Herhalen stof Politiek

Het recht om jezelf verkiesbaar te stellen
A
Actief kiesrecht
B
Passief kiesrecht
1 / 44
volgende
Slide 1: Quizvraag
MaskMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het recht om jezelf verkiesbaar te stellen
A
Actief kiesrecht
B
Passief kiesrecht

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Politieke stroming die gericht is op duurzaamheid, groene energie etc.
A
Liberalisme
B
Christendemocraten
C
Ecologisme
D
Populisme

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij deze persoon kunnen burgers terecht met klachten over de overheid
A
Minister-President
B
Nationale Ombudsman
C
Fractievoorzitter
D
Burgemeester

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer allebei de partijen een beetje moeten toegeven (onderhandelen)
A
Fractie
B
Compromis
C
Rechtsstaat
D
Bureaucratie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trias Politica betekent
A
Scheiding der machten
B
Een land zonder monarchie
C
De rechters moeten luisteren naar politici
D
Een politieke stroming

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke is GEEN kenmerk van een dictatuur?
A
Persvrijheid
B
Alle macht ligt bij 1 persoon of partij
C
Geen politieke grondrechten
D
Veel (geheime) politie en leger

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ander woord voor de Eerste Kamer is...
A
Het parlement
B
De Tweede Kamer
C
De senaat
D
Binnenhof

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Links
Rechts
GroenLinks
PVV
PvdA
DENK
BoerBurgerBeweging
Partij voor de Dieren
Forum van Democratie
CDA
VVD
SP

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen H1

Slide 9 - Tekstslide

Bijna alles is MC
Je moet 3x iets invullen
begrippen hoef je niet te kunnen reproduceren maar wel koppelen aan juiste betekenis
De rol van de politiek
De overheid houdt zich bezig met zaken van algemeen belang

Algemeen belang = dingen die voor veel mensen belangrijk zijn

Bijvoorbeeld: onderwijs, infrastructuur, veiligheid, zorg

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parlement (volksvertegenwoordigers)
Eerste Kamer
(75 zetels)
Tweede Kamer
(150 zetels)
Vertegenwoordigers van de coalitie en oppositie
verkozen door
de Provinciale
Statenleden
Coalitie
Oppositie
Kabinet (Rutte IV)
Ministers
Staats-
secretarissen
Koning
direct verkozen
door het volk
Regering
Ministeries
77 zetels
73 zetels
Het volk

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen H2
Rechtsstaat, democratie en dictatuur

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 kenmerken van een rechtsstaat
  • Grondwet
  • Grondrechten
  • Rechtsbescherming
  • Onafhankelijke & onpartijdige rechter
  • Democratie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 kenmerken van een dictatuur
  • 1 persoon of 1 partij heeft alle macht
  • er bestaat geen democratie of rechtsstaat
  • bevolking heeft geen politieke grondrechten
  • er is geen persvrijheid
  • de (geheime) politie en het leger spelen grote rol

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 kenmerken van een parlementaire democratie
  • Vrije en geheime verkiezingen
  • Politieke macht ligt namens de burgers bij het parlement
  • Besluiten komen democratisch tot stand
  • Grondwet waarin bevoegdheden van de overheid staan
  • Trias Politica: scheiding der machten

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trias Politica (scheiding der machten)
  • Wetgevende macht       (Parlement + kabinet)
  • Uitvoerende macht       (kabinet)
  • Rechterlijke macht        (rechters)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Drie bestuurslagen
Gemeenteraad
Provinciale Staten
Eerste Kamer + Tweede Kamer
Wethouders
Gedeputeerde Staten
Kabinet

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen H3
Politieke partijen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

   Links

  • Collectief belang
  • Actieve overheid
  • Gelijkwaardigheid

Overheid zorgt voor kwetsbare mensen

SP, DENK, PvdD GroenLinks, PvdA,
   Midden

  • Terughoudende overheid
     

Mensen zorgen voor elkaar

D66, 50Plus, CU


   Rechts

  • Individueel belang
  • Passieve overheid
  • Economische vrijheid
Mensen hebben eigen verantwoordelijkheid
 
VVD, SGP, FvD, PVV

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen H4
Politieke stromingen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke stromingen
  • Liberalisme (economische vrijheid, persoonlijke vrijheid, veiligheid)

  • Christendemocratie (terughoudende overheid, rentmeesterschap)

  • Sociaaldemocratie (economische en sociale gelijkheid)

  • Ecologisme (natuur en milieu)

  • Populisme (gericht op "het volk", tegen de elite, vaak nationalistisch)

  • Extreemrechts (zeer nationalistisch, gebruikt geweld)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sociaaldemocratisch
Liberale partijen
christen-
democratisch
ecologisme
Populisme/
Nationalisme

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen H5
Kabinet en regering

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De coalitie is twee of meer partijen die de regering vormen. De coalitie heeft een meerderheid in de Tweede Kamer nodig.

