B1 SS7 chapter 1 I, extra grammar & SO

Welcome ZB1A
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome ZB1A

Slide 1 - Tekstslide

PTO1 - Week 3 - lesson 1
Today's mission:
  • You can write an email with pronouns and you can use question words.
  • Check homework

Slide 2 - Tekstslide

Homework: Theme words Personality


De volgende sleepvraag gaat over de woordjes die je voor vandaag moest leren. Je moet er minstens 4 goed hebben.

Succes!!!

Slide 3 - Tekstslide

friendly
relaxed
mean
nice
lazy
smart
gemeen
slim
vriendelijk
aardig
ontspannen
lui

Slide 4 - Sleepvraag

Writing & grammar 59a - page 76

Slide 5 - Tekstslide

Writing & grammar 59b - page 76

Slide 6 - Tekstslide

Writing & grammar 59d - page 76

Slide 7 - Tekstslide

Personal pronouns
subject pronouns & object pronouns

Watch the clip on Stepping Stones online

Slide 8 - Tekstslide

Personal pronouns
subject pronouns
onderwerpsvorm
I
you
he/she/it
we
you 
they

Slide 9 - Tekstslide

Personal pronouns: object pronouns
me
you
him
her
it
us
you 
them
  • My cat loves me.
  • It is nice to meet you.
  • She wants to talk to him.
  • People like her.
  • I like it in blue.
  • He shares his lunch with us
  • It's good to see you all.
  • You should meet them

Slide 10 - Tekstslide

Writing & grammar 60a - page 77

Deze opdracht maken we in LessonUp!

Slide 11 - Tekstslide

__ want to introduce myself.
A
I
B
Me

Slide 12 - Quizvraag

Do __ wear glasses?
A
they
B
them

Slide 13 - Quizvraag

I want to meet ___
A
she
B
her

Slide 14 - Quizvraag

___ have lunch at home.
A
We
B
Us

Slide 15 - Quizvraag

Writing & grammar 60b - page 77

Slide 16 - Tekstslide

Writing & grammar 61 - page 78

Slide 17 - Tekstslide

Welke vragende voornaamwoorden ken je?

Slide 18 - Woordweb

Interrogative pronouns
vragende voornaamwoorden
Wie
Wat
Waar
Wanneer
Waarom
Welke
Hoe
interrogative pronouns
  • Who
  • What
  • Where
  • When
  • Why
  • Which
  • How

Slide 19 - Tekstslide

Writing & grammar 62a - page 78

Slide 20 - Tekstslide

Writing & grammar 62c - page 79

Slide 21 - Tekstslide

What have you learned today?

Slide 22 - Tekstslide

Homework

Do:


Study:
SO voor vrijdag!
Vocabulary chapter 1
Grammar 1 (present simple)

Slide 23 - Tekstslide

PTO1 - Week 3 - lesson 2
Today's mission:
  • Herhaling Present Simple
  • Quizlet

Slide 24 - Tekstslide

What do you know about the present simple?

Slide 25 - Woordweb

Present simple
He ..... (to call)
A
call
B
calls

Slide 26 - Quizvraag

To be
I am
you are
he/she/it is

we are
you are
they are
I'm
you're
he's / she's / it's

we're
you're
they're

Slide 27 - Tekstslide

To have
I have
you have
he/she/it has

we have
you have
they have
I've
you've
he's / she's / it's

we've
you've
they've

Slide 28 - Tekstslide

Present simple
  • De present simple gebruik je om te praten over feiten, gewoonten en over iets wat regelmatig gebeurt. 

Slide 29 - Tekstslide

Present simple
  • Bij de meeste personen gebruik je alleen het hele werkwoord.

to see - I see
to walk - We walk
to sing - You sing

Slide 30 - Tekstslide

Present simple 
  • Bij he/she/it komt er een s achter het werkwoord.

to see - She sees
to walk - He walks
to happen - It happens

Slide 31 - Tekstslide

Bij he/she/it komt er dus een s achter het werkwoord.
Dit noemen we ook wel: de SHIT-regel
She, He & IT krijgen een S

Slide 32 - Tekstslide

Present simple (=tegenwoordige tijd)(p.53)

Eindigt het ww op -y, dan wordt deze vervangen 
door -ies.

to carry - he carries
to worry - she worries

Slide 33 - Tekstslide

Present simple (=tegenwoordige tijd)(p.53)
Staat er voor de -y een a, e, i, o of u, dan voeg je alleen s toe.

to buy - she buys
to play - he plays

Slide 34 - Tekstslide

Present simple (=tegenwoordige tijd)(p.53)
Bij sommige werkwoorden voeg je es toe.

to go - he goes
to do - she does
to watch - she watches
(woorden op een -s klank)

Slide 35 - Tekstslide

Present simple
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 36 - Quizvraag

Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks

Slide 37 - Quizvraag

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 38 - Quizvraag

(to be)
He ..... my brother.
A
am
B
are
C
is

Slide 39 - Quizvraag

(to be)
We ..... at school.
A
am
B
are
C
is

Slide 40 - Quizvraag

(to be)
Derrek and Sheila ..... at work.
A
am
B
are
C
is

Slide 41 - Quizvraag

(to teach) present simple
She ..... English.

Slide 42 - Open vraag

(to cry) present simple
The baby ..... .

Slide 43 - Open vraag

(to dance) present simple
I ..... at the party.

Slide 44 - Open vraag

(to kiss) present simple
She ..... her boyfriend.

Slide 45 - Open vraag

(to watch) present simple
We ..... a nice film.

Slide 46 - Open vraag

QUIZLET

- Als je al een account hebt en lid bent van de klas ZB1A, log in en ga oefenen met alle onderdelen van chapter 1

- Nog geen account en/of geen lid van de klas?
Volg dan deze link:
- Ik controleer bij iedereen of je goed zit!

Slide 47 - Tekstslide

PTO1 - Week 2 - lesson 3
Today's mission:
  • SO chapter 1
  • NUMO Engels

Slide 48 - Tekstslide

SO1 - PTO1

  • Log in bij Magister
  • Ga naar de ELO
  • Ga naar 'bronnen'
  • Ga naar 'kennisnet'
  • Klik op RTTI
  • Klik op 'open testfox'

Slide 49 - Tekstslide

SO1 - PTO1

  • Write your name, class and the date on your test.
  • Write with a blue or black pen. 

Slide 50 - Tekstslide

NUMO

1. Ga naar Magister en kies Leermiddelen
of: Ga naar COOL Cloudwise en
2. Kies NUMO
inloggen: leerlingnummer 
wachtwoord: jleerlingnummer
3. Wat zie je daar? 
4. Als het goed is, kan je kiezen tussen ENG, NL en WIS
5. Ga bij Engels aan de slag bij 'start' (sprongtoets)

Slide 51 - Tekstslide

Homework

Enjoy your weekend!

Slide 52 - Tekstslide