Nectar H3.3 Horen

Waarnemen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Waarnemen

Slide 1 - Tekstslide

Het Oor
  1. Oorschelp
  2. Oorsmeerkliertjes
  3. Gehoorgang
  4. Trommelvlies
  5. Gehoorbeentjes
  6. Trommelholte
  7. Slakkenhuis
  8. Gehoorzenuw

Slide 2 - Tekstslide

Het Oor
  1. Oorschelp                   -> Vangt de geluidtrillingen op
  2. Oorsmeerkliertjes   -> Maken oorsmeer om het trommelvlies soepel te houden
  3. Gehoorgang               -> De opgevangen geluidstrillingen komen hierdoorheen
  4. Trommelvlies             -> Dun ‘vel’ dat gaat trillen door de geluidstrillingen
  5. Gehoorbeentjes       -> Drie botjes (hamer, aambeeld en stijgbeugel) die de trillingen van het                                                    trommelvlies doorgeven aan het slakkenhuis
  6. Trommelholte            -> Holte achter het trommelvlies waarin de gehoorbeentjes liggen
  7. Slakkenhuis                -> Het gehoorzintuig; gevuld met vloeistof dat gaat trillen en                                                                          zintuigcellen die van de trilling een impuls maken
  8. Gehoorzenuw            -> Zenuw die de impulsen doorgeeft aan de hersensen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Geluid is trillende lucht.
De weg :
Oorschelp -> 
Gehoorgang -> 
Trommelvlies -> Gehoorbeentjes -> 
Slakkenhuis

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Video

Aan het werk
maak vr 1 tm 4 van par. 3.3
timer
7:00

Slide 8 - Tekstslide

Geluiden
Met je gehoorzintuig neem je geluiden waar. Geluiden zijn trillingen van de lucht. 
Snelle trilling = hoog geluid, langzame trilling = laag geluid.
Grote uitslag = hard geluid, kleine uitslag = zacht geluid

Slide 9 - Tekstslide

Welke geluiden kun je horen?
Toonhoogte: 
Aantal trillingen per seconden
  • Hertz (Hz) = 1 trilling per seconde


Geluidsvolume:
Hoe hard een geluid is
  • Wordt gemeten in decibel (dB)

Slide 10 - Tekstslide

Welke geluiden kun je horen?

  • Gehoorbereik = Tonen die je kunt horen
    gebied tussen beide gehoorgrenzen
  • onderste gehoorgrens
    Laagste hoorbare toon = 20 Hertz 

   

  •  bovenste gehoorgrens
    hoogste toon van 20.000 Hertz

      


Slide 11 - Tekstslide

  • Mensen horen tussen de 20 en 20000 Hertz.
  • Het gehoorbereik verschil per diersoort.
  • Als je ouder wordt slijten de haartjes van de zintuigcellen.       Je hoort geen hoge tonen meer. 

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
maak par. 3.3 tm vr 10

Slide 13 - Tekstslide

Herhaling

Slide 14 - Tekstslide

Geluiden
Met je gehoorzintuig neem je geluiden waar. Geluiden zijn trillingen van de lucht. 
Snelle trilling = hoog geluid, langzame trilling = laag geluid.
Grote uitslag = hard geluid, kleine uitslag = zacht geluid

Slide 15 - Tekstslide

Welke geluiden kun je horen?
Toonhoogte: 
Aantal trillingen per seconden
  • Hertz (Hz) = 1 trilling per seconde


Geluidsvolume:
Hoe hard een geluid is
  • Wordt gemeten in decibel (dB)

Slide 16 - Tekstslide

Welke geluiden kun je horen?

  • Gehoorbereik = Tonen die je kunt horen
    gebied tussen beide gehoorgrenzen
  • onderste gehoorgrens
    Laagste hoorbare toon = 20 Hertz 

   

  •  bovenste gehoorgrens
    hoogste toon van 20.000 Hertz

      


Slide 17 - Tekstslide

  • Mensen horen tussen de 20 en 20000 Hertz.
  • Het gehoorbereik verschil per diersoort.
  • Als je ouder wordt slijten de haartjes van de zintuigcellen.       Je hoort geen hoge tonen meer. 

Slide 18 - Tekstslide

In het slakkenhuis zetten de zintuigcellen de trillingen om in impulsen.

Impulsen gaan via de gehoorzenuw naar de hersenen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video


  • Bij slikken of gapen, gaat via de buis van Eustachius lucht  van de trommelholte  naar de keelholte of andersom.

Slide 22 - Tekstslide

Je trommelvlies trilt goed als de lucht in de gehoorgang even hard drukt als de lucht in de trommelholte.

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de juiste weg die de geluidstrillingen in je oor volgen?
A
trommelholte gehoorbeentjes slakkenhuis
B
trommelholte slakkenhuis gehoorbeentjes
C
trommelvlies slakkenhuis gehoorbeentjes
D
trommelvlies gehoorbeentjes slakkenhuis

Slide 24 - Quizvraag

In de buis van Eustachius kan zich bij verkoudheid slijm ophopen dat zich verplaatst naar het gehoororgaan. In welk deel van het gehoororgaan komt het slijm dan het eerst terecht?

Slide 25 - Open vraag

Gehoorzenuw
slakkenhuis
gehoorbeentjes
evenwichts orgaan
trommelvlies
buis van Eustachius
oorschelp
gehoorgang

Slide 26 - Sleepvraag

Huiswerk
maak par. 3.3 af, tm vr 19

Slide 27 - Tekstslide