In totaal: 150 zetels
De coalitie heeft er minstens 76 nodig (de helft +1)

Zo kan hun beleid (plannen voor de toekomst van Nederland) goedgekeurd worden door de Tweede Kamer

De rest van de zetels is voor de oppositie, partijen die niet in de regering zitten.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland als monarchie
  • Constitutionele monarchie = staatsvorm waar de macht van het staatshoofd is beperkt door de grondwet

  • Erfopvolging = opvolging van het staatshoofd gebeurt binnen 1 familie

  • Ministeriële verantwoordelijkheid = de ministers zijn verantwoordelijk voor wat de koning in het openbaar zegt en doet

  • Onschendbaar = de koning hoeft aan niemand uit te leggen wat hij doet of waarom hij het doet

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taken van de koning
  • Beëdigen   (van ministers en staatssecretarissen)

  • Symbolische functie    (handtekeningen zetten, gesprekjes met Rutte)

  • Ceremoniële functie     (troonrede voorlezen op Prinsjesdag)

  • Representatieve functie       (NL vertegenwoordigen in het buitenland)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen H6
Het Parlement

(Eerste Kamer & Tweede Kamer)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Parlement
  • Eerste Kamer
  • Tweede Kamer

De Tweede Kamer mag wetsvoorstellen afkeuren, goedkeuren, indienen en wijzigen
De Eerste Kamer mag wetsvoorstellen afkeuren en goedkeuren

De Eerste Kamer stemt dus NA de Tweede Kamer over wetten (een soort extra controle)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechten van het Parlement
Controlerende taak
  • Vragenrecht                                     
  • Recht van interpellatie                  
  • Recht van onderzoek (enquêterecht)
  • Budgetrecht (begrotingen goedkeuren)
  • Recht van motie (mening geven over beleid van ministers)

Wetgevende taak
  • Stemrecht (stemmen over wetten)
  • Recht van initiatief (wetten voorstellen)
  • Recht van amendement (wetten aanpassen)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zetel-verdeling hoef je niet uit je hoofd te leren. Wel de partijen kennen en weten bij welke politieke stromingen ze horen

Slide 32 - Tekstslide

Zetelverdeling TK 2021
Herhalen H7
Politieke besluitvorming

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkiezingen
Elke 4 jaar verkiezingen voor:
  • Tweede Kamer               (landelijk)
  • Provinciale Staten        (provincie)
  • Gemeenteraad               (gemeente)

Elke 5 jaar verkiezingen voor:
  • Europees Parlement

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed van pressiegroepen
Pressiegroepen of actiegroepen zijn groepen die bepaalde belangen nastreven en de politieke besluitvorming proberen te beïnvloeden (Greenpeace, vakbonden, scholierenbond LAKS). Ze oefenen druk uit door:

  • openlijk actie voeren
  • beïnvloeden van de publieke opinie
  • lobbyen

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kunnen burgers politieke besluitvorming beïnvloeden?
  • Stemmen
  • Lid worden van een politieke partij
  • Persoonlijk contact opnemen met politici
  • Gebruikmaken van je spreekrecht
  • Lid worden van een pressiegroep
  • Demonstreren
  • Petitie indienen
  • Burgerinitiatief indienen
  • Een verzoek voor referendum indienen
  • De media inschakelen
  • Een klacht of bezwaarschrift indienen
  • De Nationale Ombudsman inschakelen

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen H8
Gemeente en provincie

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europees niveau
Landelijk
Provinciaal
Gemeentelijk
Volksvertegen-woordiging
Europees Parlement
Tweede Kamer

Provinciale Staten
Gemeenteraad
Dagelijks bestuur
Europese Commissie
Kabinet

Gedeputeerde Staten
College van B&W
Voorzitter
Voorzitter van de
Europese Commissie
Minister- President

Commissaris van de Koning
Burgemeester
Bestuurslagen: EU, nationaal, provincie, gemeente

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen H9
Europa

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelstellingen van de EU
  • Vrede en veiligheid

  • Economische samenwerking (vrij verkeer van goederen, gezamenlijke munt en landbouwbeleid)

  • Welzijn (levenskwaliteit van mensen)
                    Europese waarden (democratie, mensenrechten, vrijheid
                    >> je mag als EU-burger vrij reizen en werken binnen de EU) 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toetreding tot de EU
  • Er zijn nu 27 lidstaten (na Brexit). 7 landen willen lid worden, maar moeten nog voldoen aan een of meer van deze voorwaarden:
  • in Europa liggen
  • een democratie zijn
  • een rechtsstaat zijn
  • de mensenrechten garanderen
  • een goed draaiende markteconomie hebben

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen H10

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Compromis = overeenkomst waarbij beide partijen een beetje moeten toegeven (dit gebeurt vaak in de Nederlandse politiek)

Referendum = alle burgers mogen stemmen over een vraagstelling (voor/tegen)

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippenlijst
  • Compromis
  • Fractie
  • Fractievoorzitter
  • Constitutionele monarchie
  • Trias politica
  • Rechtsstaat
  • College van B&WA
  • Actief kiesrecht
  • Passief kiesrecht
  • Nationale Ombudsman
  • Ecologisme
  • Kabinet 
  • Informateur
  • Oppositiepartijen
  • Recht van enquête
  • Europees Parlement
  • Referendum
  • Bureaucratie
  • Progressief

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies