Paragraaf 1.1. Patronen: welvaart en welzijn

Wereld Wereldbeeld
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wereld Wereldbeeld

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Introductie op het onderwerp
  • Herhaling begrippen uit de onderbouw
  • Lezen en maken paragraaf 2.1 / 2.2

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kent economische indicatoren om landen o.b.v. welvaart met elkaar te vergelijken. 
  2. Je kent nadelen van het bbp/hoofd als maatstaf om de welvaart te meten. 
  3. Je kunt per werelddeel aangeven of het een hoog/laag BBP heeft
  4. Je weet op welke manier welzijn gemeten wordt.
  5. Je weet  HDi is, uit welke indicatoren HDI bestaat en kunt per indicator de dimensie aangeven.
  6. Je kunt aangeven waarom je beter de HDi dan het bbp (per hoofd) kunt gebruiken.
  7. Je kunt uitleggen waarom gegevens op een lager schaalniveau meer informatie geeft dan gegevens op een groter schaalniveau. 

Slide 3 - Tekstslide

Economische sectoren
Primaire sector: landbouw, bosbouw, mijnbouw en visserij.
Secundaire sector: industrie & bouw.
Tertiaire sector: commerciële dienstverlening (bijv. winkels,)
Quartaire sector: niet-commerciële instellingen (bijv. scholen, brandweer)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Begrippen 
Welzijn
Welvaart
Economie
Geboortecijfer
Sterftecijfer
Sociale bevolkingsgroei
Natuurlijke bevolkingsgroei
BBP/ BNP

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Dimensies: met een andere bril
Ligging
Klimaten
neerslagpatronen
Reliëf
Plantengroei/ vegetatie/ landschap
BBP/BRP
(gemiddeld) inkomen (per capita)
koopkracht
(samenstelling van) beroepsbevolking
Import/exportpakket
analfabetisme
taal
godsdienst
bevolkingsspreiding en dichtheid
bevolkingsgroei (fase in de demografischetransitie)
leeftijdsopbouw
verstedelijking
geboorte- en sterftecijfer
Corruptie
Democratie/ dictatuur
persvrijheid
burgerrechten
Wie heeft de macht? 
Samenwerking met andere landen etc.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van de culturele dimensie?
A
In India is veel urbaan-rurale migratie
B
In India is er een democratie
C
in India worden veel talen gesproken
D
in India komt elke zomer de moesson

Slide 10 - Quizvraag

Onder welke dimensie valt de bevolkingsgroei
A
Demografisch
B
Sociaal-cultureel
C
Economisch
D
Politiek

Slide 11 - Quizvraag

Bij welke aardrijkskundige dimensie horen conflicten?
A
Fysisch
B
Sociaal-cultureel
C
Demografisch
D
Politiek

Slide 12 - Quizvraag

Analfabetisme past bij de volgende dimensie...
A
politiek
B
natuurlijk
C
sociaal-cultureel
D
economisch

Slide 13 - Quizvraag

De olielekkages en vervuiling vallen onder de .. dimensie
A
economisch
B
politiek
C
fysisch
D
demografisch

Slide 14 - Quizvraag

Schaalniveaus
Elke kaart heeft een schaalniveau.

Hoe verder je uitzoomt hoe groter het gebied.

Hoe verder je inzoomt hoe kleiner het gebied.

Slide 15 - Tekstslide

Waarom verschil arm en rijk?
  • Falende overheid (corruptie, vriendjespolitiek)
  • Koloniaal verleden - rijke landen heersten over de arme landen
  • Via constructies belastingen ontlopen - arme landen missen dan inkomsten
  • Bescherming eigen bedrijven/markt door rijke landen - arme landen verkopen dan niks - verdienen dus geen geld
  • Arme landen verkopen vooral grondstoffen = goedkoop
  • In arme landen vaak (gewapende) conflicten - legt een economie lam

Slide 16 - Tekstslide

Meten van welvaart
BBP per hoofd van de bevolking
BBP = de waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land in een jaar.

BBP per hoofd van de bevolking = BBP : aantal inwoners van het land.  

