15.1 Energiestromen 5V 2223

H15: Kwetsbare ecosystemen
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H15: Kwetsbare ecosystemen

Slide 1 - Tekstslide

Een andere manier van leren
Conceptmapping

Bovenaan staat 
"Kwetsbare ecosystemen"

Slide 2 - Tekstslide

voorbeeld

Slide 3 - Tekstslide

Inhoud hoofdstuk
15.1 Energiestromen
15.2 Populaties
15.3 Warmte, water en exoten
15.4 Biobrandstof en recycling
15.5 De stad als ecosysteem

Veel toepassen van wat we al weten.
Belangrijk: komt veel terug in het examen.

Slide 4 - Tekstslide

H15.1 Energiestromen





Hoe kan er leven zijn in de diepzee?

Slide 5 - Tekstslide

Voorkennis
In een ecosysteem zijn de volgende organismen aanwezig:
eencellige algen
watervlooien
vissen
driehoeksmosselen
De vissen eten de watervlooien. De watervlooien en driehoeksmossel eten eencellige algen.
Wat zijn de producenten en wat zijn de consumenten?

Slide 6 - Tekstslide

PRODUCENTEN
CONSUMENTEN
Eencellige algen
Vissen
Watervlooien
Driehoeksmosselen

Slide 7 - Sleepvraag

Voorkennis
In een ecosysteem zijn de volgende organismen aanwezig:
eencellige algen
watervlooien
vissen
driehoeksmosselen
De vissen eten de watervlooien. De watervlooien en driehoeksmossel eten eencellige algen.
Teken een voedselweb met alle vier de organismen.

Slide 8 - Tekstslide

Teken een voedselweb met daarin de organismen 1 t/m 4

Slide 9 - Open vraag

Voorkennis
In een ecosysteem zijn de volgende organismen aanwezig:
eencellige algen
watervlooien
vissen
driehoeksmosselen
De vissen eten de watervlooien. De watervlooien en driehoeksmossel eten eencellige algen.
Teken een voedselpyramide met alle vier de organismen.

Slide 10 - Tekstslide

Teken een mogelijke voedselpiramide met de vier genoemde organismen

Slide 11 - Open vraag

Doelen 15.1
  • Je leert dat energie aan de basis staat van levensgemeenschappen.
  • Je leert hoe een voedselketen en een voedselweb zijn opgebouwd

Slide 12 - Tekstslide

Voedsel

Slide 13 - Tekstslide

Voedingsstoffen

Slide 14 - Tekstslide

Voedingsstoffen

Slide 15 - Tekstslide

Voedingsstoffen

Slide 16 - Tekstslide

Producenten
Producenten zijn autotroof: maken zelf energierijke stoffen/ hebben geen andere levende organismen nodig voor hun voedsel.
auto = zelf
troof = voeding

Productenten hebben een energiebron nodig om chemische reacties mogelijk te maken. Het kost energie om van eenvoudige moleculen (zoals CO2 en H2O) een ingewikkeld molecuul (zoals glucose) te maken.

Slide 17 - Tekstslide

Foto-autotroof
Een organisme is foto-autotroof als hij zelf energierijke stoffen maakt met behulp van lichtenergie.
Planten en algen.

Fotosynthese.

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de reactievergelijking van fotosynthese?

Slide 19 - Open vraag

Chemo-autotroof
Een organisme is chemo-autotroof als hij zelf energierijke stoffen maakt met behulp van chemische energie (energie die vrij komt uit een chemische reactie met anorganische stoffen).

Bacteriën.

Chemosynthese.

Slide 20 - Tekstslide

Chemosynthese - voorbeelden
Nitrietbacterie
ammonium + zuurstof -> nitriet + water + energie
2NH4+ + 3O2 -> 2NO2- + 2H2O + energie

energie + koolstofdioxide + water -> glucose + zuurstof
energie + 6CO2 + 6H2O -> C6H12O6 + 6O2

Slide 21 - Tekstslide

Chemosynthese - voorbeelden
Nitraatbacterie
nitriet + zuurstof -> nitraat + energie
2NO2- + O2 -> 2NO32- + energie

energie + koolstofdioxide + water -> glucose + zuurstof
energie + 6CO2 + 6H2O -> C6H12O6 + 6O2

Slide 22 - Tekstslide

BINAS 69D Chemosynthese

Slide 23 - Tekstslide

Foto-autotrofe organismen voeren fotosynthese uit, welk proces voeren chemo-autotrofe organismen uit?

Slide 24 - Open vraag

In welke kringloop spelen de nitrietbacterie en de nitraatbacterie een belangrijke rol?

Slide 25 - Open vraag

Reducenten
Schimmels en bacteriën zijn reducenten.
Zij zijn de laatste stap in de kringloop van stoffen.



Hoe zijn schimmels en bacterien te herkennen?

Slide 26 - Tekstslide

SCHIMMELS
BACTERIËN
Celwand
Celkern
Geen celwand
Prokaryoot
Eukaryoot
Geen celkern

Slide 27 - Sleepvraag

BINAS 78 De vier rijken

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Stel
Ik zet een kat (3kg) in een grote kooi, ik geef de kat elke dag 120 ml water en 100 gram brokken en hij eet en drinkt dit allemaal op. Een kat heeft per dag gemiddeld 70 gram brokken en 120 ml water nodig om in leven te bijven.
Hoe zou een energieschema er uit zien?
Hoeveel weegt de kat na een jaar?
Maak gebruik van BINAS 93A2 en 93A3

Slide 31 - Tekstslide

H15.1 Energiestromen





Hoe kan er leven zijn in de diepzee?

Slide 32 - Tekstslide

Leven in de diepzee
Zwavelbacteriën zijn hier de producenten.
Zetten waterstofsulfide uit zgn 'black
smokers' om in sulfaat.

Zij zijn de start van de voedselketen.

Chemoautotroof en .....

Slide 33 - Tekstslide

De zwavelbacteriën in de diepzee zijn
A
aeroob
B
anaeroob

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Doelen 15.1
  • Je hebt geleerd dat energie aan de basis staat van levensgemeenschappen.
  • Je hebt geleerd hoe een voedselketen en een voedselweb zijn opgebouwd

Slide 36 - Tekstslide

Begrippen 15.1
ecosysteem, anorganische stoffen, fotosynthese, organische stoffen, producenten, foto-autotrofe organismen, heterotrofe organismen, consumenten, detrivoren, reducenten, chemosynthese, chemo-autotroof, nitrietbacterie, nitraatbacterie

Slide 37 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode.
Maak de opdrachten van 
15.1: Leerroute B 


Slide 38 - Tekstslide