5.4 Economische globalisering

5.4 Economische globalisering
deel 1
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.4 Economische globalisering
deel 1

Slide 1 - Tekstslide

1. Herhaling 
2. Leervragen 5.4 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling vorige les

Slide 3 - Tekstslide

Welke sociale netwerken (media) gebruik jij?

Slide 4 - Open vraag

Voordelen sociale media

Slide 5 - Woordweb

Nadelen sociale media

Slide 6 - Woordweb

Via social media wordt geld ingezameld om de skatebaan op te knappen.
A
Voordeel
B
Nadeel

Slide 7 - Quizvraag


Via social media worden berichten gedeeld die niet waar zijn.
A
Voordeel
B
Nadeel

Slide 8 - Quizvraag

Leervragen
uitleggen waarom het voor de economie belangrijk is dat handelsgrenzen   verdwijnen
Aan het eind van de les kan je...
uitleggen waarom het voor internationale bedrijven goedkoper is om de productieketen op te delen in stukken. 
uitleggen waarom er een global shift ontstaat. 

Slide 9 - Tekstslide

Grenzen verdwijnen
-  Val muur = minder grenzen
- Wereldhandelsorganisatie (WTO)
- Vrijhandel (heden) = handel alsof er geen grenzen zijn
- Vrijemarkteconomie


Slide 10 - Tekstslide

Doel WTO
Het doel van de World Trade Organization (WTO) is:
  • De handel tussen landen bevorderen, zij streven naar vrijhandel.
  • De grenzen tussen (handels)gebieden moeten verdwijnen.
  • Doel: Besparen van tijd en geld, zo is er meer winst.


Slide 11 - Tekstslide

Producten van de wereld
- Vroeger stonden de meeste fabrieken in de VS en Europa. 
- Tegenwoordig staan die juist in:
Zuidoost-Azië, vooral China
- Deze verschuiving heet de global shift.

- Vroeger stonden de meeste fabrieken in de VS en Europa.
- Tegenwoordig staan die juist in:
Zuidoost-Azië, vooral China
- Deze verschuiving heet de global shift.

Slide 12 - Tekstslide

De nieuwe internationale arbeidsverdeling gaat over twee soorten regio’s. Welke zijn dit?
  • regio’s die zich vooral bezig houden met de winning van grondstoffen
  • regio’s die zijn gespecialiseerd in de productie van goederen met die grondstoffen


 

Arbeidsverdeling

Slide 13 - Tekstslide

Belangrijkste handelsstromen

Slide 14 - Tekstslide

Multinational
Multinational: Een bedrijf dat in meerdere landen fabrieken en/of vestigingen heeft. 

Productieketens zijn nu langer, in meer stukken verdeeld. 

De reden hiervoor is dat bedrijven voor ieder onderdeel van het product wereldwijd naar de goedkoopste plek zoeken om dit te maken.


Slide 15 - Tekstslide

Multinationals 

Slide 16 - Tekstslide

Multinationals 
 Productieketen - Alle schakels van het productieproces

Slide 17 - Tekstslide

Productie keten

Slide 18 - Tekstslide

Wereldhandel
  • Landen in Afrika en Zuid-Amerika zijn vooral verantwoordelijk voor de handel in grondstoffen.

  • Landen in Azië zijn vooral verantwoordelijk voor de verwerking van grondstoffen tot halffabricaten            en eindproducten. 

  • Landen in Europa en Noord-Amerika handelen vooral in halffabricaten en eindproducten.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Waar komt jouw 
Iphone vandaan?
Onderdelen komen uit zo'n 43 verschillende landen. 

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 22 - Tekstslide

Wat is vrijhandel?
A
handel met buitenland zonder extra kosten
B
handel van goedkope goederen uit China

Slide 23 - Quizvraag

Wat doet het WTO?
A
Deze organisatie dat zorgt voor meer handel in de wereld
B
Bedrijf dat zorgt voor handel in Europa

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een gevolg van vrijhandel?
A
Concurrentie neemt toe
B
Concurrentie neemt af

Slide 25 - Quizvraag

Uit hoeveel verschillende landen komen de onderdelen uit een gemiddelde Iphone?
A
13
B
23
C
33
D
43

Slide 26 - Quizvraag

Een multinational is een bedrijf. Wat voor bedrijf is dit?
A
Bedrijf dat bekend is over de hele wereld
B
Bedrijf dat van China is

