In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Leidinggeven toets april 2021
Management en Leidinggeven
Slide 1 - Tekstslide
Het aantal directe medewerkers aan wie een manager leidinggeeft betekent?
A
Span of control
B
Scope of control
C
Depth of control
Slide 2 - Quizvraag
Een nieuwe medewerker krijgt uitleg van zijn leidinggevende over hoe hij zijn taak uitvoert. Wat doet de leidinggevende?
A
Coördineren
B
Delegeren
C
Begeleiden
D
Instrueren
Slide 3 - Quizvraag
Een logistiek manager heeft ontslag genomen. De directie vervangt hem per direct door een interim manager. Wat voor beslissing is dit?
A
Operationeel
B
Tactisch
C
Strategisch
Slide 4 - Quizvraag
Op welke managementlaag worden beslissingen genomen op beleidsniveau?
A
Operationeel
B
Tactisch
C
Strategisch
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het omspanningsvermogen (scope of control) van een manager?
Slide 6 - Open vraag
Bij welke leiderschapsstijl laat de manager bijna alles over aan de medewerkers?
Slide 7 - Open vraag
Hoe heet de organisatiestructuur waarbij er speciale medewerkers zijn die leidinggevenden gevraagd en ongevraagd adviseren?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie
Slide 8 - Quizvraag
Hoe heet de organisatiestructuur waarbij medewerkers eigenlijk altijd in wisselende samenstellingen samenwerken met collega’s van andere afdelingen?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie
Slide 9 - Quizvraag
Welke 4 leiderschapsstijlen onderscheiden Hersey en Blanchard?
Slide 10 - Open vraag
Het overdragen van een taak, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van een daartoe bevoegde medewerker aan een ondergeschikte medewerker. De eindverantwoordelijkheid blijft bij de bevoegde medewerker is....
A
instrueren
B
overtuigen
C
overleggen
D
delegeren
Slide 11 - Quizvraag
Een leidinggevende die op verschillende momenten verschillende stijlen van leidinggeven kan toepassen toont:
A
autoritair leiderschap
B
democratisch leiderschap
C
situationeel leiderschap
Slide 12 - Quizvraag
Leiderschap waarbij de leidinggevende advies vraagt aan zijn medewerkers maar uiteindelijk zelf beslist. Van welke leiderschapsstijl is hier sprake?
Slide 13 - Open vraag
Geef in onderstaande situaties aan van welke management by-techniek sprake is: A. Jij krijgt als leidinggevende een zogenoemd target. Je moet een bepaalde omzet zien te halen. Als je je target niet haalt, is dat niet goed voor je carrière. B. Als manager help je regelmatig zelf mee, je coacht en stuurt de medewerkers. C. Alleen als het echt nodig is, kom je als manager tevoorschijn en neem je de leiding.
Slide 14 - Open vraag
Waar staat STARR voor?
Slide 15 - Open vraag
Bij welk personeelsgesprek zou je kiezen voor STAR(R)?
A
Verzuimgesprek
B
Beoordelingsgesprek
C
Functioneringsgesprek
D
Slecht nieuws gesprek
Slide 16 - Quizvraag
De zender zendt slordige en onduidelijke berichten uit. Van welk soort ruis is hier sprake?
Slide 17 - Open vraag
Bij welke onderhandelingsstijl is de kwestie belangrijk en de relatie ondergeschikt?
A
ontlopen
B
samenwerken
C
vechten
D
onderhandelen
Slide 18 - Quizvraag
Medewerkers worden betrokken bij besluitvorming. Ruimte om te ontwikkelen en onderlinge relatie is belangrijk. Van welke organisatiecultuur is er sprake?
Slide 19 - Open vraag
Uit welke 3 onderdelen bestaat het communicatieschema?
Slide 20 - Open vraag
Geef een voorbeeld van een formeel overleg.
Slide 21 - Open vraag
Welke gesprekstechniek zet je in als je graag ook de mening van de ander wilt horen?