Kwaliteit les 2 Zorgsystemen

Les 2 kwaliteit (zorgsystemen)
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 2 kwaliteit (zorgsystemen)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Jij:
  • kan uitleggen wat onder een zorgsysteem wordt verstaan.
  • kan de 4 aandachtsgebieden van een zorgsysteem benoemen en kort toelichten.
  • kan voor elk aandachtsgebied praktijkvoorbeelden van zijn eigen werkplek geven.
  • Kan toelichten wat er van je verwacht wordt op het gebied van omgang met zorgsystemen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kwaliteit?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteit
  • Organoleptisch
  • Samenstelling van het product
  • Inhoud van de verpakking
  • Houdbaarheid van het product
  • De verpakking 
  • De prijs

Slide 5 - Tekstslide

De mate waaraan een product voldoet aan de wensen van de klant en is vastgelegd in een product specificatie.
Kwaliteit is heel persoonlijk.

Als je als consument een product koopt verwacht je dat het product goed smaakt, dat het er goed uitziet en dat er ook in zit wat op de verpakking staat. Dat is kwaliteit: een product met de kenmerken waar de consument om vraagt. Kwaliteit begint namelijk niet bij wat de fabrikant belangrijk vindt, maar bij wat de klant belangrijk vindt. En wat de consument precies verwacht van een voedingsmiddel hangt af van het soort voedingsmiddel en van de consument zelf.

De mate waaraan een product voldoet aan de wensen van de klant en is vastgelegd in een product specificatie.
Kwaliteit is heel persoonlijk.

 Ondanks de verschillen tussen consumenten is het mogelijk een aantal algemene productkenmerken te noemen die de doorsnee-consument bij elk voedingsmiddel belangrijk vindt:


• Organoleptische kenmerken die de klant met zijn zintuigen kan waarnemen. Denk aan smaak, geur, kleur, consistentie en homogeniteit.
• Kenmerken die te maken hebben met de samenstelling van het product, zoals het gehalte aan koolhydraten, eiwitten en vetten, het gehalte aan vitamines en het gehalte aan stoffen die voor dieetpatiënten belangrijk zijn (bijvoorbeeld suiker en natrium).
• De inhoud van de verpakking: het gewicht, het volume of het aantal.
• Het uiterlijk van de verpakking: vorm en afmeting, stevigheid, productinformatie
(Wat voor product is het precies? Welke ingrediënten zitten erin?), hoeveelheidsaanduiding (bijvoorbeeld 250 gram), informatie over de fabrikant (naam, telefoonnummer) en gebruiksaanwijzing.
• De houdbaarheid van het product.

Het bedrijf is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het product en voor de distributie (transport en opslag). Een goede kwaliteit betekent vooral ook een constante kwaliteit. Smaak, geur en kleur moeten steeds hetzelfde zijn. Een verandering wordt door de klant vaak als een achteruitgang in kwaliteit ervaren. Een goede, constante kwaliteit van een product kun je alleen bereiken als elke afdeling binnen het bedrijf een optimaal product aflevert
Welke groepen "klanten" zijn er van een product?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Klanten
  • De consument
  • De warenwet
  • Vervoerders en afnemers
  • Medewerkers in de fabriek "interne klant"" 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorgsystemen
Afspraken over:
  • Productkwaliteit
  • Voedselveiligheid
  • ARBO (werkkwaliteit)
  • Bescherming van het milieu  (milieukwaliteit)

Slide 8 - Tekstslide

Zorgsysteem = Alle gemaakte en vastgelegde afspraken om een optimale kwaliteit te kunnen leveren.



Een bedrijf moet producten leveren van goede kwaliteit die voldoen aan de eisen van de voedselveiligheid. Ook moet een bedrijf ervoor zorgen dat er veilig en prettig gewerkt kan worden. Tot slot moet het productieproces het milieu zoveel mogelijk sparen. Deze doelen probeer je te bereiken met zorgsystemen. De kern van de zorgsystemen is bij elk bedrijf hetzelfde: bedrijfsprocessen worden zo georganiseerd dat voedselveiligheid, productkwaliteit, arbeidsomstandigheden en milieu bijna automatisch gewaarborgd zijn. Je probeert dus het productieproces volledig te beheersen (procesbeheersing).

Als je op je werk geen schade oploopt (lichamelijk, mentaal en gezondheid)

Productveiligheid
  • De consument kan op geen enkele wijze schade oplopen bij of na het gebruik van het product
Productkwaliteit
  • De mate waarin het product aan de klanteneisen voldoet.
Werkkwaliteit
  • Je loopt op je werk geen schade op (veiligheid, gezondheid en welzijn)
Milieukwaliteit
  • Voldoen aan de eisen die het bedrijf stelt aan bv materiaal en energieverspilling. (ook eisen vanuit de overheid/provincie of vanuit de consument)

Slide 9 - Tekstslide

Productkwaliteit:
De kwaliteit van een product wordt gemaakt door alle afdelingen van het bedrijf gezamenlijk;
Productie: maakt gebruik van afspraken
Externe klanten kunnen de kwaliteit aflezen op een eindproductspecificatie.

Veiligheid:
Geen kans loop op directe lichamelijke schade
Gezondheid:
Geen kans loopt op ziekte, lichamelijke schade langere termijn
Welzijn:
Toestand waarin jij je prettig voelt en geen kans loopt op mentale schade



vragen waar de eisen die ze hebben opgeschreven onder vallen en onder welke klant de eis valt (meeste zal productkwaliteit en consument zijn)
Welke afspraken uit een zorgsysteem zie jij terug op de werkplek?

Slide 10 - Woordweb

Werkvoorschriften, registratieformulieren, normbladen, productspecificaties, 
Bedenk voor elk aandachtsgebied een voorbeeld die je terugziet binnen Friesland Campina.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Interne afspraken:
  • Registratielijsten: belang, aantoonbaarheid, productaansprakelijkheid
  • Werkinstructies
  • Planningen
  • Normbladen

Externe afspraken:
  • Verpakkingsafspraken
  • Eindproductspecificaties


Wat merk jij van zorgsystemen?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorgsystemen
De afspraken staan opgeschreven in een handboek.
  •  Voedselveiligheid
 → HACCP handboek / BRC / IFS/  FSSC22000
  •  Productkwaliteit, werkkwaliteit, milieukwaliteit
 → Kwaliteitshandboek (KAM*) / ISO
* KAM = Kwaliteit / ARBO / Milieu
SHEQ = Safety Health Environment Quality

Slide 13 - Tekstslide

British retail consortium, international food(safety) standard. (allen zijn GFSI erkend)

Vraag of ze 1 of meerdere handboeken hebben? KAM manager en kwaliteitsmanager, en vragen welke standaarden ze voor gecertificeerd zijn.


Bij jullie waarschijnlijk de ESH Environment, safety and health (arbo en milieu)
Welke overeenkomsten zijn er tussen de 4 zorgsystemen denk je?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Overeenkomsten
  • Doelgerichtheid
  • Organisatie
  • Aanpak
  • Doorlopende verbetering 

Slide 15 - Tekstslide

doelgerichtheid : er worden in het bedrijf afspraken gemaakt wat er precies bereikt moet worden en daar streeft iedereen naar.
organisatie: er worden duidelijke afspraken gemaakt wie waarvoor verantwoordelijk is en wie wat mag beslissen.
Aanpak : de echte zorg vindt plaats op de werkvloer. Daar worden de gevaren op een rij gezet en de risico’s ingeschat. Aan de hand van de risico-inschatting worden maatregelen genomen en afspraken gemaakt.
doorlopende verbetering: als het goed is, ben je nooit tevreden in een bedrijf. ‘Goed kan altijd beter’. Je streeft dus altijd naar verdergaande kwaliteitsverbetering