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Nadeel BBP als maatstaf 
  1. BBP wordt vaak uitgedrukt in dollars en koersen kunnen wisselen. 
  2. De koopkracht (hoeveel kun je van een dollar kopen?) verschilt per land;
  3. Informele sector wordt niet meegenomen;
  4. BBP is een gemiddelde: het zegt niet over de verschillen tussen mensen (sociale ongelijkheid);
  5. BBP laat ook geen regionale ongelijkheid zien; 
  6. BBP zegt niets over levensomstandigheden.
Informele sector
Deel van de beroepen die niet officieel staan geregistreerd. Mensen die hierin werken staan niet als werkende bekend, betalen geen belasting en dragen zo niet bij tot het Bruto Nationaal Product.
Regionale ongelijkheid
Onrechtmatige verschillen in welvaart tussen gebieden.

Slide 19 - Tekstslide

Regionale verschillen?
Wil je regionale verschillen beter zien, dan moet je 'inzoomen', dus veranderen van schaalniveau. Van mondiaal (wereld) naar continentaal, nationaal,regionaal of lokaal

Slide 20 - Tekstslide

Controle van begrip
  1. Wat betekent BBP?
  2.  Noem 2 nadelen voor het gebruik van het BBP om landen met elkaar te vergelijken?
  3. Welke dimensie is BBP?
  4. Wat is beter: BBP of BRP? Waarom?
  5. Als je een beter beeld wil hebben van een gebied, moet je dan een klein of groot schaalniveau hebben?

Slide 21 - Tekstslide

Minder welvarend land
Welvarend land

Slide 22 - Sleepvraag

Hoe is de verdeling van de beroepsbevolking in armere landen?
A
Meeste mensen werken in een fabriek
B
Meeste mensen werken in de agrarische sector
C
Meeste mensen werken in de diensten
D
Gelijk verdeeld tussen industrie, landbouw en diensten

Slide 23 - Quizvraag

Wat is in Nederland de grootste sector in de beroepsbevolking?
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair/quartiair

Slide 24 - Quizvraag

VN-ontwikkelingsindex
  • Ook wel Human Development index (HDi). 
  • Meet het welzijn op: inkomen, alfabetiseringsgraad (of analfabetisme), levensverwachting. 
  • Ook wordt vaak gekeken naar toegang tot schoon drinkwater, onderwijs en gezondheidszorg, de voedselsituatie en beschikbaarheid telefoon/computer.

HDi is beter dan BNP per hoofd - het is een samengestelde index, dus het kijkt naar meerdere aspecten i.p.v. alleen het BNP per hoofd. 

Slide 25 - Tekstslide

Controle van begrip
  1. Wat wordt bedoeld met welzijn?
  2. Uit welke indicatoren bestaat HDi/ VN-ontwikkelingsindex?
  3. Wat kun je beter gebruiken om landen te vergelijken: BNP of HDi ? 

Slide 26 - Tekstslide

Quiz

Slide 27 - Tekstslide

Wat zijn 2 nadelen van het gebruik van het BBP om landen economisch met elkaar te vergelijken?

Slide 28 - Open vraag

Welvaart
Welzijn
BBP/ hoofd
Koopkracht
Verdeling beroepsbevolking
Levensverwachting
Alfabetiseringsgraad
VN ontwikkelingsindex

Slide 29 - Sleepvraag

Heeft Marokko een grote sociale ongelijkheid? Leg je antwoord uit!

Slide 30 - Open vraag

In arme landen is er sprake van een hoog geboorte- én sterftecijfer. Welke dimensie staat hier centraal?
A
Economisch
B
sociaal-cultureel
C
Demografisch
D
fysisch

Slide 31 - Quizvraag

In Nederland werkte in 2012 82,2% van de beroepsbevolking in de dienstensector. Welke dimensie staat hier centraal?
A
Economisch
B
Politiek
C
Sociaal-cultureel
D
demografisch

Slide 32 - Quizvraag

In welk continent is
het welzijn het slechtst?
A
Zuid-Amerika
B
Afrika
C
Europa
D
Azië

Slide 33 - Quizvraag

Gebruik de atlas, statistiek wereld (285). Gebruik de kolom werken. Kijk naar de verdeling van de beroepsbevolking.
Zet deze landen op volgorde van arm naar rijk:
Kameroen, Israël, Mozambique, Ivoorkust

Slide 34 - Open vraag

Aan de slag!
Lezen 2.1 + 2.2
Maken 2.1 + 2.2
Leren Begrippen uit de begrippenlijst

Slide 35 - Tekstslide