BS 3 bevruchting en BS 4 vruchten en zaden

Wat gaan we doen
Wat weten we nog? Even oefenen
Uitleg BS 3 bevruchting en BS 4 vruchten en zaden
Oefenen
Huiswerk maken

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen
Wat weten we nog? Even oefenen
Uitleg BS 3 bevruchting en BS 4 vruchten en zaden
Oefenen
Huiswerk maken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je moet in een afbeelding van de bloem van de plant de juiste 
namen bij de onderdelen kunnen zetten.

Zet de namen op de juiste plek in de afbeelding.
stempel
stijl
stamper
vruchtbeginsel
stengel
helmdraad
helmknop
kelkblad
kroonblad
meeldraad

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de onderdelen van de bloem mannelijk of vrouwelijk?
Mannelijk
Vrouwelijk
Helmdraad
Stempel
Stijl
Stuifmeelkorrel
Meeldraad
Eicel
Stamper
Helmhokje
Vruchtbeginsel
Zaadbeginsel

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kunnen: Je moet in een afbeelding van de bloem van de plant de juiste 
namen bij de onderdelen kunnen zetten.

Zet de namen op de juiste plek in de afbeelding.
stempel
stijl
zaadbeginsel
vruchtbeginsel

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Thema 6.
Basisstof 3: bevruchting

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
6.3.5 Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt.
6.3.6 Je kunt de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven.


Na de bestuiving moet de kern van een stuifmeelkorrel bij de kern van de eicel in het zaadbeginsel zien te komen. Als ze versmelten, is stap één van de voortplanting geslaagd.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stuifmeelbuis
  • Als het stuifmeel op de stempel van dezelfde soort valt groeit hieruit een buis dit noem je de stuifmeelbuis

  • De stuifmeelbuis groeit door de stijl en vruchtbeginsel naar het zaadbeginsel. 

  • De stuifmeelkorrels hebben een celkern (met DNA). Deze celkern zit aan het topje van de stuifmeelbuis. 


- vruchtbeginsel

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevruchting

Bevruchting = versmelten van een mannelijke geslachtscel met de kern van een vrouwelijke geslachtscel


Na bevruchting:

Celdeling


Eicel --> kiem

Zaadbeginsel --> zaad

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Meerder zaadbeginsels --> meerdere zaadjes

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet in de goede volgorde
-->
Stuifmeelkorrel komt vrij
Bevruchting
Kiem (plant embryo) ontstaat)
Vruchtbeginsel
Bestuiving
Zaad wordt gevormd 
DNA bereikt zaadbeginsel
Stuifmeelbuis groeit

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Wat er gebeurt in een plant vanaf de bestuiving tot en met de vorming van een kiemplantje. Zet in de goede volgorde.
1
2
3
4
5
6
Bevruchting
Stuifmeelbuis
bevruchte eicel
kiem
kiemplantje
Zaad

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
6.3.5 Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt.
6.3.6 Je kunt de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven.


Na de bestuiving moet de kern van een stuifmeelkorrel bij de kern van de eicel in het zaadbeginsel zien te komen. Als ze versmelten, is stap één van de voortplanting geslaagd.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 4: Vruchten en zaden

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
6.4.7 Je kunt de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven.


Na de bevruchting ontstaan in het vruchtbeginsel een of meer zaden. Het vruchtbeginsel is het begin van een vrucht. Vruchten zijn er in alle soorten en maten.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrucht ontstaat
De bevruchte eicel deelt zich tot een kiem en het zaadbeginsel wordt een zaad...

Het vruchtbeginsel wordt een vrucht.
Hierin liggen de zaden.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vrucht
Het vruchtbeginsel wordt groter. Het groeit uit tot een vrucht. De zaden bevinden zich in de vrucht. 

De vrucht van een bonenplant heet een peulvrucht. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zaad en vrucht
Wat is het zaad?
Wat is de vrucht?

Zaad
1
Vrucht
2

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrucht
Uit een vruchtbeginsel ontstaat een vrucht

Slide 20 - Tekstslide

blz 118

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende vruchten
Vruchtvlees = zacht (soms eetbaar) deel van de vrucht
Ontstaat uit het vruchtbeginsel of de bloembodem
  • Appel → vruchtvlees uit bloembodem
  • Sinaasappel en banaan → vruchtvlees uit vruchtbeginsel

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vruchten met vruchtvlees

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eetbare zaden
  • Vruchtvlees van veel vruchten is eetbaar
  • Ook veel zaden worden gegeten
  • Zaad bevat reservevoedsel voor kiemplantje
  • Mensen en dieren gebruiken dit reservevoedsel als voeding

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Bs 3: 6.3.5 Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt.
6.3.6 Je kunt de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven.

Bs 4: 6.4.7 Je kunt de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten maken!
timer
6:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies