1a H2 wiskunde

1a H2 wiskunde
Rekenen met negatieve getallen

Pak je boek en een potlood, laat je boek nog even dicht
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

1a H2 wiskunde
Rekenen met negatieve getallen

Pak je boek en een potlood, laat je boek nog even dicht

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wat positieve, negatieve en tegengestelde getallen zijn
Je kunt tekens voor groter en kleiner invullen 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Tekens die we gebruiken bij rekenen
< betekent kleiner dan
> betekent groter dan
= betkent is even groot als

Slide 4 - Tekstslide

Thermometer
Op de thermometer en de getallenlijn
  Getallenlijn 
 staan de negatieve getallen onder 0.

Slide 5 - Tekstslide

+ en - op de getallenlijn
+ is naar Rechts op de getallenlijn.
- is naar links op de getallenlijn.
De getallenlijn kan je helpen om sommen op te lossen.

Hoeveel is 1 - 5?

Slide 6 - Tekstslide

+ en - op de getallenlijn
+ is naar Rechts op de getallenlijn.
- is naar links op de getallenlijn.



+
-

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag! 

Slide 8 - Tekstslide

Goedemorgen!
Pak alleen je wi boek en een potlood

Slide 9 - Tekstslide

Wat is -15 + 10?
A
-5
B
5
C
25
D
-25

Slide 10 - Quizvraag

Wat is -5 -3
A
2
B
8
C
-2
D
-8

Slide 11 - Quizvraag

Wat is -2 x 4?
A
4
B
4
C
-8
D
-12

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Goedemorgen! 
Pak je wiskundeboek en je chromebook, laat alles nog even dicht! 

Slide 17 - Tekstslide

Uitleg rekenen met negatieve getallen (2.2 en 2.3)
https://www.youtube.com/watch?v=_bA3iyIFPd0&list=PLurWZig_QwpAXthQknnnN6wmGExfGtSGW

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Nu doen! 
Deze week maken we deze paragrafen: 
MAKEN
BB mag 2.4 overslaan, dat is een paragraaf voor kader. Dus na 2.3 verder met 2.5. Wie wil mag 2.4 wel maken uiteraard. 

KB maakt 2.3 en dan 2.4. Alle sommen worden gemaakt, behalve die met alleen een *. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Ik kan met negatieve getallen rekenen

5 + - 1
A
6
B
4
C
- 4
D
- 6

Slide 24 - Quizvraag

Ik kan met negatieve getallen rekenen

- 8 + - 2
A
- 10
B
10
C
- 6
D
6

Slide 25 - Quizvraag

Ik kan met negatieve getallen rekenen

2 - - 1
A
3
B
- 3
C
1
D
- 1

Slide 26 - Quizvraag

Ik kan met negatieve getallen rekenen

- 7 - - 10
A
- 17
B
17
C
3
D
- 3

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

De juiste rekenvolgorde is:
A
+ - x : ( )
B
( ) + - x :
C
( ) x : + -
D
x : ( ) + -

Slide 29 - Quizvraag

Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?

18 : 2 + 4 x 5 =
A
Je doet eerst de plussom
B
Het maakt niet uit wat je eerst doet
C
Je doet eerst de deelsom
D
Je doet eerst de keersom

Slide 30 - Quizvraag


Reken deze som uit:
6 + 94 - 3 x 7=
THEMA REKENVOLGORDE
A
679
B
600
C
79
D
97

Slide 31 - Quizvraag

los de volgende som op volgens de rekenvolgorde:
15 + 20 : 4 x 5
A
35 : 4 x 5 8,75 x 5 = 43,75
B
15 + 5 x 5= 15 + 25 = 40
C
15 + 20 : 20 = 15 + 1 = 16

Slide 32 - Quizvraag

Goedemorgen
Laat je boek nog even dicht, pak 'm wel!
Je mag alvast naar lessonup.app

Slide 33 - Tekstslide

Rekenvolgorde 

  Rekenvolgorde:

  1. Tussen haakjes
  2. ......
  3.   x   en   :   van links naar rechts
  4.   +   en  -   van links naar rechts

Slide 34 - Tekstslide

Ik ken de rekenvolgorde.

Wat is de juiste rekenvolgorde?
A
Haakjes, plus en min, keer en delen
B
Haakjes, keer en delen, plus en min
C
Keer en delen, haakjes, plus en min
D
Keer en delen, haakjes, plus en min

Slide 35 - Quizvraag

9. Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?

4 x (5 -2) : 3
A
Je begint met de vermenigvuldiging
B
Je mag alles tegelijk doen
C
Je begint met de haakjes
D
Je begint rechts te rekenen

Slide 36 - Quizvraag

Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?

18 : 2 + 4 x 5 =
A
Je doet eerst de plussom
B
Het maakt niet uit wat je eerst doet
C
Je doet eerst de deelsom
D
Je doet eerst de keersom

Slide 37 - Quizvraag

Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?

(5 -2) + 4 x 3
A
Je begint met de vermenigvuldiging
B
Je mag alles tegelijk doen
C
Je begint met de haakjes
D
Je begint rechts te rekenen

Slide 38 - Quizvraag

9. Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?

4 x (5 -2) : 3
A
Je begint met de vermenigvuldiging
B
Je mag alles tegelijk doen
C
Je begint met de haakjes
D
Je begint rechts te rekenen

Slide 39 - Quizvraag

Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?

4 x (5 -2) : 3
A
Je begint met de vermenigvuldiging
B
Je mag alles tegelijk doen
C
Je begint met de haakjes
D
Je begint rechts te rekenen

Slide 40 - Quizvraag

los de volgende som op volgens de rekenvolgorde:
15 + 20 : 4 x 5
A
35 : 4 x 5 8,75 x 5 = 43,75
B
15 + 5 x 5= 15 + 25 = 40
C
15 + 20 : 20 = 15 + 1 = 16

Slide 41 - Quizvraag

los de volgende som op volgens de rekenvolgorde:
40 : (8 - 3 x 2)=
A
40 : (5 x 2) 40 : 10 = 4
B
5 - 3 x 2 = 2 x 2 = 4
C
40 : (8 - 6)= 40 : 2 = 20

Slide 42 - Quizvraag


Reken deze som uit:
6 + 94 - 3 x 7=
THEMA REKENVOLGORDE
A
679
B
600
C
79
D
97

Slide 43 - Quizvraag

Aan de slag!
  • BB maak H1 af, je hoeft de kaderopdrachten niet  te doen, je mag het wel proberen!
  • KB maakt ook H1 af, goed lezen, stel je vragen meteen!
Klaar? Werk vast aan de gemengde opgaven
WO na de vakantie SO over H2! Toetsweek: H1 en H2 PW

Slide 44 - Tekstslide

KADER!

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide