8.2 Bloed stroomt 21-11-23

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
8.2 Bloed stroomt
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
8.2 Bloed stroomt

Slide 1 - Tekstslide

8.2 leerdoelen
  • Je beschrijft de bouw en de kenmerken van de drie soorten bloedvaten.
  • Je beschrijft de route van de grote en kleine bloedsomloop.
  • Je beschrijft de bouw en werking van het hart.
  • Je beschrijft de oorzaken en behandeling van een hartinfarct.
  • Je beschrijft oorzaken en gevolgen van een hoge bloeddruk.

Slide 2 - Tekstslide

In de afbeelding zie je verschillende typen bloedvaten.
Wat is de naam van elk type bloedvat? Sleep de juiste naar erheen.
Slagader 
Ader
Haarvat

Slide 3 - Sleepvraag

Linker boezem
Rechter boezem

Linker kamer
Rechter kamer
Holle ader
Longslagader
Longader
Aorta

Slide 4 - Sleepvraag

Slagaders:  aanvoerende vaten (zuurstof en voeding)
Aders: afvoerende vaten (koolstofdioxide en andere afvalstoffen) 
Haarvaten: uitwisseling stoffen tussen weefsel en bloed
Waarom hebben slagaders een dikkere spierlaag dan aders?

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerken slagaders
  • Bloed stroom van het hart af naar alle organen
  • Dikke gespierde wand
  • Kloppen mee met het hart
  • Klappen alleen bij het begin bij het hart
  • Bloed stroomt snel
  • Hoge bloeddruk

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken aders
  • Bloed stroomt naar het hart toe
  • Dunne slappe wand
  • Kleppen over gehele lengte
  • Bloed stroomt langzaam
  • Lage bloeddruk

Slide 7 - Tekstslide

Kenmerken haarvaten
  • Vervoeren bloed door de organen
  • Zeer dunne wand met openingen
  • Afgifte stoffen aan cellen en opname stoffen uit cellen
  • Bloed stroomt langzaam

Slide 8 - Tekstslide

Slagaders
Aders
Haarvaten
Bloed door organen
Lage bloeddruk
Kleppen
Geen kleppen
Dikke wand
Dunne wand
Slappe wand
Stoffen uitwisselen
Hoge bloeddruk

Slide 9 - Sleepvraag

De Bloedsomloop

Slide 10 - Tekstslide

Kleine en grote bloedsomloop
Hart --> longen --> hart  
Zuurstofarm bloed gaat van hart naar longen, zuurstof rijk bloed gaat van longen naar hart

Hart --> alle organen in het lichaam --> hart
Zuurstofrijk bloed gaat van hart naar cellen in organen, zuurstofarm bloed gaat van de cellen terug naar het hart

Slide 11 - Tekstslide

Hoort nummer 3 bij de grote of kleine bloedsomloop?
3
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop

Slide 12 - Quizvraag

Het hart

Slide 13 - Tekstslide

Waar zitten de hartkleppen?
A
Tussen de linker - en de rechterhelft van het hart
B
Tussen het hart en de aorta en longslagader
C
Tussen de boezems en kamers in het hart
D
In de aders die naar het hart toelopen

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Hartinfarct
Kransslagader brengt zuurstof en 
glucose naar het hart (= spier!!)
Cholesterol kan bloedvaten vernauwen
Als de kransslagader verstopt is komt er 
geen zuurstof en glucose bij het hart

Slide 16 - Tekstslide

Hartinfarct: Dotteren  
en stent plaatsen

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de functie van de kransslagaders?
A
Zuurstof naar het hart brengen
B
Zuurstof bij het hart ophalen
C
Koolstofdioxide naar het hart brengen
D
Koolstofdioxide bij het hart ophalen

Slide 18 - Quizvraag

Leerdoelen 22-11
Wat is bloeddruk
Je kunt de hartslag beschrijven in drie stappen.

Slide 19 - Tekstslide

Bloeddruk
Bloeddruk : druk van bloed tegen de wanden van bloedvaten
Hoog bij samentrekken kamers (bovendruk)
Laag tijdens de hartpauze (onderdruk)

Slide 20 - Tekstslide

Bloeddruk
Hartkamers pompen bloed in de slagaders, druk het hoogst.
De bloeddruk wordt steeds lager in de haarvaten.
Weinig/geen druk in de aders

Slide 21 - Tekstslide

Bloeddruk meten
Door manchet op te pompen, meten van bovendruk (voelt bloedvat kloppen), onderdruk (kloppen stopt) en hartslag

Slide 22 - Tekstslide

de meeste druk op bloedvaten ontstaat tijdens
A
samentrekken van kamers
B
samentrekken van boezems
C
hartpauze

Slide 23 - Quizvraag

Bloeddruk
-> Dit is de druk die op de bloedvaten uitgeoefend wordt tijdens het rondpompen van het bloed.

-> Bovendruk & onderdruk

-> Meten met een bloeddrukmeter

Slide 24 - Tekstslide

een normale bloeddruk is
A
160/60
B
120/60
C
120/80
D
160/80

Slide 25 - Quizvraag

De hartslag 

Slide 26 - Tekstslide

Zet de stappen van de hartslag in de goede volgorde:
1
2
3

Slide 27 - Sleepvraag

Hartslagmeting
Hartslagmeter -> aantal hartslagen per minuut
Van top tot top bijv. 0,8 seconden -> 60/0,8 = 75 hartslagen/minuut

Slide 28 - Tekstslide

hartfasen in ECG

Slide 29 - Tekstslide

Maakwerk
M. blz. 107 - 108

Slide 30 - Tekstslide