7.3 Ecosystemen

Hoofdstuk 7 Ecologie
7.3    Ecosystemen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7 Ecologie
7.3    Ecosystemen

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Herhaling
Uitleg B3
Huiswerk B3 t/m 21

Slide 2 - Tekstslide

De koolplant scheidt een stofje uit dat sluipwespen aantrekt. Sluipwespen leggen eieren in de rupsen die de koolplant op eten. Van welke typen symbiose is hier sprake?
A
Mutualisme en parasitisme
B
Mutualisme en commensalisme
C
Commensalisme en parasitisme
D
Mutualisme, commensalisme en parasitisme

Slide 3 - Quizvraag

Bekijk deze diagram

In dit ecosysteem lijkt er sprake te zijn van een dynamisch evenwicht tussen een predator en zijn prooi

a. Verklaar de piek van de vossen in het jaar '74. 

b. Verklaar de afname van de konijnen in het jaar '75/'76

c. Leg uit hoe het dynamisch evenwicht van konijnen en vossen met elkaar samenhangt.


Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Ik kan de voedselrelaties en de informatienetwerken in een ecosysteem beschrijven
  2. Ik kan de energiestromen door een ecosysteem beschrijven

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht:
Teken een voedselketen van de volgende organismen:
koolmees- eik- wezel (roofdier) - rups

De havik is een concurrent van de wezel. Voeg deze ook toe.


Slide 6 - Tekstslide

Voedselketen
Een voedselketen geeft de voedselrelaties in een ecosysteem weer. De voedselketen geeft aan hoe een reeks populaties met elkaar verbonden zijn. 

Slide 7 - Tekstslide

Voedselweb
  • In een ecosysteem lopen diverse voedselketens door elkaar
  • De diverse voedselketens vormen dan een voedselweb

  • Planten beschermen zichzelf tegen vraat van insecten d.m.v. signaalstoffen. De signaalstoffen worden opgevangen door de planten in de omgeving die vervolgens gifstoffen produceren tegen de insecten.

Slide 8 - Tekstslide

Energiestromen
  • Elke schakel in een voedselketen heet een trofisch niveau.
  • In het eerste niveau bevinden zich de autotrofen. Zij produceren organische stoffen uit anorganische stoffen d.m.v. fotosynthese.
  • De autotrofen worden daarom de producenten genoemd.
  • De overige trofische niveau's worden consumenten genoemd.

  • Om de positie binnen de voedselketen aan te geven wordt in de trofische niveau's van de consumenten aangegeven in welke orde ze zitten.

  • De 1e groep consumenten worden de consumenten van de 1e orde genoemd. De 2e groep consumenten van de 2e orde etc. 

Slide 9 - Tekstslide

Consument 3e orde
Consument 2e orde
Consument 1e orde
Producenten
Fytoplankton
Kleine vissen
Leguaan
Slang
Toppredator

Slide 10 - Sleepvraag

Energiestromen
  • Opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen wordt assimilatie genoemd.
  • Bij assimilatie wordt energie vastgelegd.
  • De afbraak van grote organische moleculen naar kleine moleculen wordt dissimilatie genoemd. 
  • Bij dissimilatie komt energie vrij. 
  • Producenten kunnen glucose vormen vanuit anorganische stoffen. Dit noemen we koolstofassimilatie. 
  • Bij voortgezette assimilatie wordt van glucose nog grotere organische stoffen gevormd zoals vetten, eiwitten en koolhydraten.
  • Voor voortgezette assimilatie hebben planten en dieren mineralen nodig

Slide 11 - Tekstslide

Waar halen producenten de energie vandaan dat nodig is voor de koolstofassimilatie?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de chemische formule van fotosynthese?
+
+
H2O (water)
CO2 (koolstofdioxide)
C6H12O6 (glucose)
O2 (zuurstof)

Slide 13 - Sleepvraag

Energiestromen

Slide 14 - Tekstslide

Assimilatie
Dissimilatie
Verbranding
Opbouw grote organische stoffen
m.b.v. glucose
Fotosynthese

Slide 15 - Sleepvraag

Maar de cirkel is nog niet compleet...

Slide 16 - Tekstslide

Afvaleters
  • Dode resten van organismen kunnen worden gegeten door afvaleters (detrivoren). 
  • De afvaleters zijn net als alle andere dieren consumenten in de voedselketen.

Slide 17 - Tekstslide

Reducenten
De overgebleven dode resten worden door bacteriën en schimmels (reducenten) afgebroken tot anorganische stoffen (koolstofdioxide, water, mineralen). Dit proces heet mineralisatie. Producenten hebben de mineralen weer nodig voor de assimilatie. Reducenten sluiten dus de kringloop.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
- Voeg de regenworm en bacteriën/schimmels toe aan je voedselweb en teken de juiste pijlen.
- Geef elke schakel de juiste naam van het bijbehorende trofische niveau

Slide 19 - Tekstslide

Kringloop van stoffen

Slide 20 - Tekstslide

Piramiden en energiestromen in ecosystemen
De organismen per trofisch niveau kun je weergeven in een ecologische piramide.

In de afbeelding zie je het aantal organismen en het totale gewicht van alle organische stoffen (Biomassa) per trofisch niveau.

Slide 21 - Tekstslide

Piramide van aantallen
Piramide van biomassa

Slide 22 - Sleepvraag

Energiestroom
  • In een voedselpiramide wordt een deel van de biomassa doorgegeven aan het volgende trofische niveau.
  • Bij iedere stap gaat energie verloren door dissimilatie, afgestorven weefsel en onverteerd weefsel (ontlasting).

Slide 23 - Tekstslide

BINAS 93A1

Slide 24 - Tekstslide

Energiestroomschema (BINAS 93A)

Slide 25 - Tekstslide

Maak opdracht 21

Slide 26 - Tekstslide

Opdrachten maken
7.3     Ecosystemen
Opdracht 14 t/m 21

Leerdoelen:
  1. Ik kan de voedselrelaties en de informatienetwerken in een ecosysteem beschrijven
  2. Ik kan de energiestromen door een ecosysteem beschrijven

Slide 27 - Tekstslide