26&27-05-2021 Catullus 72

Vandaag
Bespreken Catullus 72 Hartstocht of genegenheid?

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Bespreken Catullus 72 Hartstocht of genegenheid?

Slide 1 - Tekstslide

Hartstocht of genegenheid? (72)
Dicebas quondam solum te nosse Catullum,
Lesbia, nec pra me velle tenere Iovem.
Dilexi tum te non tantum, ut vulgus amicam,
sed pater ut gnatos diligit et generos.

Slide 2 - Tekstslide

Hartstocht of genegenheid? (72)
Nunc te cognovi: quare etsi impensius uror,
multo mi tamen es vilior et levior.
'Qui potis est?' inquis. Quod amantem iniuria talis
cogit amare magis, sed bene velle minus.

Slide 3 - Tekstslide

Hartstocht of genegenheid? (72)
Benoem de twee delen van dit gedicht.
Welke soorten liefde onderscheidt Catullus in dit gedicht?
De dichter houdt nu meer van Lesbia dan voorheen, maar is minder genegen. Wat zou er hebben kunnen voorvallen?

Slide 4 - Tekstslide

We weten het niet zeker
We hebben geen context bij de gedichten gekregen, en moeten dus (beredeneerd) gokken.
Als we meerdere gedichten bij elkaar nemen, kunnen we wel iets zeggen over wat wij denken dat de thematiek is.

Slide 5 - Tekstslide

Je oordeel nu
Je krijgt van mij een formulier met daarop een 'voortgangsschema'. Na ieder gedicht zullen we vanaf nu in een zin samenvatten hoe wij denken dat de relatie tussen Catullus en Lesbia zit. Dat beeld wordt waarschijnlijk steeds complexer en hopelijk weten we dan uiteindelijk meer :)

Slide 6 - Tekstslide

Dan nu Carpe Diem
Wat zijn je verwachtingen? Zal dit gedicht positief of negatief zijn? En waarom denk je dat? Wat verwacht je dat er in het gedicht zal gebeuren?

Slide 7 - Tekstslide

Carpe diem (5), 1-4
Vivamus, mea Lesbia, atque amemus,
rumoresque senum severiorum
omnes unius aestimemus assis!
Soles occidere et redire possunt:

Slide 8 - Tekstslide

Carpe diem (5), 5-9
nobis cum semel occidit brevis lux,
nox est perpetua una dormienda.
Da mi basia mille, deinde centum,
dein mille altera, dein secunda centum,
deinde usqua altera mille, deinde centum.

Slide 9 - Tekstslide

Carpe diem (5), 10-14
Dein, cum milia multa fecerimus,
conturbabimus illa, ne sciamus,
aut ne quis malus invidere possit,
cum tantum sciat esse basiorum.

Slide 10 - Tekstslide

Enkele vragen
Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten mensen. Noem een of meer regels waaruit dat blijkt.
Waarom haalt Catullus in dit gedicht de zon aan?

Slide 11 - Tekstslide

Je oordeel nu
Geef wederom je visie weer van hoe jij denkt dat de relatie tussen Catullus en Lesbia zit of hoe die verloopt. Waar zit bijvoorbeeld dit gedicht in hun verhaal?

Slide 12 - Tekstslide

Gedicht 10 Onweerstaanbare ogen

Ga nu zelf vertalen of in samenwerking met enkele klasgenoten en mij. Met vragen kun je natuurlijk altijd bij mij terecht.

Slide 13 - Tekstslide

Onweerstaanbare ogen (48)
Mellitos oculos tuos, Iuventi,
si quis me sinat usque basiare,
usque ad milia basiem trecenta,

Slide 14 - Tekstslide

Onweerstaanbare ogen (48)
nec umquam videar satur futurus,
non si densior aridis aristis
sit nostrae seges osculationis.

Slide 15 - Tekstslide