Voedselveiligheidnormen
  • BRC
  • IFS
  • FSSC 22000
  • GMP+ 

Slide 16 - Tekstslide

British retail consortium, 
international food(safety) standard (frankrijk en duitsland). (allen zijn GFSI erkend)

GMP+= voor diervoerder (afval van jullie) Good manufacturing practice

allen moeten voldoen aan de GFSI (global food safety initiave) ze bevatten allen de HACCP principes, hier kan je sinds 2020 niet meer voor certificeren 

Bij alle normen is een HACCP- methode belangrijk. 
Productkwaliteit
  1. Voldoen aan de verwachtingen van de klant, waarbij de prijs een grote rol speelt (= veel meer dan specificaties)
  2. Intern voor operator: Voldoen aan de instellingen, normen etc.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er in een specificatie?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Specificatie
  • Vastleggen van de kwaliteit
  •  Lijst met kwaliteitseisen = product kenmerken
  • Warenwettelijke eisen
  • Soms extra toevoegingen afspraken klant

Slide 19 - Tekstslide

Alle productspecifieke wettelijke eisen en informatie zijn opgenomen in specificaties. Ook is het mogelijk dat er specifieke afspraken tussen afnemer en leverancier in deze specificaties zijn opgenomen. Om te weten aan welke eisen een product of de grondstof voldoet dienen de specificaties altijd up-to-date te zijn
Waarom worden er specificaties gemaakt?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een specificatie, waarom?
  • Afspraken met afnemers
  • Productie en inkoop
  • Eindcontrole van het product
  • Productkwaliteit 

Slide 21 - Tekstslide

productkwaliteit: de mate waarin het product voldoet aan de eisen van de klanten, zoals vastgelegd in de specificatie
Eindproductspecificaties

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel een product valt tijdens het keuren/testen buiten de specificatie, wat wordt er dan mee gedaan?

Slide 23 - Open vraag

Vaak worden de producten geblokkeerd en wordt er een herkeuring uitgevoerd. afhankelijk van de afwijking wordt het product goedgekeurd, gedegradeerd (afwaarderen), herverwerkt of afgekeurd
Registratieformulieren
  • Controles
  • Tracering
  • Eisen
  • Kwaliteit/voedselveiligheid

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkkwaliteit
Veiligheid:
Geen kans loop op directe lichamelijke schade
Gezondheid:
Geen kans loopt op ziekte, lichamelijke schade langere termijn
Welzijn:
Toestand waarin jij je prettig voelt en geen kans loopt op mentale schade

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is volgens jou bepalend voor de "kwaliteit van arbeid"?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij milieukwaliteit?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Milieukwaliteit
  • Materiaal verbruik = materialen die gebruikt worden
  • Energie verbruik = energie die gebruikt wordt
  • Milieu uitstoot = bv water moet weer in zuivere toestand terugkomen

Slide 29 - Tekstslide

een situatie waarin de materiaalverspilling, de
energieverspilling en de milieu-uitstoot voldoen aan de eisen die het bedrijf daaraan
stelt.

Milieukwaliteit
Belang ervan voor het bedrijf:

  • Kosten besparing
  • Goede naam wanneer je duurzaam omgaat met het milieu
  • Verplicht door WET

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorgsystemen
  • Het hebben van een zorgsysteem is soms een wettelijke verplichting, maar meestal niet.
  • De meeste klanten waarderen  het als je aantoonbaar goede zorgsystemen hebt.
  • Dit aantonen gebeurt met audits en leveren certificaten op.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zorgsystemen heeft uw bedrijf gecertificeerd?

Slide 33 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Koppel het zorgsysteem aan het certificaat
ISO 9001
NEN 3140
FSSC 22000
ISO 14001
GMP+
Veiligheid mens
Voedselveiligheid
Milieu
Kwaliteit

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies