Zelfzorg Wondjes

Zelfzorg Wondjes
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
zelfzorgMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Zelfzorg Wondjes

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn wonden?
Wonden zijn beschadige plekken in de huid waar soms bloed uitkomt.

Klachten: 
Er zijn verschillende soorten wonden. Wonden die als zelfzorg behandeld kunnen worden zijn (mits ze oppervlakkig en beperkt van omvang zijn):
  • eerstegraads en oppervlakkige tweedegraads brandwonden
  • schaafwonden
  • snijwonden
  • insectenbeet of insectensteek
  • krabwonden
  • kloven
  • blaren

Een kleine wond is meestal na één week genezen of verbeterd

Slide 2 - Tekstslide

Aanvulling WHAM - vragen
Voor wie is het advies bedoeld?
  • Bij verminderde bloedstolling bloeden wonden langer.
  • Bij verminderde  doorbloeding en verminderde afweer is de wondgenezing trager.

In beide situaties verwijzen naar de huisarts

Hoelang heeft de patiënt al klachten?
Bij een wond die al een week lang niet geneest of verbetert, en bij een pijnlijke open wond die al 2 dagen bestaat, verwijzen naar de huisarts.


Slide 3 - Tekstslide

Welke acties heeft de patiënt al ondernomen?
  • Ga na of de wond al is schoongemaakt en eventueel verbonden

Welke medicatie gebruikt de patiënt nog meer?
  • Afweer onderdrukkende medicijnen, zoals corticosteroïden, HIV-middelen of oncolytica
  • Antistollingsmiddelen
  • Middelen bij diabetes

Bij patiënten die deze middelen gebruiken  en er sprake is van slechte genezing of verslechtering van de wond, doorverwijzen naar de huisarts

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer naar de dokter (volwassenen en kinderen)?
  • Bij wondsoorten die niet in aanmerking komen voor zelfzorg
  • Bij wonden met veel zand en vuil erin
  • Bij een onstoken wond (rood, kloppen, pus, etc)
  • Bij een vochtige, rode brandwond of blaren in het gezicht, op handen of voeten, rond de gewrichten of op de geslactsdelen
  • Als er na enkele dagen geelgroen vocht uit de brandwond komt
  • Als er na verbranding een geelwitte, bruine of zwarte droge plek ontstaat die geen pijn doet
  • als een baby of kleuter een  brandwond heeft
  • als de wond verslechterd
  • Bij bijtwonden
Wanneer naar de huisarts (kinderen en volwassenen)?

  • Bij wondsoorten die niet in aanmerking komen voor zelfzorg
  • Bij wonden met veel zand en vuil erin
  • Bij een onstoken wond (rood, kloppen, pus, etc)
  • Bij een brandwond die groter is dan een halve hand van degene die zich heeft gebrand
  • Als een baby of kleuter een brandwond heeft
  • Bij een wond die verslechterd

Duur van de zelfbehandeling:
Adviseer de patiënt naar de huisarts te gaan als de wond na een week niet geneest of verbetert, of als een open wond na 2 dagen nog pijnlijk is.

Slide 5 - Tekstslide

Soorten wonden

Brandwond
  • ontstaat door contact met een heet voorwerp, hete vloeistof, vuur of een steekvlam. Ook door de zon, zonnebank, infraroodstraling, chemische stoffen, radioactiviteit of elektriciteit kunnen brandwonden ontstaan.

Eerstegraads: rode, droge, pijnlijke plek. Er kan geringe zwelling zijn en de plek kan warm aanvoelen. Een eerstegraads brandwond lijkt op verbranding door de zon.

Tweedegraads: glanzend rozerode huid met blaren. De wond kan vochtig zijn. Een intacte blaar kan gezwollen zijn en onder spanning staan. Een doorgebroken of doorgeprikte blaar ligt als een slap vliesje over de wond. Bij een diepe brandwond is sprake van een afwisselend rode en witte verkleuring. Ook zijn er blaren. Deze wond doet weinig tot geen pijn.

Slide 6 - Tekstslide

Derdegraads: witgeel tot bruinzwarte wond die stug of leerachtig aanvoelt. De wond is (door vernietiging van de zenuwen) niet pijnlijk. Deze brandwond is ernstig. Bij verdere verbranding ontstaan er zwarte plekken, dit heet verkoling

Advies: alleen eerstegraads en oppervlakkige tweedegraads brandwonden komen in aanmerking voor zelfzorg.

Spoel brandwonden onmiddelijk gedurende 10-20 minuten onder stromend lauw kraanwater.

Raak brandwonden niet aan om kans op infectie te voorkomen.

Het smeren van cremes en zalven bevordert het herstel niet en verhoogt de kans op infecties. Dit adviseren we dus niet.

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer naar de arts verwijzen?

  • Bij een baby of kleuter me brandwonden
  • Bij diepe tweedegraads of derdegraads brandwonden
  • Bij blaren op gezicht, handen, voeten en geslachtsdelen of bij blaren
  • Als de brandwond na enkele dagen roder of pijnlijker wordt of er pus uitkomt
  • Als de patiënt koorts krijgt of zich erg ziek voelt

Slide 8 - Tekstslide

Schaafwonden
Oppervlakkige wond die ontstaat door schuren over een ruw oppervlak. In de wond zij rode puntjes bloed te zien. Er kan wat helder en gelig vocht uit de wond komen, dit droogt op tot een gele korst.

Bij schaafwonden is de bovenste laag van de huid beschadigd. Het geneest meestal goed maar kan wel erg pijnlijk zijn, prikken of branden omdat veel zenuwuiteinden in de lederhuid worden geraakt.

Advies:
  • Bloed de schaafwond? Oefen dan wat druk uit op de wond met een verband
  • Spoel een (bijna) droge schaafwond 1-2 minuten met lauwwarm kraanwater. Geen kraanwater, ontsmet dan met chloorhexidine of povidonjodium
  • Verwijder vuil met een in water gedrenkt gaasje
  • laat de schaafwond aan de lucht drogen
  • Dek de wond af met een zalfgaas als er vocht of bloed uit blijft lekken

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer naar de arts verwijzen?
  • Bij een wond waarbij het bloeden niet stopt of als er na een aantal dagen meer vocht uit de wond komt.
  • Als de patiënt bepaalde bewegingen niet meer kan maken. Dit kan wijzen op een beschadigde pees, zenuw of gewricht.
  • Bij veel pijn
  • Als de wond in aanraking is geweest met straatvuil, aarde of mest. Er kan tetanusprofylaxe nodig zijn.
  • Als er kans is op besmetting met HIV of hepatitis B of C.
  • Als de schaafwond na enkele dagen roder of pijnlijker wordt en/of pus uitkomt. 
  • Als de patiënt koorts krijgt of zich erg ziek voelt.

Slide 10 - Tekstslide

Snijwonden
  • Een snijwond is dieper dan een schaafwond maar meestal minder pijnlijk (minder zenuwen geraakt)
  • Alleen oppervlakkige wonden komen  in aanmerking voor zelfzorg. Dit zijn wonden van maximaal 1 cm en waarvan de wondranden tegen elkaar aan liggen.

Advies:
  • Spoel de wond 1-2 minuten met lauwwarm kraanwater. Geen water in de buurt, ontsmet dan met chloorhexidine of povidonjodium.
  • Droog de wond en dek deze af met een pleister.


Slide 11 - Tekstslide

Wanneer naar de arts verwijzen?
  • Bij een wond waarbij het bloeden niet stopt of als er na een aantal dagen meer vocht uit de wond komt.
  • Als de patiënt bepaalde bewegingen niet meer kan maken. Dit kan wijzen op een beschadigde pees, zenuw of gewricht.
  • Bij veel pijn
  • Als de wond in aanraking is geweest met straatvuil, aarde of mest. Er kan tetanusprofylaxe nodig zijn.
  • Als er kans is op besmetting met HIV of hepatitis B of C.
  • Als de snijwond na enkele dagen roder of pijnlijker wordt en/of pus uitkomt.
  • Als de patiënt koorts krijgt of zich erg ziek voelt.

Slide 12 - Tekstslide

Bijtwonden
Een bijtwond komt door een beet van een dier of mens. Bij bijtwonden van een dier is er kans op een infectie met tetanus. Verwijs bij bijtwonden naar de arts.

Advies:
  • Spoel de wond 1-2 minuten met lauwwarm kraanwater
  • Bij kans op rabiësinfectie moet de wond 15 minuten met water en zeep worden gespoeld. Ontsmet de wond daarna met 70% alcohol.
  • Bloed de wond nog? Oefen dan wat druk uit op de wond met een steriel verband.
  • Verwijs de patiënt altijd naar de huisarts.

