De middeleeuwen

Middeleeuwen
500-1500


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Middeleeuwen
500-1500


Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie van de Middeleeuwen?

Slide 2 - Open vraag

Literatuur en taal
Tot eind 1000 (elfde eeuw) alles in Latijn.
Latijn was de taal van de geleerden en de priesters.
Literatuur in de volkstaal werd mondeling overgeleverd.
Eind elfde eeuw werd er ook in volkstaal geschreven: start literatuurgeschiedenis!

Slide 3 - Tekstslide

De Samenleving
De samenleving in de Middeleeuwen heeft de vorm van een standenmaatschappij: de adel, de geestelijkheid en de burgerij. Met deze laatste term worden de bewoners van de steden, die op het eind van de Middeleeuwen opkomen, aangeduid. De
plattelandsbevolking behoorde niet tot een bepaalde stand.



Slide 4 - Tekstslide

Het feodale stelsel
Een leenheer (Karel de Grote) kreeg zijn land van God
De leenheer verdeelde zijn land onder de leenmannen.
De leenmannen lieten hun edelen weer delen besturen.
Helemaal onderaan deze piramide bevonden de boeren zich.
De middeleeuwse standenmaatschappij bestond uit drie standen: adel, geestelijken, boeren.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is belangrijk in de middeleeuwen?
  1. God is het middelpunt van het leven.
  2. Doel van het leven is in de hemel te komen.
  3. Memento mori (gedenk te sterven)
  4. Men leerde van exempelen (voorbeelden)

Slide 6 - Tekstslide

Literatuur was niet om te lezen maar om te luisteren.
Troubadeurs: schrijvers
Jongleurs en minstrelen: voordragers
Kenmerken: rijm, veel herhalingen, vaste combinaties

Slide 7 - Tekstslide

handschriften
codex
elk boek was met de hand geschreven, op bestelling
Miniaturen, vooral bij de initialen

Slide 8 - Tekstslide

Door de mondelinge overlevering en het kopiëren
ontstaan meerdere versies van hetzelfde verhaal.
Jongleurs/minstrelen veranderden zelf het verhaal.
Monniken vergaten delen of voegden zelf stukken toe.

Slide 9 - Tekstslide

Boekdrukkunst
Aan het eind van de middeleeuwen wordt de boekdrukkunst uitgevonden.
Boeken werden hierdoor goedkoper en bereikbaar voor een groter publiek.
Poëzie werd omgezet in proza, want het hoefde niet meer allemaal onthouden te worden.

Slide 10 - Tekstslide

Gemeenschapskunst
In de middeleeuwen behoorde kunst, en dus ook boeken, tot de gemeenschap. Je was onderdeel van een groep en talent was een gave van god, niet een eigen verdienste.
Plagiaat bestond, kunst werd juist mooi gevonden als het op andere werken leek 

Slide 11 - Tekstslide

Taal
Diets was de overkoepelende term voor de verschillende gesproken dialecten.
Middelnederlands is hetzelfde als Diets.
Geen uniforme spelling.

Slide 12 - Tekstslide

Algemene kenmerken van literatuur uit de Middeleeuwen:
- Gemeenschapskunst, d.w.z. kunst is bestemd voor iedereen: het is ook niet van belang wie de kunstenaar is: bijna alle werken zijn anoniem.

- Theocentrisch, d.w.z. bij alle denken endoen stond God in het middelpunt. Er is ook maar één geloof, het katholieke.

- Toevallige schoonheid, d.w.z. men maakt onbewust een mooi werk (estheticisme).

- Eenvoud en primitieve kinderlijkheid, d.w.z. gemakkelijk te begrijpen voor iedereen: dit komt rechtstreeks voort uit het principe dat kunst bestemd is  voor iedereen.

- Zedelijke strekking, d.w.z. men wil de mensen iets leren en soms ook beter  en godsdienstiger maken.

 



Slide 13 - Tekstslide

Ridderromans

De macht van de adel is zeer groot. De ridderromans laten ons kennismaken met de wereld van de adel en laten zien waar het in deze wereld om draaide: macht, eer, trouw aan de leenheer(feodale stelsel).

Twee soorten: 

Frankische romans of Karelromans
Arthurromans

Slide 14 - Tekstslide

Karelromans/ Frankische romans
Ook wel vóórhoofse romans genoemd of chanson de geste.
- Spelen zich af rond Karel de Grote (epische concentratie)
-ridderidealen zijn kracht en moed
- onderwerpen hebben te maken met oorlogen en feodale trouw
- vrouw speelt ondergeschikte rol

Slide 15 - Tekstslide

Arthurromans
- Gaat over koning Arthur en zijn ridders van de ronde tafel
- Historische kern is onduidelijk, heeft koning Arthur echt bestaan?
- De ridders gaan bijna altijd op queeste

Slide 16 - Tekstslide

Lied in de middeleeuwen
- mondeling overgeleverd, pas later opgeschreven
Twee belangrijke genres:
- ballade
- elegie

Slide 17 - Tekstslide

Ballade
- verhaal wordt sprongsgewijs verteld
- gebeurtenissen worden afgewisseld met dialogen
- veel herhalingen
- sfeer is ernstig en somber
- onderwerpen zijn ontleend aan sprookjes, sagen of ridderverhalen

Slide 18 - Tekstslide

elegie
klaagzang
- lyrisch gedicht met gevoelens van smart en wanhoop

Slide 19 - Tekstslide

Geestelijke kunst
In het enorm grote en moeilijk te besturen Frankische rijk van Karel de Grote moest iets gemeenschappelijks komen om de eenheid te bevorderen onder alle verschillende stammen. Daarvoor diende het christendom.Duizenden monniken trokken rond om bijbelverhalen te vertellen en te vertellen over het leven van Christus. Ook werden er allerlei verhalen verteld over Maria en de heiligen die gezien werden als de schakels tussen God en de mensen.
Er was een mystieke literatuur waarin de eenwording van de gelovige met de Godheid centraal stond.


Slide 20 - Tekstslide

Burgerlijke kunst
Al in de dertiende eeuw begint de macht van de steden groter te worden ten koste van de macht van de adel. Door onderlingeoorlogen en door de kostbare kruistochten verminderen de invloed en de macht van de adel steeds meer. De burgers willen niet langer kunst om zich te amuseren. Ze willen dat kunst nuttige en waarheidsgetrouwe informatie geeft.
De burgerlijke letterkunde is dus vooral een didactische, een leerzame
letterkunde, die de bedoeling heeft de lezers kennis bij te brengen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide