3/4 VMBO-T 5.4 Wonen in de grote stad

4 Wonen in de grote stad

Aan het einde van de les kun je…
  • Aangeven wat leefbaarheid en een goede ruimtelijke kwaliteit met elkaar te maken hebben
  • Uitleggen waarom sommige wijken aantrekkelijker zijn om in te wonen dan andere wijken
  • Aangeven hoe wijken van elkaar kunnen verschillen
  • Uitleggen wat het verschil is tussen integratie en segregatie

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4 Wonen in de grote stad

Aan het einde van de les kun je…
  • Aangeven wat leefbaarheid en een goede ruimtelijke kwaliteit met elkaar te maken hebben
  • Uitleggen waarom sommige wijken aantrekkelijker zijn om in te wonen dan andere wijken
  • Aangeven hoe wijken van elkaar kunnen verschillen
  • Uitleggen wat het verschil is tussen integratie en segregatie

Slide 1 - Tekstslide

Waarom zou jij in een grote stad willen wonen?

Slide 2 - Woordweb

Aantrekkelijkheid van woonwijken
Als een woonwijk fijn is om in te wonen, is de leefbaarheid goed
Def.: Geschiktheid om ergens te wonen

De ruimtelijke kwaliteit (kwaliteit van de woonomgeving) is dan vaak goed
  ...maar soms is dit niet het geval

Slide 3 - Tekstslide

Gevolgen van het verhuizen
Groeiregio’s:
  • Veel werkgelegenheid
  • Veel bedrijven
  • Veel voorzieningen

Krimpregio’s:

  • Vergrijzing en ontgroening
  • Veel leegstand van huizen
  • Verlies van voorzieningen


Slide 4 - Tekstslide

Kenmerken
aantrekkelijke wijk
  • Veiligheid
  • Veel sociale contacten: elkaar helpen als dat nodig is (en natuurlijk voor de gezelligheid)
  • Sociale controle: als je weet dat er op je gelet wordt, gedraag je je beter
  • Participatie: dingen samen doen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Verschillen tussen wijken
  • Sociale verhoudingen
       Def.: De manier waarop mensen met elkaar omgaan
  • Sociale ongelijkheid 
      Als er weinig sociale ongelijkheid is, zijn de sociale verhoudingen vaak beter
  • Infrastructuur
       Def.: Alle voorzieningen die nodig zijn voor vervoer (wegen, bruggen, havens, enz.)
  • Bereikbaarheid

Slide 7 - Tekstslide

Samen of apart?
Integratie of segregratie

Slide 8 - Tekstslide

Eens kijken of jullie het hebben begrepen......

Slide 9 - Tekstslide

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 10 - Quizvraag

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 11 - Quizvraag

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 12 - Quizvraag

Welk begrip past hierbij?
A
Ruimtelijke kwaliteit
B
Sociale controle
C
Infrastructuur
D
Segregratie

Slide 13 - Quizvraag

Welk begrip past hierbij?
A
Ruimtelijke kwaliteit
B
Sociale controle
C
Infrastructuur
D
Segregratie

Slide 14 - Quizvraag

Noem 2 dingen die je nog lastig vindt van deze les

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag!
Maken opdrachten:
Allen: 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8 
TL:  + 9          
Klaar!
  • Zoek een filmpje op over dit onderwerp
  • Wat zit er achter de punaise?
  • Nakijken!

Slide 16 - Tekstslide