Slide 13 - Tekstslide

Krabwonden
  • Een krabwond is vergelijkbaar met een een schaafwond en meestal is alleen de opperhuid beschadigd. Het kan gaan om wonden door krabben van een jeukende huid of om open gekrabde muggenbulten, puistjes, korstjes, etc. Alleen deze krabwonden komen in aanmerking voor zelfzorg. 
  • Krabben me vuile nagels kan leiden tot krentenbaard.
  • Krabben van (huis)dieren kunnen infecties veroorzaken, zoals de kattenkrabziekte.

Advies:
adviseer ter voorkoming van krabwonden bij jeuk de nagels kort te knippen en schoon te houden. Daarnaast kan de huid ingesmeerd worden met verzachtende en verkoelende middelen.


Slide 14 - Tekstslide

Wanneer naar de huisarts verwijzen?
  • Bij krabwonden door huisdierem
  • Bij een vermoeden van krentenbaard
  • Bij een vermoeden van ontsteking

Slide 15 - Tekstslide

Blaren
Een blaar is een met vocht gevulde ruimte onder de opperhuid. Deze ontstaat door druk en wrijving.

Advies:
Adviseer om de blaren zoveel mogelijk heel te laten en aan de lucht te laten drogen. Alleen zeer hinderlijke blaren kunnen met een gesteriliseerde naald worden ingeprikt. 

Wanneer naar de huisarts verwijzen?
  • Als een patiënt met diabetes blaren op de voeten heeft, zeker als deze niet goed genezen.
  • Als de blaar ontstoken is.
  • Als de klant heel hindelijke blaren heeft.

Slide 16 - Tekstslide

Insectenbeet en/of insectensteek
  • Een insectenbeet is een lokale reactie die bestaat uit jeuk, pijn en een bultje rond de insteekopening.
  • Soms komen complicaties voor. Denk hierbij aan een allergische reactie (variërend in ernst van een zwelling tot anafylactische shock) of een systemische infectieziekte (ziekte van lyme)

Advies:
  • Tekenbeet: verwijder de teek met een (teken)pincet/kaart. Ontsmet de plek met povidonjodium of 70% alcohol. Adviseer de klant de datum van de beet te noteren en een foto te maken van de plek. Gedurende 3 maanden moet de patiënt de plek controleren op verandering va de huid.
  • Bij een bijen- of wespensteek: verwijder de angel voorzichtig. Zuig daarna het gif eruit met een gifzuiger.
  • Bij alle beten geldt dat koelen met een koude. natte doek, ijs of een coldpack kan zorgen voor een minder grote bult.

Slide 17 - Tekstslide

Wanneer naar de huisarts verwijzen?
  • Bij een insectenbeet in de mond, tong of keel.
  • Als er een allergische reactie optreedt na een insectenbeet (huiduitslag, dikke oogleden of lippen, benauwheid, jeuk over het gehele lichaam).
  • Als de patiënt in de tropen is geweest en ziek is geworden na een insectensteek.
  • Als de teek langer dan 24 uur op de huid heeft gezeten of als de klant zich zorgen maakt na een tekenbeet.

Slide 18 - Tekstslide

Medicamenteus advies

Eerste-keuzemiddelen voor ontsmetting van vuile wonden
Chloorhexidine
  • Dit middel werkt ontsmettend

Povidonjood (betadine)
  • Dit middel werkt ontsmettend
  • niet adviseren bij zwangerschap
  • Betadine werkt zolang het kleur heeft (rood/bruin)

eerste-keuzemiddel bij pijn

Paracetamol (sinaspril, panadol)
  • Dit middel werkt pijnstillend en koortsverlagend

Slide 19 - Tekstslide

Eerste keuzemiddelen bij jeuk, alleen op kleine plekjes


lidocaïne-levomentholgel FNA
  • Lidocaïne werkt jeuk- en pijnstillend
  • Levomenthol werkt verkoelend en jeukstillend, dit middel mag niet worden gebruikt door kinderen jonger dan 2 jaar,. Dit kan ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken.


Pramocaïne in zinkoxidecrème (nestosyl)

  • Pramocaïne werkt pijn en jeukstillend
  • Zinkoxide werkt verzachtend en koelend

D
eze middelen mogen niet gebruikt worden op open wondjes

Slide 20 - Tekstslide

Afgeraden middelen

  • Zilversulfadiazine, dit is een antibacterieel middel. Het werkt verkoelen en verzachtend, doordat het uitdroging van de wond tegengaat. 

  • Tea tree oil, het middel is niet voldoende onderzocht op effectiviteit en is niet als medicijn geregistreerd.

Slide 21 - Tekstslide