4.1 klassikaal

Tijdvak 4: Tijd van steden en staten.

1000-1500

4.1 Opbloei en macht van de stad
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Tijdvak 4: Tijd van steden en staten.

1000-1500

4.1 Opbloei en macht van de stad

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van steden en staten
1000-1500

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor he therleven van een agrarisch-urbane samenleving.
14. De opkomst van stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
15. Het begin van staatsvorming en centralisatie.
16. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijk macht het primaat behoorde te hebben.
17. De expansie van de christelijke wered naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten.
Leer ze uit je hoofd!
timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
13. De opkomst van .............?........................ die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-...........?.......... samenleving.

Leer ze uit je hoofd!

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.

Leer ze uit je hoofd!

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
13. De opkomst van .............?........................ die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-...........?.......... samenleving.
14. De opkomst van ...............?................. en de toenemende zelfstandigheid van steden.

Leer ze uit je hoofd!

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
14. De opkomst van stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.

Leer ze uit je hoofd!

Slide 7 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
13. De opkomst van .............?........................ die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-...........?.......... samenleving.
14. De opkomst van ...............?................. en de toenemende zelfstandigheid van steden.
15. Het begin van staatsvorming en ..............?.................

Leer ze uit je hoofd!

Slide 8 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
14. De opkomst van stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
15. Het begin van staatsvorming en centralisatie.

Leer ze uit je hoofd!

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
13. De opkomst van .............?........................ die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-...........?.......... samenleving.
14. De opkomst van ...............?................. en de toenemende zelfstandigheid van steden.
15. Het begin van staatsvorming en ..............?.................
16. Het conflict in ..............?.............. over de vraag of de .........................?.................. macht het primaat behoorde te hebben.

Leer ze uit je hoofd!

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
14. De opkomst van stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
15. Het begin van staatsvorming en centralisatie.
16. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijk macht het primaat behoorde te hebben.

Leer ze uit je hoofd!

Slide 11 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
13. De opkomst van .............?........................ die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-...........?.......... samenleving.
14. De opkomst van ...............?................. en de toenemende zelfstandigheid van steden.
15. Het begin van staatsvorming en ..............?.................
16. Het conflict in ..............?.............. over de vraag of de .........................?.................. macht het primaat behoorde te hebben.
17. De ...............?.................. naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten.
Leer ze uit je hoofd!

Slide 12 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
14. De opkomst van stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
15. Het begin van staatsvorming en centralisatie.
16. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijk macht het primaat behoorde te hebben.
17. De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten.
Leer ze uit je hoofd!

Slide 13 - Tekstslide

nabespreken 3.3
opdr 2 en 6

Slide 14 - Tekstslide

2a. Geef aan waarom de rijke, machtige families in Mekka Mohammeds optreden niet waardeerden.


  • De pelgrims kwamen naar Mekka om in de Kaäba een heilige meteoriet en verschillende goden te vereren. Het geloof dat Mohammed verkondigde, kende slechts één god en verwierp de verering van meerdere goden.
Bedevaart naar Mekka
Islamitische pelgrims bij de Kaäba. Iedere gezonde moslim is verplicht minstens één keer in zijn leven op bedevaart naar Mekka te gaan.

Slide 15 - Tekstslide

2b. Toon met bron 17 aan dat hun vrees niet nodig was.


  • Mekka wordt ook nu nog door talloze pelgrims bezocht
Bedevaart naar Mekka
Islamitische pelgrims bij de Kaäba. Iedere gezonde moslim is verplicht minstens één keer in zijn leven op bedevaart naar Mekka te gaan.

Slide 16 - Tekstslide

2c.Leg uit dat er in de functie van de Kaäba zowel sprake is van continuïteit als van verandering.


  • Er is sprake van continuïteit, omdat Mekka nog altijd een drukbezochte bedevaartsplek is. Alleen komen de pelgrims nu niet meer om de vroegere goden, maar om Allah te vereren, zodat er ook sprake is van verandering
Bedevaart naar Mekka
Islamitische pelgrims bij de Kaäba. Iedere gezonde moslim is verplicht minstens één keer in zijn leven op bedevaart naar Mekka te gaan.

