4havo français

4havo français
Ce cours, on va:
- parler des vacances
- récapituler chapitre 5
- traiter grammaire B
- regarder/traiter le test chapitre 4
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

4havo français
Ce cours, on va:
- parler des vacances
- récapituler chapitre 5
- traiter grammaire B
- regarder/traiter le test chapitre 4

Slide 1 - Tekstslide

Qu'as-tu fait pendant les vacances?

Slide 2 - Open vraag

Wat hebben we tot dusver behandeld in hoofdstuk 5? Noem 3 dingen

Slide 3 - Open vraag

L'objectif de grammaire B 
Doel is om de onregelmatige ww faire en mettre te vervoegen in de verschillende tijden
Waarom: zodat je straks een goede zin kunt maken die betrekking heeft op sporten.

Slide 4 - Tekstslide

Exercice
Schrijf een zin op waarin het werkwoord faire of mettre zit in de présent en zorg ervoor dat de zin te maken heeft met het onderwerp ‘sport’

Slide 5 - Tekstslide

Les phrases
à traiter

Slide 6 - Tekstslide

Grammaire B
Kijk naar de grammatica in het boek . Welke tijden zijn er verder?  Hoe vertaal je deze?  Hoe maak je ze? *

Slide 7 - Tekstslide

Imparfait
 De imparfait wordt gevormd door de -ons uitgang van de nous-vorm in de tegenwoordige tijd weg te laten en de volgende uitgangen toe te voegen: -ais, -ais, -ait, -ions, -iez, -aient. Bijvoorbeeld: parler → nous parlons → je parlais, tu parlais, etc.
InfoNu Educatie en School
+1



Slide 8 - Tekstslide

Futur (zullen)
Om de futur simple in het Frans te vormen, volg je deze stappen:
Neem de infinitief van het werkwoord als stam.
Voeg de uitgangen van de futur simple toe: -ai, -as, -a, ons, ez, ont. --> Ik zal praten: je parler-ai

Slide 9 - Tekstslide

Conditionnel (zouden)
Le conditionnel = zou (den) + hele werkwoord, en wordt net als de Futur Simple (zullen + hele werkwoord) gevormd met het hele werkwoord + uitgang. CONDITIONNEL ► Ik zou geven = Je donner -ais.

Slide 10 - Tekstslide

Exercice
Pak je beginzin en schrijf eronder een nieuwe zin met een imparfait/ passé composé/ futur of conditionnel.
Dus je verandert alleen het werkwoord

Slide 11 - Tekstslide

Au travail
Faire 24a et 24c

Devoirs: faire 24d

Slide 12 - Tekstslide

Le test
traiter

Slide 13 - Tekstslide