Blok 6, les 1 - zwakke werkwoorden op -den en -ten vt

Schrijf het woord goed:
1 / 13
volgende
Slide 1: Open vraag
SpellingBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Schrijf het woord goed:

Slide 1 - Open vraag

Schrijf het woord goed:

Slide 2 - Open vraag

Schrijf het woord goed:

Slide 3 - Open vraag

Schrijf het woord goed:

Slide 4 - Open vraag

Schrijf het woord goed:

Slide 5 - Open vraag

Zwakke
werkwoorden

Slide 6 - Woordweb

Welk 'ezelsbruggetje' gebruiken we bij de verleden tijd van zwakke werkwoorden?

Slide 7 - Open vraag

Hoe beslis je met welke letter je in
't kofschip x moet kijken?

Slide 8 - Open vraag

Welke letters tellen niet mee?

Slide 9 - Open vraag

Welke twee uitgangen heb je achter zwakke werkwoorden in de verleden tijd?

Slide 10 - Open vraag

Welke uitgang krijg je als de laatste letter in 't kofschip x staat?
A
-te(n)
B
-de(n)

Slide 11 - Quizvraag

Welke uitgangen kun je gebruiken bij meervoud?
A
-te en -de
B
-ten en -den

Slide 12 - Quizvraag

Achter welke vorm schrijf je -te(n) of
-de(n)?
A
hele werkwoord -en
B
ik-vorm
C
jij/hij/zij-vorm
D
wij/jullie/zij-vorm

Slide 13 - Quizvraag