Slide 27 - Quizvraag

Waarom worden veel producten in Zuid-oost Azië geproduceerd?
A
Omdat daar de kwaliteit beter is
B
Omdat daar de lonen lager liggen
C
Omdat het makkelijker is om te vervoeren

Slide 28 - Quizvraag

Aan de slag
STAP 1
Klaar?
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde 29-30-31 opdracht 1 t/m 4 
  • KGT: bladzijde 32-33-34-35 opdracht 1 t/m 5 

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo! 
werk verder aan de opdracht vanaf 6 
Vooruitblik

Mainports en brainports

Slide 29 - Tekstslide

5.4 Economische globalisering
deel 2

Slide 30 - Tekstslide

1. Herhaling en huiswerk nakijken
2. Leervragen 5.4 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 31 - Tekstslide

Herhaling vorige les

Slide 32 - Tekstslide

Wat doet het WTO?
A
Deze organisatie dat zorgt voor meer handel in de wereld
B
Bedrijf dat zorgt voor handel in Europa

Slide 33 - Quizvraag

Wat is vrijhandel?
A
handel met buitenland zonder extra kosten
B
handel van goedkope goederen uit China

Slide 34 - Quizvraag

Wat is een gevolg van vrijhandel?
A
Concurrentie neemt toe
B
Concurrentie neemt af

Slide 35 - Quizvraag

Een multinational is een bedrijf. Wat voor bedrijf is dit?
A
Bedrijf dat bekend is over de hele wereld
B
Bedrijf dat van China is

Slide 36 - Quizvraag

Waarom worden veel producten in Zuid-oost Azië geproduceerd?
A
Omdat daar de kwaliteit beter is
B
Omdat daar de lonen lager liggen
C
Omdat het makkelijker is om te vervoeren

Slide 37 - Quizvraag

Leervragen
uitleggen wat het begrip brainport betekent. 
Aan het eind van de les kan je...
uitleggen wat het begrip mainport betekent. 
uitleggen waarom een brainport past bij een kenniseconomie.

Slide 38 - Tekstslide

Veel producten worden in Zuidoost-Azië gemaakt. Waarom?
  • Het is daar goedkoper.

Hoe komen al die goederen naar Europa en de VS?
  • Vooral via containerschepen of vliegtuigen.

Belangrijke havens in het internationale goederenvervoer noemen we mainports.
 
Twee mainports in Nederland zijn:
  • Rotterdamse haven en Schiphol

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Grootste havens van de wereld

Slide 42 - Tekstslide

Gebieden waar de economie draait om kennis, hebben een:
kenniseconomie

Welke bedrijven en/of soort organisaties vind je in een brainport?
  • hightechbedrijven
  • onderzoeksinstituten
universiteiten

Waar in Nederland is een brainport?
  • Eindhoven



Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 45 - Tekstslide

Wat zijn mainports?
A
Locaties die belangrijk zijn voor handel
B
Locaties die belangrijk zijn voor vervoer
C
Locaties die belangrijk zijn voor opslag
D
Locaties die belangrijk zijn voor kennis

Slide 46 - Quizvraag

Hoe noemen we gebieden waar handel niet draait om goederen maar om kennis?
A
Kennishandel
B
Kenniseconomie
C
Kennisquiz
D
Kennisbasis

Slide 47 - Quizvraag

De Rotterdamse haven is een voorbeeld van een..
A
Mainport
B
Brainport

Slide 48 - Quizvraag

De Technische Universiteit is een voorbeeld van een..
A
Mainport
B
Brainport

Slide 49 - Quizvraag

Schiphol is een voorbeeld van een..
A
Mainport
B
Brainport

Slide 50 - Quizvraag

De Universiteit van Tilburg is een voorbeeld van een..
A
Mainport
B
Brainport

Slide 51 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk dat handelsgrenzen verdwijnen?

Slide 52 - Open vraag

Wat is een productieketen?

Slide 53 - Open vraag

Wat is een kenniseconomie?

Slide 54 - Open vraag

Aan de slag
STAP 1
Klaar?
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde 32-33-34 opdracht 5 t/m 8 + herhaling
  • KGT: bladzijde 35-36-37-38 opdracht 6 t/m 9 + herhaling
Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo! 
Laat het zien aan de docent.  hierna mag je de verdieping 
Vooruitblik

N

Slide 55 - Tekstslide