Bisten en natuer wike 12

Bisten en natuer
Doel: jim witte hoe't de letters mei kapkes útsprutsen wurde 
         jim witte wanear't der in kapke op in letter moat
  • hawwe jimme it boekje mei?? 
  • útlis kapkes
  • oefenje mei kapkes (opdracht 3 yn it boekje)
  • taalkaart  oefenen 
  • húswurk en toets oare wike (kapkes en taalkaart en topo)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FryskMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bisten en natuer
Doel: jim witte hoe't de letters mei kapkes útsprutsen wurde 
         jim witte wanear't der in kapke op in letter moat
  • hawwe jimme it boekje mei?? 
  • útlis kapkes
  • oefenje mei kapkes (opdracht 3 yn it boekje)
  • taalkaart  oefenen 
  • húswurk en toets oare wike (kapkes en taalkaart en topo)

Slide 1 - Tekstslide

het boekje

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Op hokker letters kinne kapkes stean?
A
a, o, u, i, e
B
a, o, u, e
C
a, o
D
a, u, o

Slide 4 - Quizvraag

Wat feroaret der as der in kapke op in letter stiet?
A
de útspraak
B
de betsjutting (=betekenis)

Slide 5 - Quizvraag

Hoe weet je of er een dakje op een woord komt?
A
Als je weet hoe je het uitspreekt kun je het horen
B
Je kunt het gewoon leren op de taalkaart

Slide 6 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Een û spreek je uit als oe
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

vogel = fûgel
Waarom niet foegel?
A
Dat is alleen zo als het in het Nederlands ook voegel zou zijn
B
Omdat een Nederlandse "o" in het Fries een û wordt
C
Dan zou je het uitspreken als foe-e-gel (lange oe)

Slide 8 - Quizvraag

Hoe spreek je dit woord uit?
dûs

Slide 9 - Open vraag

Het woord dûs betekent:
A
dus
B
das
C
douche
D
thuis

Slide 10 - Quizvraag

Waarom schrijf je boek in het Fries net als in het Nederlands?
A
omdat het ook hetzelfde wordt uitgesproken
B
dat is niet waar, je schrijft in het Fries: bûk

Slide 11 - Quizvraag

vuur = fjoer
waarom schrijf je niet "fjûr" ?
A
Omdat je bij een uu in het Nederlands altijd een oe in het Fries krijgt
B
Omdat de û wordt uitgesproken als een uu
C
Omdat je het met een lange "oe" uitspreekt
D
voor een r schrijf je altijd een "oe" als je dat ook zo uitspreekt

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht 3 in het boekje
- Verbind het Friese en het Nederlandse woord. Bedenk hoe je de Friese woorden uitspreekt
- Lees de zinnen en zet het juiste woord in de zin. Als je niet weet wat de zin betekent vraag je even aan degene naast je of aan mij.


Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 3 rechter bladzijde
  • Zet achter ieder woord dat je moet invullen de Nederlandse vertaling (strúsf....gel = struisvogel)
  • kijk of je in het Nederlands een "oe" ziet staan
ja:
Dan krijg je in het Fries ook een "oe"
Nee:
Dan krijg je een "û" bij een korte klank en een "oe" bij een lange klank

Slide 14 - Tekstslide

Húswurk
Boekje 
  • Opdracht 3 (twa siden)
  • Topo opdracht 7
  • Leare foar de toets! (sjoch folgjende dia)



Slide 15 - Tekstslide

Toets
Oefenje taalkaart
oefenje kapkes (zie opdracht 3)

Slide 16 - Tekstslide