Slide 17 - Tekstslide

6a. Beschrijf zonder de bron hoe de moslims omgingen met joden en christenen.



  • Ze mochten hun geloof houden, ook al waren ze tweederangs burgers en moesten ze een speciale belasting betalen
‘Abd al-Aziz ibn Musa sluit dit vredesverdrag met Theodomir. We zullen hem zijn macht niet ontnemen. Zijn aanhangers worden niet gedood, gevangengenomen of gescheiden van hun vrouwen en kinderen. Ze zullen in religieuze zaken niet worden gedwongen, hun kerken worden niet verbrand, gewijde voorwerpen worden niet afgenomen zolang Theodomir trouw blijft aan het verdrag en de voorwaarden naleeft. Theodomir en zijn mensen moeten elk jaar ieder een dinar betalen. Verder vier maten tarwe en vier maten gerst en vier kruiken stroop, azijn, honing en olijfolie.’

Uit: Verdrag van Abd al-Aziz ibn Musa met Theodomir (713)

Slide 18 - Tekstslide

6b. Hoe behandelt Abd al-Aziz in de bron de christenen?



  • Ze mogen hun geloof en bezittingen houden zolang ze zich aan het verdrag houden en jaarlijks allerlei goederen leveren
‘Abd al-Aziz ibn Musa sluit dit vredesverdrag met Theodomir. We zullen hem zijn macht niet ontnemen. Zijn aanhangers worden niet gedood, gevangengenomen of gescheiden van hun vrouwen en kinderen. Ze zullen in religieuze zaken niet worden gedwongen, hun kerken worden niet verbrand, gewijde voorwerpen worden niet afgenomen zolang Theodomir trouw blijft aan het verdrag en de voorwaarden naleeft. Theodomir en zijn mensen moeten elk jaar ieder een dinar betalen. Verder vier maten tarwe en vier maten gerst en vier kruiken stroop, azijn, honing en olijfolie.’

Uit: Verdrag van Abd al-Aziz ibn Musa met Theodomir (713)

Slide 19 - Tekstslide

6c. Leg uit of het optreden van Abd al-Aziz representatief is voor de houding van de moslims tegenover andere monotheïstische geloven.



  • Ja, zijn optreden is representatief. Theodomir en zijn mensen zijn christenen en mogen daarom hun kerken houden. Wel moeten ze de speciale belasting betalen: de jaarlijkse goederen
‘Abd al-Aziz ibn Musa sluit dit vredesverdrag met Theodomir. We zullen hem zijn macht niet ontnemen. Zijn aanhangers worden niet gedood, gevangengenomen of gescheiden van hun vrouwen en kinderen. Ze zullen in religieuze zaken niet worden gedwongen, hun kerken worden niet verbrand, gewijde voorwerpen worden niet afgenomen zolang Theodomir trouw blijft aan het verdrag en de voorwaarden naleeft. Theodomir en zijn mensen moeten elk jaar ieder een dinar betalen. Verder vier maten tarwe en vier maten gerst en vier kruiken stroop, azijn, honing en olijfolie.’

Uit: Verdrag van Abd al-Aziz ibn Musa met Theodomir (713)

Slide 20 - Tekstslide

3.2 Het christendom in Europa
4.1 Opbloei en macht van de stad. 1
KA
13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
14. De opkomst van stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.

leerdoelen:
1. Je kunt met enkele voorbeelden uitleggen waardoor de landbouwopbrengsten in de elfde eeuw toenamen.
2. Je kunt uitleggen hoe bevolkingsgroei, specialisatie in beroepen en de opkomst van steden gevolgen waren van de toenemende voedselproductie.
3. Je weet in welke gebieden in Europa de overgang van een landbouwsamenleving naar een landbouwstedelijke samenleving begon.

