Meer dan lezen oefentoets + Herhaling zinsdelen M1

Leg je deze materialen op tafel?
Ipad
Nederlandse lesboek
een schrift
leesboek
pen/markeerstift 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Leg je deze materialen op tafel?
Ipad
Nederlandse lesboek
een schrift
leesboek
pen/markeerstift 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Toets bespreken

Oefenen: Meer dan Lezen: Oefentoets

Korte pauze

Grammatica: Herhalen zinsdelen

Slide 2 - Tekstslide

Weet je nog?
§2 Stappenplan lezen
Oriënterend, globaal, precies)

§3 Onbekende woorden
(samenstelling, afleiding, woord uit andere taal)

§4 Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Proeftoets
We maken het eerste deel van de toets samen
Maak van de proeftoets opgave 11 t/m 18
§2 Stappenplan lezen blz. 10
§3 Onbekende woorden blz. 14
§4 Tekstverbanden en signaalwoorden blz. 21

Hoe: Je werkt alleen
Nodig: Een (markeer)pen
Klaar? Lees op www.ad.nl het nieuws van vandaag of kijk het journaal terug




timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Even pauze
timer
4:00

Slide 5 - Tekstslide

Zinsdelen
PV
Zinsdelen
Onderwerp
Lijdend Voorwerp

Slide 6 - Tekstslide

Welke twee manieren hebben we geleerd om de persoonsvorm (pv) te vinden?

Slide 7 - Open vraag

De persoonsvorm is altijd een...
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de pv?
Ik leer het meest wanneer ik gewoon oplet in de les.

Slide 9 - Open vraag

Geef de pv in de volgende zin.
Waarom ben jij altijd te laat op school?

Slide 10 - Open vraag

Zinsdelen

- Je kunt een zin in stukjes verdelen. Dit zijn zinsdelen.

- Een zinsdeel kan bestaan uit één woord of uit een groepje woorden.

- Let op! Vóór de pv kan maar één zinsdeel staan!

Slide 11 - Tekstslide

Hussel de zinnen door elkaar.

Veronique heeft het hoogste cijfer van de klas.

Heeft Veronique het hoogste cijfer van de klas?

Van de klas heeft Veronique het hoogste cijfer.

Slide 12 - Tekstslide

Onderwerp (ow)
Maak een vraag van de zin.
Zet wie of wat voor de zin.
Werkwoorden zijn nooit het onderwerp

Slide 13 - Tekstslide

Onderwerp
Wat doe jij als je het niet begrijpt?
PV = doe (= een ww)
Onderwerp = Wie/Wat + PV --> Wie doet?
OW = jij

Slide 14 - Tekstslide

Gezegde (gez)
ALLE werkwoorden in een zin opzoeken
Niet alleen een ww wat er nog meer in staat, maar ALLE.

Slide 15 - Tekstslide

Lijdend voorwerp (lv)
Wat of wie + gezegde + onderwerp?

Mijn buurvrouw koopt bloemen voor mijn moeder.

Slide 16 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
Wij willen een beter cijfer voor Nederlands.

lv=?

Slide 17 - Tekstslide

Zet deze zin 2x in een andere volgorde:
Wij hebben volgende week vakantie.

Slide 18 - Open vraag

Zet streepjes tussen de zinsdelen:
Mijn oma bakt vanavond een biefstuk.

Slide 19 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp?
'Peter heeft gisteren zijn scooterrijbewijs gehaald.'
A
Peter
B
gisteren
C
zijn scooterrijbewijs
D
Er is geen lijdend voorwerp

Slide 20 - Quizvraag

Cursus 5 Grammatica
Maak in je online boek bij cursus 5 de opdrachten bij §2





Hoe: Je mag samenwerken
Nodig: Je Ipad
Klaar? Lees op www.ad.nl het nieuws van vandaag of kijk het journaal terug




timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide