Het verhaal van de dertien IJslandse Kerstmannen

De Yule Lads: IJslandse Kerstfolklore
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

De Yule Lads: IJslandse Kerstfolklore

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je de unieke tradities van de IJslandse Yule Lads beschrijven. Aan het einde van de les kun je het verschil uitleggen tussen de Yule Lads en andere kerstfiguren zoals Sinterklaas. Aan het einde van de les kun je de oorsprong en evolutie van de Yule Lads in de IJslandse folklore benoemen. Aan het einde van de les kun je de karakters van Grýla, Leppalúði en de Yule Cat beschrijven. Aan het einde van de les kun je de namen en karakteristieken van de dertien Yule Lads opnoemen en hun rol binnen de traditie.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de Yule Lads?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Unieke IJslandse traditie van de Yule Lads
Dertien IJslandse kerstfiguren, bezoeken huizen, cadeautjes of rotte aardappelen achterlaten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijking met Sinterklaas
Raakvlakken met Sinterklaas, stamt uit de 17e eeuw.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorsprong en historische ontwikkeling van de Yule Lads
Oorspronkelijk gezien als boemannen, evolutie naar vriendelijker imago.
De eerste vermelding van de Yule Lads is te vinden in het 17e-eeuwse gedicht van Grýla. Grýla was in oudere verhalen als trol verschenen, maar was nog niet eerder in verband gebracht met Kerstmis. Ze wordt beschreven als een afzichtelijk wezen dat de moeder is van de gigantische Yule Lads, een bedreiging voor kinderen.
In het begin varieerden het aantal en de afbeelding van de Yule Lads sterk, afhankelijk van de locatie. Ze werden gebruikt om kinderen bang te maken voor goed gedrag, vergelijkbaar met de boeman. De koning van Denemarken maakte bezwaar tegen het gebruik ervan als tuchtinstrument.[3]
Aan het einde van de 18e eeuw worden er in een gedicht dertien van hen genoemd. Halverwege de 19e eeuw liet auteur Jón Árnason zich inspireren door de gebroeders Grimm en begon hij volksverhalen te verzamelen. Zijn collectie uit 1862 is de eerste vermelding van de namen van de Yule Lads.
In 1932 werd het gedicht "Yule Lads" gepubliceerd als onderdeel van het populaire poëzieboek Christmas is Coming (Jólin koma) van de IJslandse dichter Jóhannes úr Kötlum. Het gedicht was populair en legde vast wat nu wordt beschouwd als de canonieke 13 Yule Lads

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grýla en Leppalúði
Ogress Grýla, luie man Leppalúði, ouders van de Yule Lads.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Yule Cat
Monsterlijke kat die kinderen bedreigt zonder nieuwe kleren.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dertien Yule Lads en hun individuele eigenschappen
Elke Yule Lad heeft een specifieke naam en karakteristiek.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitielijst
Yule Lads: 
Een groep van dertien figuren uit de IJslandse folklore die cadeautjes of rotte aardappelen achterlaten in de schoenen van kinderen rond kersttijd. 

Grýla:
Een ogress uit de IJslandse folklore, moeder van de Yule Lads, bekend om het koken van stoute kinderen. 

Leppalúði: 
De luie echtgenoot van Grýla, vader van de Yule Lads. 

Yule Cat: 
Een monsterlijke kat die kinderen bedreigt die geen nieuwe kleren hebben gekregen voor kerstavond.

Jólasveinar: 
De IJslandse term voor de Yule Lads.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dertien Yule Lads en hun individuele eigenschappen
Stekkjarstaur (Schaapskooi Kluit)
 valt schapen lastig, maar wordt gehinderd door zijn stijve poten. 
Komt aan op 12 december en vertrekt 25 december

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dertien Yule Lads en hun individuele eigenschappen
Giljagaur (Gully Gawk) 
Verbergt zich in geulen, wachtend op een kans om de koeienstal binnen te sluipen en melk te stelen. 
Komt  aan op 13 december en vertrekt op 26 december

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dertien Yule Lads en hun individuele eigenschappen
Stúfur (Stomp)
 Abnormaal kort. Steelt pannen voor het voedsel dat tot op de bodem en de randen gebakken is. 
Komt aan. op 14 december en vertrekt  op 27 december

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dertien Yule Lads en hun individuele eigenschappen
Þvörusleikir( Spoon Licker)
 Steelt houten lepels die worden gebruikt bij het koken. Extreem mager door ondervoeding. 15 december 28 december


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dertien Yule Lads en hun individuele eigenschappen
Pottaskefill (Potschraper)
Steelt potten om de restjes eruit te schrapen. 
Komt aan op 16 december en vertrekt 29 december

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dertien Yule Lads en hun individuele eigenschappen
Askasleikir( Bowl Licker)
 Verbergt zich onder bedden, wachtend op de houten voerbakken die op de vloer staan.
komt aan op  17 december en vertrekt op 30 december 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dertien Yule Lads en hun individuele eigenschappen
Hurðaskellir (Door Slammer)
Houdt ervan om deuren dicht te slaan, vooral 's nachts, waardoor het huishouden wakker wordt. 
Komt  aan op 18 december en vertrekt op 31 december 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dertien Yule Lads en hun individuele eigenschappen
Skyrgámur (Skyr Gobbler)
 Heeft een grote affiniteit met skyr, een regionale yoghurtstijl.
Komt aan op  19 december vertrekt  1 januari

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dertien Yule Lads en hun individuele eigenschappen
Bjúgnakrækir (Worstenveger)
Verbergt zich tussen de dakspanten en grist worstjes die gerookt worden.
Komt aan op  20 december en vertrekt op 2 januari

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dertien Yule Lads en hun individuele eigenschappen
Gluggagægir (Window Peeper)
Een snuffelaar die door ramen kijkt op zoek naar dingen om te stelen. 
Komt aan op 21 december en vertrekt op 3 januari

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dertien Yule Lads en hun individuele eigenschappen
Gáttaþefur( Doorway Sniffer)
Heeft een abnormaal grote neus en een scherp reukvermogen dat hij gebruikt om bladbrood (laufabrauð) te lokaliseren. 
Komt aan op 22 december en vertrekt op4 januari

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dertien Yule Lads en hun individuele eigenschappen

Ketkrókur( Vleeshaak)
 Gebruikt een haak om vlees te stelen. 
Komt aan op 23 december vertrekt op  5 januari 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dertien Yule Lads en hun individuele eigenschappen
Kertasníkir (Candle Beggar)
 Volgt kinderen om hun kostbare kaarsen te stelen, gemaakt van talk en dus eetbaar. 
Komt aan op 24 december en vertrekt op 6 januari 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Nederlandse naam van de yule lad die op 20 december aankomt en op 2 januari vertrekt
A
Potschraper
B
Stomp
C
Vleeshaaak
D
Worstenveger

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de naam van de Yule lad die Verbergt zich in geulen, wachtend op een kans om de koeienstal binnen te sluipen en melk te stelen.
A
Stekkjarstaur
B
Giljagaur
C
Stúfur
D
Pottaskefill

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe De oudste gedichten over Grýla beschrijven haar

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

 Jólakötturinn
Leppalúði 
Grýla

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 28 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 29 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 30 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.