Uitleg meervoudsvormen Spelling H3, werken aan weektaak, dictee

- Nakijken Spelling H3: 3 en 4
- Uitleg meervoudsvormen (Spelling H3)
- Werken aan weektaak

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

- Nakijken Spelling H3: 3 en 4
- Uitleg meervoudsvormen (Spelling H3)
- Werken aan weektaak

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Spelling H3:

- Je herhaalt de spelling van de Engelse leenwerkwoorden.

- Je oefent met de werkwoordspelling.

- Je kunt het meervoud van de zelfstandig naamwoorden goed spellen.

- Je kunt woroden met de r-klank en p-klank goed spellen.

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken Sp. H3: 3 (blz. 144)

  • 1 bekeurd, gebeld
  • 2 carpoolt, betalen
  • 3 geskateboard, geleerd
  • 4 gebeurt, bent
  • 5 zweert, gezet
  • 6 invult, wordt
  • 7 gehoord, overhoord
  • 8 gesquasht, tennist
  • 9 bezorgd, kreeg
  • 10 beweert, verstuurd


Slide 3 - Tekstslide

Nakijken Sp. H3: 4 (blz. 145)

  • 1 Beklad je nu toch die muur, terwijl je vader het net verbiedt?
  • 2 Als je die trui koopt, betaal ik hem wel.
  • 3 Onthoud je wel dat ik je morgen help bij de verhuizing?
  • 4 De directrice verwoordt niet goed wat ze nu eigenlijk bedoelt.


Slide 4 - Tekstslide

Spelling H3


Meervoudsvormen

Slide 5 - Tekstslide

Spelling H3: meervoudsvormen

1 Sommige woorden op -e hebben twee meervoudsvormen. (groenten - groentes)

2 De -f verandert in een -v en de -s verandert in een -z. (duiven - sluizen)

3 Woorden op -ee krijgen er +ën bij. (ideeën)

4 Woord op -ie krijgen er +ën bij of de laatste -e komt er een trema op. (melodieën - bacteriën)

5 Woorden die eindigen op een open klinker krijgen een 's erbij. (oma's, accu's)

6 Woorden eindigend op -ik, -et of -es (zonder klemtoon) krijgen GEEN medeklinkerverdubbeling. (slimmeriken - lemmeten- dreumesen)

7 Woorden eindigend op -man, worden -mannen, -lui en -lieden. ( zeelui - zeelieden)

8 Latijnse woorden krijgen een Latijnse uitgang. (musea - data - neerlandici)

9 Sommige woorden hebben geen meervoud of zijn er alleen in meervoud. (hersenen- rijst)

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Noem een meervoudsvorm
dat eindigt op een klinker, maar geen
's krijgt.

Slide 8 - Woordweb

Noem een meervoudsvorm
met een Latijnse uitgang.

Slide 9 - Woordweb

Noem een zelfstandig naamwoord dat geen meervoud kent.

Slide 10 - Woordweb

Wat is het meervoud van alinea?
A
alineas
B
alinea's

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het meervoud van cowboy?
A
cowboys
B
cowboy's

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het meervoud van perzik?
A
perziken
B
perzikken

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het meervoud van cadeau?
A
cadeaus
B
cadeau's

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het meervoud van paragraaf?
A
paragraven
B
paragrafen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het meervoud van musicus?
A
musicussen
B
musici

Slide 16 - Quizvraag

Weektaak
Spelling H3: 4 t/m 7 
(blz. 145 - 147)

Laatste 10 minuten: dictee

Slide 17 - Tekstslide

Dictee H3
1 De jongetjes vinden het scheerapparaat van hun vader erg interessant.
2 Het lijkt me leuk om barista van beroep te zijn.
3 Het meisje was erg dapper toen ze aan haar keel geopereerd moest worden.
4 Een kanarie en een papegaai kunnen niet goed samen in één kooi.
5 Het depot ligt aan de parallelweg.

Slide 18 - Tekstslide

Dictee H3
6 De kok was nogal karig geweest met groente, er zat maar één paprika door de saus.
7 Als je epilepsie hebt, haperen je hersenen soms.
8 De soldaat werd een verrader genoemd, toen hij zei dat het wel meeviel met de terreur.
9 Onder de overkapping praatte het stelletje over hun romantische herinneringen.
10 De winkelier opperde een goed idee om de verkoop van paraplu’s te stimuleren.

Slide 19 - Tekstslide