Gesprekken voeren week 2

Gesprekken voeren
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Gesprekken voeren

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Je weet wat er nodig is om een gesprek te voeren
Je kent informele en formele gespreksvormen

Slide 2 - Tekstslide

inhoud les

  • bespreken werkoverleg bolletjes 9 en 10 vorige week van Taalblokken, beroepsgericht, economie en administratie, overleg voeren, voorkennis en voorbeelden
  • wat is een goed gesprek?
  • maken theorietoets uit bovenstaand en bespreken
  • tweede uur: module secretarieel, overlegsituaties bekijken
  • oefenopdracht docent voorbereiden

Slide 3 - Tekstslide

huiswerk bespreken
bespreken werkoverleg bolletjes 9 en 10 vorige week van Taalblokken, beroepsgericht, economie en administratie, overleg voeren, voorkennis en voorbeelden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wanneer is het een goed gesprek?

Slide 6 - Woordweb

Kenmerken goed gesprek
•    Tijd nemen
•    Contact maken
•    Actief luisteren
•    Respecteren
•    Verplaatsen in standpunt van de ander
•    Gelijkwaardigheid
•    Tweerichtingsverkeer

Slide 7 - Tekstslide

Wat voor soort gesprekken zijn er?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Welke vaardigheden/technieken heb je nodig om een gesprek te voeren?

Slide 10 - Open vraag

Welke vaardigheden nodig voor goed gesprek
•    Luisteren
•    Samenvatten
•    Doorvragen
•    Goede, open vragen stellen (5W’s+H)




Slide 11 - Tekstslide

Goed gesprek = luisteren
Actief luisteren 
Samenvatten - parafraseren  [controle info + leiding nemen]
Doorvragen [herhalen, verduidelijken, doorvragen, stilte]

Slide 12 - Tekstslide

Hoe kun je laten merken
dat je actief luistert?

Slide 13 - Woordweb

ACTIEF LUISTEREN
= BETROKKEN ZIJN

- afsluiten voor andere dingen, de rust om te luisteren
- lichaamstaal (zithouding, oogcontact, rust) 
- knikje, 'mimiek'
- luistergeluiden [hmhm]
- de ander laten uitpraten
- samenvatten / doorvragen




Slide 14 - Tekstslide

SOORTEN VRAGEN
- open vragen 
- reflecterende vragen
- indirecte vragen
- gesloten vragen 
- suggestieve vragen
- directe vragen 

Slide 15 - Tekstslide

SOORTEN VRAGEN
- open vragen                              (Wat heb je gisteren gedaan?)
- reflecterende vragen             (Wat verwachtte je ervan?)
- indirecte vragen                       (Ik heb geen zin want ik moet                                                                            alleen, met andere woorden....)
- gesloten vragen                       (Heb je een computer bij je?)
- suggestieve vragen                (Dat vind jij toch ook niet leuk?)
- directe vragen                           (Ben je blij met je studiekeuze?)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Een informeel gesprek:
  • is niet officieel
  • voer je met mensen die je kent, zoals familie of vrienden
  • voer je met mensen die je ergens ontmoet
  • kan over van alles gaan: jezelf, een probleem, wat je wel en niet leuk vindt, je mening, wat je gisteren gedaan hebt
  • houd je ‘zomaar’ voor je plezier of omdat het zo uitkomt.

Slide 21 - Tekstslide

Formele gesprekken

  • Een voortgangsgesprek met je mentor. 
  • Een sollicitatiegesprek.
  • Een functioneringsgesprek met jouw leidinggevende.
  • Een werkoverleg met meerdere collega's.
  • Vooral voor het formele gesprek bestaan regels.

Slide 22 - Tekstslide

Taalgebruik en toon
  • In een formeel gesprek ander taalgebruik dan in informeel  gesprek
  • Meer afstand tot gesprekspartner

Slide 23 - Tekstslide

Non-verbale communicatie
  • optelsom van je houding, gebaren, gezichtsuitdrukking en intonatie
  • bepaalt voor 93 % (!) hoe je boodschap overkomt
  • woorden bepalen slechts 7%
  • maar anderen beweren dat de verhouding 80-20 is.

Slide 24 - Tekstslide

werkoverleg

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

aan het werk
Uit Taalblokken, beroepsgerichte module economie en adminstratie, overleg voeren, theorietoets
antwoorden kort bespreken

Slide 27 - Tekstslide

en door..
  • module secretarieel, overleg voeren, voorkennis bolletje 3
  • Handel en Ondernemerschap voorkennis bolletje 9
  • bespreken

Slide 28 - Tekstslide

gespreksfasen in discussie:

  • analyseren van een probleem (wat is er aan de hand)
  • inventariseren van de mogelijke oplossingen hiervoor
  • reageren op elkaar, vragen stellen, verduidelijking vragen
  • besluit nemen



Slide 29 - Tekstslide

 oefenen!
  • zelfstandig groepjes van drie personen maken
  • kies een voorzitter uit jullie midden
  • kies een van de 2 onderwerpen
  • lees je eigen rol goed
  • bereid een werkoverleg voor waarin je tot een gezamenlijke keuze moet komen
  • opdracht staat bij het lesmateriaal.

Slide 30 - Tekstslide

Noteer kort wat je vandaag geleerd hebt

Slide 31 - Open vraag

Heb je de lesdoelen behaald?
*Je weet wat er nodig is om een gesprek te voeren
*Je kent informele en formele gespreksvormen

0100

Slide 32 - Poll