mensen in de toekomst op vakantie naar de maan. 

Slide 2 - Tekstslide

rechtsaf
  • naar rechts gaan
  • rechtsaf <---> linksaf
  • zin: Als u bij het stoplicht rechtsaf gaat, komt u bij de winkels. 

Slide 3 - Tekstslide

de reis
  • je gaat van een plaats naar een andere plaats
  • zin: We maken een reis van Nederland naar Oslo in Noorwegen. 

Slide 4 - Tekstslide

de smartphone
  • een mobiele telefoon met internet, e-mail en nog veel meer.
  • een 'slimme' telefoon (smart is Engels voor slim)
  • zin: Bijna iedereen heeft een smartphone

Slide 5 - Tekstslide

vanaf
  • 1) het begint bij
  • zin: Vanaf het station moet je nog 10 minuten lopen.
  • 2) van boven naar beneden
  • zin: Vanaf het dak van de flat kun je de hele stad zien. 

Slide 6 - Tekstslide

Naar rechts gaan is hetzelfde als.......
A
recht
B
rechtop
C
rechtdoor
D
rechtsaf

Slide 7 - Quizvraag

Maak een zin met het woord : de reis
- gebruik minimaal vier woorden
- denk aan de hoofdletter en punt

Slide 8 - Open vraag

Schrijf met één zin wat jij 'smart' vindt aan jouw smartphone en waarom!

Ik vind...................................................omdat.......................

Slide 9 - Open vraag

De toekomst is.........................
A
het heden
B
niet het verleden
C
de tijd die nog komt
D
het verleden

Slide 10 - Quizvraag

Maak één zin met het woord 'vanaf'.
- Kies 1 betekenis
- minimaal vier woorden
- let op: hoofdletter en punt, volgorde van de woorden, goede vorm van het werkwoord.

Slide 11 - Open vraag