Slide 21 - Tekstslide

3.2 Het christendom in Europa
4.1 Opbloei en macht van de stad.  2
KA
13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor he therleven van een agrarisch-urbane samenleving.
14. De opkomst van stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.

leerdoelen:
4. Je kunt met voorbeelden omschrijven hoe de opkomst van de handel en nijverheid leidde tot de komst van belangrijke jaarmarkten en belangrijke havensteden in Europa.
5. Je weet hoe en waarom burgers in de steden en mensen op het platteland door de opkomst van de steden meer vrijheid kregen.
6. Je weet hoe door de economische macht van de steden hun zelfstandigheid toenam.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video


Verbeteringen in de landbouw
Rond het jaar 1000


  • Ontginning woeste gronden
  • Drieslagstelsel
  • IJzeren ploeg
  • Halsjuk
  • Ossen vervangen door paarden
Gevolg?
aantekening

Slide 24 - Tekstslide

Dus...
  • Door landbouwverbeteringen ontstonden er voedseloverschotten 
  • Overschotten werden verkocht op de markt --> HANDEL
  • Specialisatie: er ontstaan ambachten (landbouwoverschot)
  • Handelaren en ambachtsmensen gaan wonen rond de markt --> steden ontstaan.
aantekening

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Kun je de E.U. vergelijken met de Hanze?

Slide 27 - Tekstslide

gevolgen toename handel
  1. groei nieuwe steden
  2. ontwikkeling geldeconomie > geldwisselaars en banken
  3. ontstaan van handel over grote afstanden in luxekoopwaar ( oa zijde, specerijen met Midden-Oosten)
  4. samenwerkingsverbanden zoals de Hanze (12e - 17e eeuw)

aantekening

Slide 28 - Tekstslide

Handelsgebieden in Europa

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

3.2 Het christendom in Europa
Stadsstichtingen - 1
Edelen bevorderden de groei van steden (meer steden = meer dit belastingopbrengsten)

Edelen probeerden extra steden te stichten en gaven extra vrijheden aan deze steden. 

Zo probeerden ze te bereiken dat handelaren en ambachtslieden zich daar vestigden. (en dit leverde weer extra belastingen op.....)

Versterkte stad/ dorp kon bovendien de edelman bijstaan om zijn grondgebied te verdedigen.
aantekening

Slide 31 - Tekstslide

3.2 Het christendom in Europa
Stadsstichtingen - 2
Vrijheden en voorrechten lokten veel mensen naar de stad.

Maar door de massale trek van horigen naar de stad, ontstond een tekort aan horigen op de domeinen.

Oplossing: adel verlaagde de belastingen en verminderde de herendiensten.

De opkomst van steden zorgde dus voor vrijheid voor iedereen.
aantekening

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

3.2 Het christendom in Europa
Stadsbestuur
De stedelingen probeerden om invloed te krijgen op het bestuur van de stad en de rechtspraak.

In ruil voor de belastingen of voor geld dat werd geleend aan de edelman, eisten ze stadsrechten = Privileges

Door deze stadsrechten mocht een edelman bijvoorbeeld geen recht meer spreken in een stad.  Patriciërs gingen rechtspreken en werden schepen.

Burgers hadden door deze rechten meer invloed op het bestuur dan mensen in dorpen.
aantekening

Slide 34 - Tekstslide

Oorzaken ontstaan van steden
Gevolgen ontstaan van steden
Geldeconomie
Uitvindingen landbouw
Oprichting Hanze
Toenemende handel
Ontstaan marktplaatsen
Ontstaan ambachten
Kopen van stadsrechten

Slide 35 - Sleepvraag


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 36 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 37 - Open vraag

3.2 Het christendom in Europa
Aan de slag
Maak de kennen en kunnen vragen 

1 t/m 6  van par 4.1 op blz 81

klaar?

maak opdr 3, 6, 9 en 11

Slide 38 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor he therleven van een agrarisch-urbane samenleving.
14. De opkomst van stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
15. Het begin van staatsvorming en centralisatie.
16. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijk macht het primaat behoorde te hebben.
17. De expansie van de christelijke wered naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten.
Ken je ze nog?!

Slide 39 - Tekstslide

De tijd van jagers en boeren
De tijd van Grieken en Romeinen
De tijd van monniken en ridders
De tijd van steden en staten
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Het ontstaan van de eerste monotheistische godsdiensten
De verspreiding van het christendom
Herleving van de agrarisch-urbane samenleving

Slide 40 - Sleepvraag

huiswerk!

Maak de opdrachten, samenvatting en de zelftest af.

par 4.1

Slide 41 - Tekstslide