Het Menselijk Lichaam Deel 1/3

Hoofdstuk 1:
Het menselijk lichaam
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 12 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1:
Het menselijk lichaam

Slide 1 - Tekstslide

Dit leer je in dit hoofdstuk
  • Je kunt uitleggen waar de belangrijkste botten en organen in het menselijke lichaam zitten en aanwijzen. 

Slide 2 - Tekstslide

Het Skelet

Slide 3 - Woordweb

Stevigheid
Botten geven stevigheid en bescherming aan je lichaam.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Bescherming:
De schedel beschermt de  hersenen

Slide 6 - Tekstslide

Beweging
Aan je botten zitten veel gewrichten en spieren vast. Samen zorgen ze dat je kunt bewegen.

Slide 7 - Tekstslide


Op de volgende dia's vind je de antwoorden voor 
opdracht 3.

Let goed op en schrijf mee!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn je 'ledematen'?
A
je armen en benen
B
vrienden die medelijden met je hebben
C
armen
D
benen

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

'Jouw lichaam bevat ongeveer 206 botten! Je schedel bestaat uit 29 botten, je wervelkolom uit 26 botten, de voorkant van je borstkas bestaat uit 25 botstukken, je schouders en armen tellen 64 botten en je heupen en benen 62 botten.

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel botten heeft een mens?
A
200
B
206
C
260
D
300

Slide 13 - Quizvraag


Op de volgende dia's vind je de antwoorden voor 
opdracht 4 en 5.

Let goed op en schrijf mee!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Een halswervel hoort bij de wervelkolom
A
dit klopt
B
dit is onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Een sleutelbeen zit aan
je bovenbeen.
A
dit klopt
B
dit is onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Een ellepijp zit in
je romp.
A
dit klopt
B
dit is onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Een kuitbeen zit in je onderbeen.
A
dit klopt
B
dit is onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video

Je botten zitten aan elkaar met  gewrichten.

Door gewrichten kan je lichaam soepel bewegen.
ellenboog-gewricht

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Wat is de functie van een gewricht?
A
Voor de stevigheid
B
Beweging mogelijk maken
C
Aanhechting van de spieren

Slide 28 - Quizvraag

Onderdelen gewricht
Gewrichtskapsel: houdt botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer
Kraakbeenlaagje: makkelijker bewegen en tegen slijtage
Gewrichtssmeer: makkelijker bewegen.
Gewrichtskapsel: Extra versteviging

Slide 29 - Tekstslide

gewrichtskom
gewrichtkogel
gewrichtsmeer
kraakbeenlaagje
gewrichtkapsel

Slide 30 - Sleepvraag

De kapselbanden zijn een extra versteviging. Ze helpen de botten op hun plaats te houden.
De kapselbanden zijn een extra versteviging. Ze helpen de botten op hun plaats te houden.
Om het gewricht zit een stevig vlies. Het houdt de botten bij elkaar. Het maakt ook gewrichtssmeer.
Om het gewricht zit een stevig vlies. Het houdt de botten bij elkaar. Het maakt ook gewrichtssmeer.
Het uiteinde van één (1) bot is bol. Dit heet de gewrichtskogel.
Tussen de  botten zit gewrichtssmeer. Dit werkt als een soort smeervet. Hierdoor kunnen de botten soepeler bewegen.
Het uiteinde van één (1) bot is kom-vormig. hier past de gewrichtskogel precies in.
Op de kop van elk bot zit een laagje kraakbeen. Het beschermt de botten tegen slijten.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

gewrichtssmeer
kapselband
kraakbeenlaagje
gewrichtskapsel
gewrichtskom
gewrichtskogel

Slide 33 - Sleepvraag

Wat is het? 'Houdt botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer.'
A
gewrichtskogel
B
kraakbeenlaagje
C
gewrichtskapsel
D
gewrichtskom

Slide 34 - Quizvraag

Spieren en organen

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Spieren
Aan je botten zitten spieren.

Spieren en gewrichten heb je nodig om bewegingen te kunnen maken. 

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Een spier die ontspannen is, is langer en dunner.
Als je arm buigt, heb je je 'armbuigspier' (biceps) gespannen. 

Als je de arm weer wil strekken, dan is je 'armstrekspier' (triceps) gespannen

Slide 39 - Tekstslide

Waar kan je lichaam door bewegen?
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren

Slide 40 - Quizvraag

je spieren zitten vast aan je skelet met
A
pezen
B
spierbundels
C
vliezen
D
spieren

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Video


Pak je boek STRUX: Gezondheid

  • Maak opdracht  15, 16,  (blz. 13)
  • Maak opdracht 17 (blz. 14)
timer
20:00

Slide 43 - Tekstslide

Organen en Spijsvertering

Slide 44 - Tekstslide

Organen 
  • De maag -  helpt bij het verteren van het eten.
  • De lever - haalt giftige stoffen uit je bloed.
  • De longen - zorgen voor ademhaling.
  • Het hart - pompt het bloed door je lichaam. 

Slide 45 - Tekstslide


Pak je boek STRUX: Gezondheid

  • Maak opdracht  19  (blz. 15)
  • Maak opdracht 20 (blz. 16)
timer
20:00

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Video

Spijsvertering
  • Mond (Speeksel).
  • Slokdarm (Spieren).
  • Maag (vermengd met maagsap, zuur doodt de bacteriën)
  • Dunne darm (darmsap, voedingstoffen opgenomen in het bloed. 
  • Dikke darm (water wordt eruit gehaald)
  • Endeldarm (Ontlasting)

Slide 48 - Tekstslide


Pak je boek STRUX: Gezondheid

  • Maak opdracht  21, 22 (blz. 17)
  • Knipblad blz. 91 

Volgende keer ademhaling
timer
20:00

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Video

Slide 51 - Tekstslide


Pak je boek STRUX: Gezondheid

  • Maak opdracht  23, 24 (blz. 19, 20)


timer
20:00

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Video

Slide 54 - Video


Pak je boek STRUX: Gezondheid
  • Lees samen blz. 20
  • Maak opdracht  25, 26 en 27 (blz. 21)
  • Lees samen blz. 22 
  • Maak opdracht 28 en 29 (blz. 22 en 23)


timer
20:00

Slide 55 - Tekstslide